Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

742. Aan den haak slaan (krijgen of pikken),

d.w.z. aanpakken, veroveren; vooral in de beteekenis van een meisje of een vrijer machtig worden om er mee uit te gaan of er mee te trouwen; een beeld ontleend aan de vischvangst. Zie Slop, 237: Gemeen beulswerk.... als je niks anders hebt, sla je dat ook aan den haak; Dievenp. 131: Toch zag z'n moeder kans nog wettelijk 'n man aan den haak te slaan; Slop, 212: Maar wat 'n meid, zoo kant, zoo rank, als-ie 'es moeite deed, t'eens probeerde ze aan de haak te krijgen; Kalv. I, 136: De Mof heeft de nicht van den patroon aan den haak gepikt; II, 24: Maar wacht, als ik 'm aan de haak heb.... als ik maar eens met 'm getrouwd ben, - dan zal ik 't hem doen bezuren. - Vandaar ook den haak in de keel krijgen of hebben; aan den haak geraken (of zijn), door een meisje bekoord of ‘gevangen’ zijn Harreb. I, 265. In Zuidndl. dialect beteekent den haak in de keel hebben of krijgen, rouwkoop hebben

[pagina 288]
[p. 288]

of krijgen, spijt gevoelen over eene onderneming die kwalijk uitvalt, in een spijtigen toestand zijn (Antw. Idiot. 519; 1731; Waasch Idiot. 270), maar komt ook voor in de bet. van ergens toe verleid zijn (Schuerm. Bijv. 108). Vgl. hd. einen sich anhäkeln; fr. accrocher qqn. Zie no. 82.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken