Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2184. Een stoffel van een vent,

d.w.z. een sukkel, een onhandige kerel. Het woord stoffel (hd. Stoffel, Toffel, Töffel) is een verkorting van Christoffel, den reus, die Jezus door het water droeg en van wien Jacobus a Voragine mededeelt, dat hij ‘procerissimae staturae vultuque terribili erat et XII cubitos in longitudine possidebat’Ga naar voetnoot2). Deze Christoffel, in de 16de eeuw reeds Stoffel geheeten (vgl. Servilius, 43: hi heeft eenen Stoffel daer hi op stuent; Mergh, 34), van wien men vroeger in vele kerken groote houten standbeelden vond, werd het type van een onbehouwen, lompe figuur, van een onhandig man. Zie vooral De Bo, 205; Reinius, 110; vgl. het

[pagina 322]
[p. 322]

Zaansche een stoffel stootgarenGa naar voetnoot1), - muurbreker voor een domoor, eene onhandige meid (Boekenoogen, 1014; 1361); het Zuidndl. een godsblok, een kerstblok van een vent (een sul); Schuermans, 683 a; Joos, 122; Waasch Idiot. 631 b: stoffel, smaadnaam, ongewillige, weerspannige. In het hd. wordt een lange man ein groszer Christoph genoemd; ook in Westph. is ein stoffel, ein dummer tölpel (Woeste, 257 a). Zie no. 1297 en vgl. nog Winschooten, 195: Die man is nog ter regter tijd geholpen, eer syn Cristoffel kwam te sterven.

voetnoot2)
Over de legende zie Zeitschrift für Deutsche Philologie, 1901, bl. 269 en over beelden van St. Christoffel Haagsche Post, 21 Juli 1917, p. 785.
voetnoot1)
Amstelodamum III, 53.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken