Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1711. Iemand een oorvijg (of oorveeg) geven,

d.w.z. iemand een klap, een draai, een veeg om zijne ooren gevenGa naar voetnoot4), waarvoor in Vlaanderen soms ook gezegd wordt: iemand een mispel om zijn ooren geven (Schuermans, 381 a). Oorvijg is de oudste benaming; zie Kil.: Oorvijghe, alapa. In nd. dial. (te Kiel) komt ohrfeige (laat mhd. en mnd. orvîge) voor als naam van een klein gebak, in den vorm van een menschelijk oor; in Oberhessen is ‘ohrfeige’ een soort pannekoekGa naar voetnoot5). Voor dergelijke overgangen zie no. 1573Ga naar voetnoot6). Syn. was iemand een oorwante geven (Kil.) en iemand een oorband gevenGa naar voetnoot7), oorspr. een lap, een band om het hoofd, die zich bij de ooren verbreedt en tot verwarming dient;

[pagina 113]
[p. 113]

vgl. Leopold I, 58; Antw. Idiot. 693: iemand 'en koof(ke) (= fr. coiffe, soort van vrouwenmuts) geven of zetten naast iemand kooven (vgl. fr. calotter qqn; donner une perruque à qqn, iemand een standje geven); Schuerm. 431: oorlap (oorveeg). Het znw. oorveeg, in Zuid-Nederland oorvèèg, oorvaag, oorvage, oorva, schijnt eerst uit de vorige eeuw te dagteekenen; Halma, 453: Oorveeg, z.v. oorvijg, oorband, soufflet; Sewel, 592: Oor-vijg, a box on the ear; Afrik. iem. 'n oorveeg (-vyg) gee; Ndl. Wdb. XI, 190.

voetnoot4)
Vgl. 17de eeuw: iemand den bek geven, hem dooden.
voetnoot5)
Zeitschrift f. D. Philologie, XXXVII, 396.
voetnoot6)
Vgl. de hd. uitdr. einem dachteln, kopfnüsse, pflaumen, kirschen, bratbirnen, butzenbirnen, knallschoten, rettiche geben.
voetnoot7)
Ndl. Wdb. XI, 64 en thans nog in het fri- immen in earbân jân.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken