Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1131. Het te Keulen hooren donderen,

d.w.z. zeer verbaasd zijn, stom zijn van verbazing bij eene onverwachte tijding; in de 17de eeuw ook staan alsof men het hoort donderen (zie Moortje, 1244). Bij Campen lezen we: het gift my wel so nye, als oft

[pagina 446]
[p. 446]

icket te Romen hoerde donderen, d.i. het is mij geheel onverschillig (Wander III, 1720) en bij Sartorius I, 4, 93: hij heeft et te Keulen hooren donderen, dat gelijk gesteld wordt met die praet komt hem aen sijn koude klederen niet; hy laet het syn kappe hooren, met de verklaring: in eos quadrabit, qui res quidem egregias audiunt verum eas neque intelligunt, neque mirantur, aut in eos, qui iis quae audiunt, neque gaudent, neque commoventur. In de 17de eeuw heeft deze spreekwijze naast deze beteekenis (zie Coster, 464 vs. 279) ook reeds de tegenwoordige, zooals blijkt uit Winschooten, 46: Het quam mij soo vreemd voor, of ik het te Keulen had hooren donderen, dat is, die saak quam mij zoo vreemd voor, dat ik voor mijn kop geslaagen stond. Zie ook Smetius, 236: Het klinckt hem vrembder in de ooren, als of hij het te Ceulen hadde hooren donderen; Sewel, 181: Het kwam my zo vreemd voor of ik het te Keulen had hooren donderen, I was very much astonish'd of it; C. Wildsch. VI, 32: Zij zag op of het te Keulen donderde; III, 43; Sara Burgerhart, 134; M. de Br. 132: Als ze Jacob hoort praten, kijkt ze nog altijd of ze het te Keulen hoort onweêren; Nkr. VIII, 3 Jan. p. 2; Harreb. I, 398; Taal en Letteren III, 116; Ndl. Wdb. III, 2813. Keulen of Rome wordt sedert de Middeleeuwen genomen voor eene stad, die ver weg ligt (vgl. Rein. 4362; Stoke, IV, 1389). Hoort men het daar donderen, dan behoeft men geen angst te hebben en laat het iemand dus koud (volgens de 16de eeuwsehe opvatting) òf (wat ook mogelijk is) iemand is er vol verbazing over dat hij het op zulk een afstand hoort.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken