Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2417. Een klein vischje, een zoet vischje,

d.i. een klein voordeel met weinig moeite verkregen is aangenamer dan een groot, dat verworven wordt onder veel zorg en met veel inspanning; ook in het algemeen gezegd van een klein, maar lekker hapje, of als men iets krijgt dat klein of van weinig beteekenis is (Boekenoogen, 1142Ga naar voetnoot1)); syn. van een klein winstje een zoet winstje (o.a. Nkr. VI, 9 Maart p. 2). Vgl. Servilius, 230: cleyn visken, goet visken, nullus malus magnus piscisGa naar voetnoot2); Spieghel, 291: kleen vischjen, ghoed vischje; Mergh. 43; Cats I, 485: kleyn vischje, soet vischje; Winschooten, 332: Een klein visje, een soet visje, soo men seid, waar door te verstaan gegeeven werd, dat men met een kleindje beeter te vreede kan sijn, als sommige met haar groote: want luttel onderwinstGa naar voetnoot3) maakt groote rust; Tuinman I, 131: Van klein, doch gewis gewin, zegt men: een klein vischje is een zoet vischje; Sewel, 895: Een klein visje een zoet visje, to be contented with a little, gives a great deal ef ease; W. Leevend IV, 335; Van Eijk, II, nal. 52: een klein vischje, een zoet vischje, een kleine vangst, een goede vangst, of ook wel: tevredenheid met iets gerings, geeft groot genoegen; fr. toujours pêche qui en prend un; eng. still he fishes that catches one.

voetnoot1)
Vgl. in het Land v. Aalst: de kleinste pillekens (suiker) zijn de zoetste (zei 't begijntje, maar ze pakte de grootste).
voetnoot2)
Zie voor dit Latijn Suringar, Erasmus, X.
voetnoot3)
l. onderwint?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken