Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

989. In zijn hum (soms hummes) zijn,

d.w.z. goed gemutst zijn, goed geluimd zijn; eig. in zijn humeur zijn (vgl. deli = delicaat; gym = gymnasium; prof = professor; soos = societeit; photo = photografie). Vgl. Prikk. V, 25; Lvl. 138: Breemantel schijnt van avond bizonder in z'n hum; zie ook bl. 191; Lev. B. 8: Die was weer heelemaal in z'n hummes geraakt. Het znw. humeur, lat. humor, beteekent eig. vocht (vgl. Bank. II, 288); ook menging van vochten in het menschelijk lichaam, die men in het nauwste verband achtte te staan met 's menschen karakter; zie Ndl. Wdb. VI, 1312 en vgl. temperament van het lat. temperare, fr. tremper; flegmatiek van het lat. gri. phlegma,

[pagina 381]
[p. 381]

slijm, en ons bnw. hardvochtig, zoetsappigGa naar voetnoot1) en droog in een droog (saai) mensch, een droogkomiek (vgl. eng. dry, grappig), iemand die grappig is met een uitgestreken gezichtGa naar voetnoot2), dien de Zuidnederlanders een droogscheerder noemen (De Bo, 272) of een plezante droge (Antw.Ga naar voetnoot3). Zie no. 590.

voetnoot1)
Ndl. Wdb V, 2197.
voetnoot2)
Tijdschrift IV, 207.
voetnoot3)
Van Ginneken, Leuv. Bijdr. X, 97 meent dat deze beteekenissen op gevoelsoverdrachten berusten: ‘droogheid is dikwijls eentonig; vandaar is droog: onbewogen of bij langer voortduren saai en vervelend; nat, sappig, is daarentegen dikwijls opwekkend, maar altijd varieerend’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken