Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1270. In de kraam liggen (- komen, - zijn),

d.w.z. bevallen zijn; in tweeën gevallen zijn (De Cock2, 179); aan stukken liggen (Winschooten, 145); moeder geworden zijn; zie Teuth.: In crame of kyndelbed liggen, puerperizare, decubare, decumbere; Plantijn: In den craem liggen, estre en gesine, gesir d'enfant, cubare, jacere in puerperio. In de 17de eeuw meermalen in 't kraam liggen of in de kraam vallen (o.a. Huygens, Korenbl. II, 486). Het znw. kraam had vroeger de bet. van zeildoek, daarna die van de door een gordijn of zeil afgeschoten ruimte en wel bepaaldelijk het met gordijnen afgeschoten veldbed of bed, waarop een vrouw haar kroost ter wereld brengt, het kraambed of kinderbed, en deze laatste bet. heeft het nog in de hiergenoemde uitdr. bewaard. Zie Taalk. Bijdr. I, 19-25; Mnl. Wdb. III, 2037-2039; Ndl. Wdb. VIII, 23 en Huydecoper, Proeve I, 362. In Zuid-Nederland: in het kraam komen (De Bo, 567); in 't kraam liggen (zijn), schertsend van iemand die ziek te bed ligt (Antw. Idiot. 706); nd. in den Kram kommen (Eckart, 289); fri. yn 'e kream komme, - wêze; yn twa stikken falle (vgl. 17de eeuw in twee stukken (stikken) raken).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken