Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2535. Verdrinken, eer men water heeft gezien.

Deze sedert de 17de eeuw voorkomende zegswijze luidde toen eenigszins anders; vgl. Winschooten, 348: Hij is verdronken eer hij Waater kende: dat is oneigendlijk, hij is geknapt, hij heeft seer los te werk gegaan: hij heeft sig vergreepen. Vooral gebruikt in toepassing op jonge lieden, die zich te vroeg ‘verslingerd’ hebben, zooals Tuinman I, 87 het verklaart en ook blijkt uit Van Effen, Spect. V, 181: Het is baarblykelyk, dat zonder zo eene nutte teugel, duizenden van jonge luiden, vervoert door de nauwlyks weerstaanbare drift der eerste kalverliefde, zig verdrinken zouden eer ze water kenden, en een korte voldoening met een eeuwig

[pagina 487]
[p. 487]

berouw betalen; Middelb. Avant. 77: Dus wierd ik verstrikt en verzoop aleer ik water kende; C. Wildsch. I, 24; Br. v. Abr. Bl. I, 41; Sewel, 941: Hy is verdronken eer hy 't water kende, he perished before he knew the danger of the business; Harreb. II, 440 b; Antw. Idiot. 1330; 1362; Rutten, 272 (in den zin van te jong getrouwd zijn); Waasch Idiot. 703: U versmooren veur dat ge 't water kent, zeer jong trouwen; Van Lennep, 239 met de verklaring ‘zich zedelijk of lichamelijk bederven zonder er genot van te hebben gehad’; in fri. fordrinke ear 't min wetter sjoen het; Twente: verzoepen eer men water veult.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken