Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2268. Den toets doorstaan,

d.w.z. bestand zijn tegen de proef, het onderzoek; eig. gezegd van goud, welks gehalte door middel van een toetssteen (fr. pierre de touche (ook fig.); hd. probirstein) onderzocht wordt. Zie Kiliaen: Toetsen, auri vel argenti bonitatem explorare indice lapide; toetssteen, j. goudsteen, coticula, index; bij Pers, 525 a: op den toets stellen; Kluchtspel III, 334: op den toetssteen zetten; Halma, 644: Ik moet hem eens toetsen, ik moet hem eens op de proef stellen; Sewel, 789: Iemand op den toets zetten, to try one; iets ter toetse brengen, to bring a thing to a trial; hy kan de toets niet uitstaan, he cannot stand the test; Harreb. II, 336 a: Dat kan den toets niet doorstaan. Vgl. ook het 17de-eeuwsche toets houden, hetzelfde als proef houdenGa naar voetnoot1); hd. die Probe aushalten, het adj. proefhoudend, hd. probehaltend. Zie no. 2162.

voetnoot1)
Brand, Lev. v. Vondel, bl. 14: Geen toets houden; Vondel, Aenleidingh: De hemelsche Poëzy moet op den toetssteen van een beslepen oordeel proef houden.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken