Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1725. Met iemand opgescheept zijn (of zitten),

d.w.z. iemand tot zijn last hebben. Vgl. Winschooten, 66: Hij is 'er meede opgescheept, hij is aan 't teefje vast; bl. 225: wij waaren met vgl. Winschooten, 66: Met iemand gescheept sijn, beteekend: met iemand zijn; haar opgescheept. In de 17de eeuw zeide men ook met iemand gescheept verleegen, al te ver in geseild sijn; bl. 251: Ik ben met hem ingeseild, beteekend met iemand gescheept sijn, dat is, met iemand in eenige onderhandeling sijn, daar men voor vreesd, dat ons, of te magtig, of te loos sal sijn: en derhalven daar men schaade van te verwagten heeft: gelijk ook somtijds gebeurd, dat swakke scheepen met steeviger de haven ingeseild sijnde, daar door schaade koomen te lijden. Vooral was in de 17de eeuw zeer gewoon de zegswijze: die (met) den duyvel, den droes of den drommel (in)gescheept (of te scheep) heeft (is) moet 'er

[pagina 118]
[p. 118]

mee over(varen) (Harrebomée I, 164 a; Ndl. Wdb. III, 3419; XIV, 449). Waarschijnlijk is dus de tegenwoordige vorm der zegswijze ontstaan onder den invloed van iemand op den hals hebben of een dergelijke. De hedendaagsche uitdrukking treft men aan bij Van Riebeek, Dagverh. 2, 123; Van Effen, Spect. V, 187: Met een' van die verligte jongelingen heb ik onlangs my elendig opgescheept bevonden; C. Wildsch. III, 170; Ik zou zelfs kunnen besluiten u voor al uw leeven in het huwelijks-bootjen met mijne Nicht in- en op-te-scheepen; Halma, 459; Ndl. Wdb. XI, 1147; Villiers, 93; Nw. School, VIII, 340: Al de schone zaken, waarmee hij jullie wil opschepen. Synoniem was in de 17de eeuw: met iemand opgeschort zijn (Coster, 542, vs. 1473) en met iemand gegerd zijn (Winschooten, 66). In Noord-Holland: met iemand op jagt zijn (Bouman, 77); in Zuid-Nederland: met iemand gelaveerd zijn (Schuermans, 144 a; Rutten, 75 a); - gescheept zijn (Bijv. 95 b en Antw. Idiot. 477); - geland zijn (De Bo, 352 a); - ingespannen zijn (bl. 462 b); - gescheuteld, - gepateeld (bl. 990 b; Ndl. Wdb. XIII, 754); - gepaluld (bl. 822 b); - gepaloeterd zijn (in Kl.-Brab.). In 't fri. mei immen opskipe wêze.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken