Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 72]
[p. 72]

1610. Nekslag,

d.i. een slag in den nek (eig. van wild), mnl. halsslach; bepaaldelijk een die den dood tengevolge heeft, de doodslag; meestal fig. eene gebeurtenis, eene handeling, waardoor een eind aan iets gemaakt wordt, die iemand ruineert, te gronde richt, hem den nek, den hals breektGa naar voetnoot1), hem nekt; vgl. Harreb. II, 119: Hij geeft hem den nekslag; Ndl. Wdb. IX, 1820; Afrik. iemand'n nekslag ge; hd. einem das Genick brechen; zie no. 408; 657 en vgl. Tuerlinckx, 670: Inne slag in 't vas (nekspier, hals), een genadeslag.

voetnoot1)
Ndl. Wdb. III, 1231; V, 1661-1662; IX, 1820; fr. rompre le cou à qqn; eng. to break the neck of on affair, iets verijdelen; hd. das bricht ihm das Genick; De Brune, Bank, I, 158; 270 en Halma, 378: Die handel zal hem den nek breeken, ce négoce le ruinera. In de 18de eeuw ook: iemand den bek breken, evenals er den bek of den gaper (= leven) bij inschieten; zie Ndl. Wdb. I, 1741; Afrik. iemand die nek breek.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken