Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

615. Gebrand zijn op iets,

op iets gesteld zijn, ‘groen’, ‘groot’ zijn op iets; eig. branden van begeerte om iets te verkrijgen; vgl. Nkr. V, 10 Juni p. 2: Als u zoo gebrand bent op de eeuwige verdoemenis, dan moet u dit zelf maar weten; Nkr. VII, 26 Juli p. 2: Al ben je niet bijster op mij gebrand; Het Volk, 21 Oct. 1913, p. 5, k. 4: Maar de heer M. is al te idealistisch als hij denkt dat de gemeentebesturen rondom Amsterdam zoo gebrand zullen zijn op arbeiderswoningbouw. In het oostfri.: hê brandd d'rup, dat hê dat krigd (Ten Doornk. Koolman I, 221 b); het Gron. een brander op iemand hebben, verliefd zijn op iemand (Molema, 55 b) en Köster Henke, 11: branderig, heet, belust. In het Bredaasch: op iets gestreden zijn, zeer op iets gesteld zijn; (een) strijd (vgl. aanvechting) op iets hebben (Spaan, 104; Tijdschr. 34, 69; Sewel, 767; Hoeufft, 193) naast zijn strijd hebben in iets, schik hebben in iets (Amstelodamum, Maart 1920, p. 24). Het verleden deelwoord heeft in deze uitdr. de beteekenis van een tegenw. deelw. (zie no. 609); vgl. bij Despars gevierd (= gevuurd, vurig) zijn op iets, op iets vlammen (De Bo, 371 a).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken