Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1810. Zijne (of de) piek schuren,

d.i. vluchten, deserteeren; syn. zijn kwast schuren (Spaan, 61; 162; Ndl. Wdb. VIII, 723Ga naar voetnoot1); vgl. Gew. Weeuw. III, 27: Zy schuerden haer piek, en veranderden van quartier; Paffenrode, 100; Spaan, 165; Halma, 503: Zijne piek schuuren, se tirer le nerf, gagner au pied; Sewel, 637: Zyn piek schuuren en doorgaan, to take to one's heels, to run away; Tuinman, I, 284; V. Janus, 169; Harrebomée II, 180; Schoolm. 46; 67; 188; 254; Zondagsblad v. Het Volk, 1905, p. 195: Prins Willem schuurde zijn piek, en Holland is nu de Bataafsche republiek; Het Volk, 15 Juni 1914, p. 1 k. 2; Ndl. Wdb. XII, 1522; enz. Eig. gezegd van een soldaat, die onder voorwendsel van zijne piek te moeten schuren zich verwijdert en niet terugkeert. Zie no. 1833 en vgl. het 17de-eeuwsche synonieme de viddels schuren (V. Moerk. 473Ga naar voetnoot2), eig. de baan opgaan, achter de vrouwen aan? (zie Tijdschrift XXXIX, 152), de poort, zijn gat schuren. In de Duytsce Lier, 70 en Boerekrakeel, 8 komt het wkw. schuren voor in den zin van ‘de piek schuren’; vgl. hij poetstem, hij smeertem; hd. auskratzen. In Zuid-Nederland onbekend.

voetnoot1)
H. Beckering Vinckers denkt hier aan de beteekenis ‘penis’, die kwast en piek nog hebben. Hij meent, dat de oorspr. beteekenis is geweest: coire, daarna de breede baan opgaan, er vandoor gaan, en vergelijkt krassen en opkrassen met krassen, treden van een haan (zie Tijdschrift XXXIX, 152).
voetnoot2)
Viddel, cunnus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken