Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1845. Het is daar niet pluis,

d.w.z. het is daar niet, zooals het behoort; niet in den haak, niet puik, zooals men in Zuid-Nederland ook zegt, niet peuter (in Ndl. Wdb. XII,

[pagina 171]
[p. 171]

1450). In de 16de eeuw komt dit adjectief voor bij Kiliaen, die het vertaalt door mundus, purus, politus, tersus, extersus; in de 17de eeuw lezen we het o.a. bij Winschooten, 192: Hij is niet pluis: hij deugd niet veel; Westerbaen, Ockenb. 108: Reyn en pluys; Sweerts, Ged. 356: I get die kroeg is pluis (goed in haar soort, uitstekend); zie verder V. Moerk. 312 en 503; O. Kantt. 10: Zy dragender (gedragen zich) niet pluys; zie voor de 18de eeuw Tuinman I, 147; 180; Halma, 510: Pluis, bijv. nw. gaaf, gezond, rein, sain, vrai, pur; hij is niet pluis, hij is besmet, il n'est pas sain, il est infecté; 't is daar niet pluis, 't is daar onklaar, il ne fait pas bon-là; il y règne un air contagieux, il ne fait pas bon s'y fourrer; Sewel, 644; Schoolm. 209: Een zegen is 't voor mij, dat ik zoo schuldloos zij, van top tot teen zoo pluis. Ook in het Oostfri. is een bijv. naamw. plûs bekend in den zin van rein, zindelijk, netjes, zuiver (vgl. onze uitdr. het is daar niet zuiver; 18de eeuw: het is daar niet helder; vgl. eng. not clear; o.a. K.U.E. II, 49Ga naar voetnoot1); fri. hy is net al to plus, een weinig ongesteld, niet vrij van ongedierte; half gek. Ten Doornk. Koolm. II, 741 a; De Jager, Frequ. II, 440; Franck-v. Wijk, 511 en Vercoullie, 224 onderstellen, dat dit pluis behoort bij het wkw. pluizen (17de eeuw pluisteren), en eig. wil zeggen geplukt, kaal, schoon gemaakt, in orde, eene verklaring, die steun vindt in het door Schuerm. Bijv. 247 a opgegeven hij is pluis, hij heeft in het spel alles verloren, wat hij had, waarnaast iemand pluizen, iemands geld langzamerhand afwinnen; ook: al de knikkers achtereen uit den pot schieten, zonder dat de overige spelers hun beurt hebben (Tuerlinckx, 507); hem ‘plukken’ (fr. éplucher) of hem pluimen; in het Land van Waas: pluus, kale schedel, maan. Opmerkelijk is het, dat in sommige deelen van Zuid-Nederland gezegd wordt hij valt niet pluis in den zin van: hij valt niet gemakkelijk, hij is streng en het zit (er) niet pluis, men valt er niet gemakkelijk, men maakt er kaboel; syn. van niet prut vallen (in Antw. Idiot. 1004Ga naar voetnoot2) of niet zuiver vallen (Antw. Idiot. 2178). In Zuid-Afrika zegt men: Daar is baie suurlemoensop onder, die persoon of zaak is niet pluis.

voetnoot1)
Asselijn, de Dobbelaar, 469: Ik docht datter onraad mogt zijn, of wel niet helder en was; Sewel, 327: Niet helder, niet zuiver, niet pluis.
voetnoot2)
Vgl. Harreb. II, 204: Zij is niet prut, van een vrouw of een meisje van geringe, zedelijke deugd; het is daar niet prut, niet helder.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken