Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
DBNL - Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw

meer over deze tekst

Informatie terzijde

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Toon afbeeldingen van Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenzoom

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,98 MB)

ebook (6,37 MB)

XML (5,27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

1938. Robbedoes,

d.i. een wild kind; ook een jongen, die alles aandurft en wien het onverschillig is, wat hij doetGa naar voetnoot2); soms: een ruw, gehard persoon; vgl. Harreb. II, 223: Het is een wildeman of wilde Wouter, ook wel wilde robbedoes of wilde dragonder; Houben, 118; Jord. II, 290; fri. robbedoes, slordig mensch. Dit fri. woord is samengesteld uit robbe, zeehond, en does, domme, dwaze, woeste wildeman; het tweede lid versterkt en vult de beteekenis van 't eerste lid aanGa naar voetnoot3). In Zuid-Afrika kent men eveneens rabbedoe of robbedoe, een ruw en wild mensch. Hiernaast een bijv. naamw. robbedoezig in Sprotje, 59: 't Waren de robbedoezigste en slonzigste meiden van heel de naaischool geweest. Syn. is een rosbeier, eig. een ros Beyaert, het woeste paard van Reynout van Montalbaen uit de Vier HeemskinderenGa naar voetnoot4).

voetnoot2)
Taal- en Letterbode VI, 41.
voetnoot3)
Zie Tijdschrift XXXVI, 1-9 en Ndl. Wdb. XIII, 643 en vgl. robbeklopper, goeierd, dat eveneens met dit rob is samengesteld; hd. robbenklopper, eig. degeen, die de robben of zeehonden met stokken op den neus doodslaat.
voetnoot4)
Zie Ndl. Wdb. XIII, 1395.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Algemene gebruikersvoorwaarden
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken