Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1298. Een kruk,

d.w.z. een onbedrevene, een sukkel; eig. iemand die op krukken gaat? vgl. Antw. Idiot. 187: krukke, spotnaam voor iemand die op krukken gaat; syn. van het 17de-eeuwsche krikkemik, oorspr. driepootige bok om zware voorwerpen op te heffen en fig. iem. die lichamelijk of geestelijk gebrekkig is; thans nog in Zuid-Nederland in den zin van iets dat weinig waarde heeft, een prul, een vod (zie Ndl. Wdb. VIII. 264). Ook komt in dien zin voor hak, waarmede kruk dikwijls verbonden wordt (vgl. nog Fri. en Gron. hakkenkruk, brekebeen, beunhaas), dat oorspr. beteekende boomtak (no. 771) en daarna sukkel, kruk (Ndl. Wdb. V, 1536). Het woord wordt in de 17de eeuw in dezen zin aangetroffen; zie Gew. Weeuw. I, 23: Een weetniet, een kruk; Spaan, opdragt; Rusting, 455; Loosd. Weesk. 40; Haagsche Reize, 40; C. Wildsch. IV, 252; Halma, 295: Kruk, brodder, homme qui n'entend pas son métier; Ndl. Wdb. VIII, 474.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken