Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1329. Te land(e) komen,

ergens terecht komen, ergens belanden; ook op eene plaats, waar men liever niet zou gekomen zijn. In de middeleeuwen beteekende te lande comen, in zijn vaderland komen; eene enkele maal kwam het toen ook in den tegenwoordigen zin voorGa naar voetnoot2), die voortvloeit uit de gewone beteekenis van landen, aanlanden; vgl. Kil. Aencomen te lande, potiri terra, petere portum, appellereGa naar voetnoot3); Bank. I, 439: Met een ancker te lande komen; II, 318: Als 't schip maar wel te lande komt; C. Wildsch. III, 6: Leun er niet tegen, gij zoudt op de buitenplaats zelve te land kunnen komen; Sewel, 435: Aan land (of te lande) komen, to come ashore, to land; fri. to lânne komen, terecht komen; Ndl. Wdb. VIII, 972.

voetnoot2)
Mnl. Wdb. III, 118.
voetnoot3)
Dr. G.A. Nauta, Taal en Letteren III, 369, neemt eene andere ontwikkeling der beteekenis aan, en meent dat te lande comen (in zijn vaderland komen) oorspr. in bonam partem, in gunstigen zin, werd gebruikt; dat evenwel van lieverlede het gebruik van goed noodig werd, en dat goed te lande komen met het pleonastisch gebezigde ‘goed’ de geboorte gaf aan de tegenstelling slecht te lande komen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken