Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,97 MB)

ebook (6,37 MB)






Genre
sec - taalkunde

Subgenre
non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett

Vorige Volgende

717. Het gortig (ook te of al te gortig) maken,

d.w.z. het te bont maken, al te grof maken (18de eeuw), het leelyk door de gort roeren1). Eigenlijk beteekent gortig, garstig, ongansch, vinnig, en wordt het van varkens gezegd, die aan het gort (d.i. gerst- en gortachtige korrels in 't vleesch hebben) lijden: later bij uitbreiding vuil, smerig, onzuiver, niet netjes; vgl. Kil.: Koren op de tonghe j. gorte, grando; gortigheyd, het gort, grando, lepra qua porci infestantur; Goedthals, 33: Ein coirne op de tonghe hebben, il a poil sur la langue, d.w.z. hij heeft iets op zijn geweten, is niet geheel zuiver; vgl. Tuinman I, 16; 314: Hij heeft geen gortje op de tong; Harreb. II, 338; Ndl. Wdb. V, 451; Molema, 130; fri. it goartich meitsje; vgl. 16de eeuw: wat of veel (quaet) graens op sine tonghe hebben, iets op zijn geweten hebben, niet zuiver zijn.

1)
N. Taalgids XIII, 132.

Vorige Volgende