Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

754. Op een haar,

d.w.z. zoodat het niet de breedte van een haar scheelt, verschilt; zoodat er niet de breedte van een haar aan ontbreekt; zeer nauwkeurig, tot in de geringste bijzonderheden; ook in Zuidndl. (o.a. Teirl. II, 6); 17de eeuw op een trip (Vondel); fri. op in hier ôf; hd. auf ein Haar; eng. to a hair. Vgl. op een prik. In zeer vele verbindingen treft men een haar aan in den zin van iets zeer gerings, en geen haar (hd. kein Haar) in dien van geen zier, geen lor, volstrekt niets; vgl. lat. pili facere, geringschattenGa naar voetnoot1). Ook in de middeleeuwen niet een haer (vgl. lat. nihil uit ne hilum, geen haar); eveneens in het mhd. niht ein har; zie Mnl. Wdb. III, 11-12; De Jager, Latere Versch. 129; Erasmus, CLXX; Antw. Idiot. 521; Waasch Idiot. 271; Teirl. II, 6. Vandaar ook de ironische uitdr. ‘ik acht er hem geen haar (d.i. niets) te goed toe’, ik reken hem daartoe wel in staat (zie Sewel, 305).

voetnoot1)
Otto, 279.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken