Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1084. Kapot.

In de uitdr. kapot zijn, maken, stuk, dood zijn, maken; zich kapot lachen (vgl. fri. ik laeitsje my stikken); kapot gaan, stuk gaan, doodgaan, die in de 17de eeuw voorkomen (zie Gew. Weuw. II, 24 en Sewel, 378) is kapot ontleend aan het fr. capot, een term uit het piquetspel. Faire capot beteekent alle slagen maken; être capot, geen enkelen slag maken en faire quelqu'un capot, iemand geen enkelen slag doen winnen. Zoo lezen we bij Focquenbroch I, 17:

 
Indien wij dit affront verdraagen,
 
Riep Minas, als een halve zot,
 
Zo zie ik ons in korte dagen,
 
Al t' zamen repiek en kapot.

Brieven van B. Wolff, 132: Wy zyn geworden tot een wildernis, och Heere! en wy zyn heel capot; ook bl. 174: Wel mag het mensch zeggen dat zy capot geraakt was. Zie Dozy, Oosterlingen, 48; Hatzfeld, 350Ga naar voetnoot1); Ndl. Wdb. VII, 1520; Teirl. Barg. 31: iemand kapot branden, iemand doodschieten; Schuermans, 221; Waasch Idiot. 326 a; Antw. Idiot. 2236; Rutten, 106 a; Teirl. 109; Claes, 102: kapot maken (doen), de zaak bederven; en vgl. ook het hd. en nd. kaput sein, gehen, machen. In Groningen, Friesland en eldersGa naar voetnoot2) bet. kepot ook ontsteld, ziek; Ten Doornk. Koolm. II, 174; Molem, 531; Falkl. VI, 38: Ze schreide niet, ze was kapot. In Kl. Brab. beteekent kapot alleen stuk, behalve in de uitdr. iemand kapot maken, d.i. iemand vermoorden. In de Kempen is kapot zijn, gevaarlijk ziek, dood. Zie no. 180 en vgl. codille zijn, verloren, gesjochten zijn, ontleend aan 't omberspel.

voetnoot1)
Hatzfeld meent dat capot ontleend is aan de uitdr. faire capot, dat evenals capoter in het zeewezen beteekent onderstboven vallen, voorover kantelen, van een schip gezegd, welk capoter eene afleiding zou zijn van cap. voorsteven. Dozy wijst op het Spaansch capote en dar capote, eene uitdr. in het piketspel, die in het begin der 17de eeuw in Spanje gewoon was.
voetnoot2)
M.A.v. Weel, Het Dialect van West-Voorne, 110.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken