Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1206. Een knul van een vent,

d.w.z. een sukkel, een onhandige, domme kerel. Dit knul is hetzelfde woord als knolle, dat Kiliaen vertaalt door glomus, globus. Vgl. Warenar, vs. 727: Sy (de vrouwen) wetent beter as de mans, wy zijn maer een diel knollen, dom; C. Wildsch. III, 265: Ik hou veel van Neef Stamhorst, want hij was altijd een lieve knol; Halma, 275: Een knol van een vent,

[pagina 478]
[p. 478]

een onnozel mensch. Dergelijke overdrachten van den naam van een dik, lomp voorwerp op een onbehouwen, onbeschaafd mensch waren zeer gewoon; vgl. kinkel, afgeleid van kink, draaiknoop in eenig touwwerk; knokkel (kinkel, boer, Halma, 274), kloen, glomus, klouwe (Kil.); kloete, truncus, caudex, globus, homo obtusus; stupidus (Kil.); kluts, klunte, het eerste door achtervoeging van s gevormd uit een ablautvorm van kloot; het tweede is verwant met klont; kneukel van knoke, nodus in arbore, callus, tuber (Kil.). Wellicht ook in de studententaal knor (niet-corpslid), eig. knoest, knoop (eng. knur; mnl. knorre, knobbelGa naar voetnoot1)). In Zuid-Nederland een knoop van een man (Tuerlinckx, 331; hd. ein Knoten); een knots van een verken (Tuerlinckx, 330); een klobbe (blok) van een vent (Loquela, 253), enz. Zie van Helten, Proeven van Woordverkl. bl. 87-90; Schuermans, 266; 274 i.v. kolf; hd. knollen, knolfinke, grober Mensch en vgl. no. 841.

In de volkstaal verstaat men onder den ‘knul’ den vrijer, den vent, den man (o.a. Zandstr. 83; A.t.A. 184; Onze Volkstaal III, 196; Köster Henke, 35).

voetnoot1)
Zie Propria Cures, 3 Maart 1923, p. 257 en Van Ginneken, Handb. I, 511, waar het synonieme varken, varkensbroed op een andere afleiding wijst, tenzij dit laatste berust op het niet begrepen knor.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken