Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1598. Nachtmerrie.

Hieronder verstaat men een gevoel van drukking, dat een slapende benauwt en angstig doet droomen, en dat ontstaat door eene storing in de spijsverteringsorganenGa naar voetnoot1). Oorspr. luidde de naam nachtmareGa naar voetnoot2) (eng.

[pagina 68]
[p. 68]

nightmare), waarmede men aanduidde ‘een bovennatuurlijk wezen (een alf, hd. alp), dat verondersteld werd den mensch vijandig gezind te zijn, en hem in het bijzonder kwelde door hem in den slaap te benauwen door zijne ademhaling te belemmeren; nachtspook, nachtgeest, nachtelijke kwelgeest’Ga naar voetnoot1). Reeds in de middeleeuwen was het woord door volksetymologie gewijzigd tot nachtmerrie; vgl. o.a. Dodonaeus, 299: Die swaere droomen oft overvallinghen der dompen, die de herssenen pleghen te beswaeren, diemen ghemeynlijck de Maere oft Nachtmerrie pleegh te noemen. - Over de middelen om deze heks te verjagen (bijv. het op de borst plaatsen van een scherp mes met de punt naar boven of het zetten van de schoenen gekruist of met de opening naar het bed) vgl. men de belangrijke mededeelingen van A. de Cock, Volksgeneeskunde in Vlaanderen, 177-184; Volkskunde XIV, 1-4; Onze Volkstaal I, 216. In Zuid-Nederland is de naam maar het meest gewoon in de uitdr. van de maar bereden worden (of zijn), de nachtmerrie hebben (zie o.a. Teirl. 126; Antw. Idiot. 787). In de 17de eeuw in tegenstelling met merrie ook nachthengst en nachtruin.

voetnoot1)
Woordenschat, 785; Van Beverwijck, Schat der Ongesonth. II, 68-70.
voetnoot2)
Volgens Paul, Grundrisz der Germ. Philologie I, 10131 staat hoogstwaarschijnlijk dit mare (in Nachtmahr) in verband met het lat. mori, sterven. ‘Die Mare ist demnach von Haus aus eine Totenerscheinung, die einen Lebenden quält oder ihn selbst mit sich führt, wie es ja andere Totenerscheinungen ebenfalls oft tun. Den Tod führt sie aber dadurch herbei, dass sie sich auf den Menschen, während dieser schläft, setzt und ihn zu Tode tritt.’ E.H. Meyer in zijne Mythologie der Germanen (Straszburg, 1903) is van eene andere meening: ‘Trotz einer lautgesetzlichen Schwierigkeit wird das vielgestaltige Wort wohl auf althochdeutsches marren, hemmen, hindern, altnordisch merja, pressen, zurückgehen und die Presserin bedeuten’. Nog andere gissingen vindt men bij Franck - v. Wijk, 450 met de toevoeging: ‘aangezien de grondbet. van dit znw. zeer onzeker is, is geen van de voorgeslagen combinaties meer dan een vermoeden’.
voetnoot1)
Mnl. Wdb. IV, 1167; Ndl. Wdb. IX, 1441; en vgl. Bilderdijk's dichterlijke beschrijving van dezen ‘ruiter zonder paard’ in zijn gedicht De Nachtmeer en de Dekbedden. Ook in het fr. cauchemar van mar en cauche, picard. voor chauche van ofr. chaucher, lat. calcare, treden op, drukken (Hatzfeld, 373).

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken