Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Toon afbeeldingen van Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,98 MB)

ebook (6,37 MB)






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1911. Radbraken,

d.w.z. verknoeien, bederven, vooral van eene taal gezegd: slecht spreken, haar den hals breken; mnl. radebraken; hd. radebrechen (eine Sprache). Eig. beteekent dit wkw. op of onder een rad (de leden van een misdadiger) breken, kneuzen (vgl. ledebraken, ledebreken, verknoeien, en de uitdr. opgroeien voor galg en radGa naar voetnoot1); vgl. Lanc. II, 45020: Dat menne daer breken soude opt rat; Flor. 3479: Some riedense, dat mense hinge;

[pagina 201]
[p. 201]

some, dat mense op rade brake; Kiliaen: Braecken, vetus, j. breken, frangere, rumpere; radbraecken, rota torquere; rote insertum convellere noxium, et paulatim radiis rotarum convulsum lenta morte perimere; Plantijn: Raeybraken, casser et briser sur la roue, conquassere ossa in rota; dilaniare rotario supplicio; Halma, 528: Rabraaken, verknoeijen, bederven; Sewel, 661: De taal rabraaken, to speak a broken language; verder Grimm, Rechtsalterth. II, 265-267; Ndl. Wdb. III, 1001; 1005: 1230; VIII, 1205; Mnl. Wdb. VI, 942; Waasch Idiot. 543 en vgl. geradbraakt zijn; hd. gerädert sein; fr. être roué (de fatigue), zich afgemat en uitgeput gevoelen; ledebreken, zich zeer inspannen (17de eeuw en thans nog dial.).

voetnoot1)
Men lei soms latten onder de beenderen en knapte deze dan stuk door met een rad er op te stampen (Zwolsche Herdr. 18/20 aant. bl. 23). Nadat de verschillende ledematen stuk geslagen waren, werd het lichaam door de spaken van een rad gevlochten. Dat rad moest negen of tien spaken hebben en mocht te voren niet aan een wagen gebruikt zijn. Het rad werd met den misdadiger op een galg geheschen of in de zee geworpen (Frederiks, Het Oud-Nederl. Strafrecht I, bl. 385).

Vorige Volgende