Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2212. Op zijn stuk staan,

d.w.z. niet toegeven, volhouden, bij iets blijven; eig. niet afwijken van zijne meening, zijn onderwerp, van dat, waarmede men bezig is; vgl. mnl. stuc, zaak, aangelegenheid, belangrijk onderwerp of punt (vgl. op stuk van zaken, op 't gewichtig oogenblik, als 't er op aankomt); ook zaak in 't algemeen (Mnl. Wdb. VII, 2365); vgl. op het kapittel van, op het stuk van, in zaken van (Ndl. Wdb. VII, 1495). In de 17de eeuw zeer gewoon; zie o.a. Winschooten, 303: Een stuk beteekend ook sijn pligt, werk, handel, enz. hij verstaat sijn stuk wel: op sijn stuk letten: iemand van sijn stuk helpen: ik ben van mijn stuk af: hetwelk oneigendlijk beteekend, ik ben van mijn voorneemen versteeken: op sijn stuk staan, hij bleef stijf op sijn stuk staan: sijn end houden, drijven dat men drijft’. Zie ook bl. 221: Stijf op sijn roer sijnGa naar voetnoot1), oneigendlijk stijf op sijn stuk staan, niet afwijken (om geen waarom) van sijn eerste voorneemen; vgl. nog Huygens VII, 105; Coster, 282, vs. 1521: Derhalven

[pagina 335]
[p. 335]

hoort de Prins een voetsteed niet te wijcken, maer blyven op sijn stick; bl. 249, vs. 624: Dat dit gheringe volck zo vast staat op haar stick; Pers, 670 b: Sy bleven pal op hun stuk; V. Effen, Spect. VI, 174; Halma. 623: Op zijn stuk blijven staan, zijn end vast houden, ne pas céder, persister, tenir ferme; Sewel, 768; enz. In Z.-Brab.: op zijn stuk zijn; fri. op syn stik stean; in het nd. fast op sîn stük stân (Eckart, 508); up sine fif Augen stân.

voetnoot1)
Bij Pers, 833 b: Vast op zijn roer blijven.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken