Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1602. Zijn natje en zijn droogje lusten,

d.w.z. goed kunnen eten en drinken, veel van drank en spijs houden. In de 16de eeuw bij A. Bijns: Zy mach haer drooghe wel, en niet min haer natte (Leuv. Bijdr. IV, 324); Sart. II, 3, 84: Hy mach sijn drooghjen wel, ende sijn natjen niet qualijck; Brederoo I, 224, vs. 334: 't Is een goed etend gesel, en hy siet wonder gaeren vrouwen; hy mach zyn natje en zyn drooghje wel; Van Moerk. 238; Tuinman I, 99; 109; Falkl. VI, 48: Twintig jaren is in natje- en droogje-uren berekend een soliede hoeveelheid; Slop, 27: Ze nam haar natje en droogje op tijd, liet zich aan niets ontbreken; Falkl. IV, 124; VI, 126: Maar nou Laura d'r betrekking verloren had, werden natje en droogje eerst bedenkelijk klein; De Arbeid, 30 Mei 1914, p. 1 k. 1: Zij (de priesters) hebben hun natje en droogje op hun tijd en ook wel eens extra; Ndl. Wdb. IX, 1578; Molema, 276 a: hij lust zien nat en dreug wel = hij ken zien nat en dreug wel op, hij is een goed eter, heeft steeds goeden eetlust; Land v. Waas: geren zijn nat hebben (of meugen); Antw. Idiot. 847:

[pagina 70]
[p. 70]

äij mag zijn nat en zijn droog goed of hij mag zijn dik en zijn dun wel; in Jord. II, 24 is sprake van iemands bikkie en likkie. In het Friesch zegt men: hy is goed by syn sûpe en stút naast hy mei syn wiet en droech wol. Vgl. eng. a wet, een borrel, een spatje (zie no. 1633).


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken