Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2569. Op eigen wieken drijven,

d.w.z. op eigen beenen staan, zelfstandig zijn; niet steunen op een ander; finantieel niet hulpbehoevend zijn; een beeld ontleend aan de jonge vogels, die uitvliegen, zonder dat de vader of moeder er naast vliegt en hen bij de luchtverplaatsing helpt. Vgl. Huygens VI, 297: Met hij uyt syn' kindse jaertjes quam, schickt ick 'et dat hij soo den toom wat ruijmer nam, en op sen wiecke dreef; Tijdschrift IV, 252: Byna geen dichter word gevonden, die kan dryven op zyne wieken; Tuinman I, 129: Hy dryft op zyn eigen wieken; Middelb. Avant. 10; W. Leevend I, 37; Halma, 136; Sewel, 211; Van Eijk II, 95; Jord. II. 109; Ndl. Wdb III, 3351; Kippev. I, 211; II, 50. De gewone uitdr. was in de 17de eeuw: op eigen riemen drijven of roeienGa naar voetnoot2) of op eigen biezen zwemmen; lat. nare sine cortice (zonder kurk zwemmen). Vgl. ook Antw. Idiot. 2137; Joos, 72: hij kan op zijn eigen vleugels vliegen, op eigen riemen voortdrijven; Ten Doornk. Koolm. I, 421 a: hê kan al up sîn êgen fären drîfen; fri. ut eigen wjûken fleane; fr. voler de ses propres ailes.

voetnoot2)
Winschooten, 207: Iemand op sijn eige riemen laaten drijven, beteekend oneigendlijk naa iemand niet om sien: maar laten heen hobben en tobben; Brandt, Leven v. Vondel, 68; Sewel, 198; Van Eijk 1, 74; Ndl. Wdb. XIII, 122.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken