Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 208]
[p. 208]

1926. Ribbemoos,

d.w.z. een stevige, sterke kerel, een mannetjesputter (zie no. 1472). Vgl. Amst. 16: De kok was een stevig gebouwd man: een ribbemoos, 'n mannetjesputter, die vermogens in z'n hande had: Jord. 52: Sau'n lefgauser.... sau'n ribbemaus; II, 391: Hoe kon zoo'n ribbemous, zoo'n ‘krimeneele schepper’Ga naar voetnoot1), nou zoo mesjokke zijn?; Köster Henke, 57: ribbemoos, mannetjes putter, sterke kerel; hd. barg. reb(be)mosche, reppmosche, een soort breekijzer, syn. van repptauweie (Rabben, III); bij Kluge, Rotw. 304: rebbemoosche, syn. van chlamones, clamone (ald. 318; 349Ga naar voetnoot2). Voor den oorsprong dezer benamingen zie Günther, 86: Ferner ist Rebmosche oder Rebbemausche, wie die Gauner das bei Einbruchsdiebstählen benutzte grosze Brecheisen (Krummkopf, Lude) nennen oder wenigstens früher nannten, wohl nichts andres als eine Verunstaltung von Rabbi Moses, dem groszen Gesetzgeber des Volkes Israel, der, bei diesem der Typus der höchsten Erhabenheit und Gewalt, hier in frivoler Weise einem verbrecherischen Werkzeuge gleichgestellt ist. Als identisch damit kommt übrigens zuweilen auch der Ausdruck Rebtauweie oder Rebbe Toweie vor, d.h. Rabbi Tobias, wohl nach dem Leviten Tobias oder dem Ammonier gleichen Namens der dort als Gewaltmensch geschildert wird.

voetnoot1)
Een ‘schepper’ is iemand die schept, dat is bij een vechtpartij zijn hoofd tusschen de beenen van zijn tegenpartij steekt en hem met een krachtigen ruk omhoog slingert (vgl. Dievenp. 172-173; Lev. B. 35; Jong. 159; Leersch. 47, 49, enz.).
voetnoot2)
Köster Henke, 21: glamonius, ruit.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken