Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1760. Op zijn paard(je) zijn of raken,

d.w.z. verstoord, kwaad, boos zijn of worden; eig. onmiddellijk te paard stijgen om een gevecht te beginnen. Eene sedert de middeleeuwen vrij gewone uitdrukking, die ook nu nog dialectisch voorkomt. Vgl. Mnl. Wdb. VII, 1822: Si spranc so lichtelike op haer paert (werd zoo spoedig boos); Servilius, 161*: Hy is seer haest te paerde; Sart. I, 7, 9: A lasso rixa quaeritur. Hy soude nu lichtelijck te Paerde weesen, in quosdam morosiores et ad rixandum procliviores; Breughel, 10 r: Pleun, wilt my doch niet smijten; ba om vijf mijten raeckt ghy wel te paert; Hooft,

[pagina 133]
[p. 133]

Ged. II, 423; Brederoo, Moortje, 290 (op zijn paard komen); Westerbaen II, 473: De man is op sijn paerd; bl. 727: Weest niet oploopende, noch al te ras te paerd; Rabelais II, 29: Je bent wel haest in je harnas, en op je paerdje; II, 388: Deze mannen zijn doorgaans grammoedig en haest op haer paerdje; Tuinman I, 197: Ja, als zy te paarde geraken, zy doen wel een mond op als een hooischuur; bl. 275: Hy is straks op zyn paard. Dit zegt men van ymand, die straks toornig word; C. Wildsch. III, 264; Sewel, 627; Harrebomée II, 164; Ndl. Wdb. XII, 53. In Zuid-Nederland gauw of seffens op zijn pèèrd zijn, lichtgeraakt, gauw gestoord zijn; iemand op zijn pèèrd zetten, iemand kwaad maken (Antw. Idiot. 945; Waasch Idiot. 511Ga naar voetnoot1). In Noord-Holland zegt men, volgens Bouman, 76: Hij is schielijk op de wit, spoedig boos; hij rijdt op de wit, hij is boos. Moet hier aan den schimmel, het vale paard van Wodan, gedacht worden? Zie no. 920 (noot) en vgl. Afrik. hy is baie gou op sy perdjie.

voetnoot1)
In het fr. beteekent monter sur ses grands chevaux, le prendre de haut avec qqn.; eng. to get (or to be) on one's high horse; to mount (or to ride) the high horse, een hoogen toon aanslaan.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken