Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1245. Zijn koren groen eten,

d.w.z. van de hand in den tand leven en voor den kwaden dag niets opleggen; vooral gezegd van lichtmissen en verkwisters, die hunne inkomsten al van te voren verteren; ook zijne erwtjes in 't groen eten (Harrebomée I, 186 a). De spreekwijze kan ontleend zijn aan de fabel van den krekel en de mier; doch ook aan het feit, dat een landbouwer zijn gewas verkoopt, terwijl het nog te velde staat, om aan geld te komen. Zij stellen zich dus aan 't gevaar bloot van later op 't droge te zitten. Zij komt in de middeleeuwen voor in Vrouw. e.M. XI, 18; zie ook Plantijn: Sijn koren gruen eten, versuram deinceps ab ineunte anno facere; Goedthals, 56: Syn coiren groene eten, zyn witte broot voren, menger son bled en herbe; apres blanc pain, pain bis, ou faim (fr. manger son blé en vert (ou en herbe); couper ses blés en vert); Campen, 95: hy heft syn witte broot al voer gegheten (dit ook bij Servilius, 9*; 151*); Idinau, 73:

 
De sulcke hun kooren groen op-eten,
 
Die 't gheldeken verteeren, eer 't is ghewonnen.

De Brune, 287: 491; Hy eet zyn koren groentjes op; Tuinman I, 105, 174; Halma, 283; Sewel, 410; Harreb. I, 439. Vgl. nog Schuerm. Bijv. 198: zijnen mik vóoreten; Antw. Idiot. 1456: zijn wittenbrood veur eten, zijne gelukkige dagen eerst hebben; Ndl. Wdb. V, 820 en Kalff, Lied in de Middeleeuwen, 460. De zegswijze is nu in Noord-Nederland bijna verouderd, doch komt in Zuid-Nederland nog voor; vgl. Waasch Idiot. 266: zijn koorn groen opeten, een erfdeel door schulden kwijt geraken, voordat men er in bezit van is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken