Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Toon afbeeldingen van Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8,98 MB)

ebook (6,37 MB)

XML (5,27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett– Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2576. Iemand iets wijsmaken,

d.w.z. iemand iets op de mouw spelden; eig. iemand met iets bekend maken, hem wetende maken, inlichten, de gewone bet. in de middeleeuwen (Rijmb. 1064; Sp. Hist. I1, 5, 30), waarnaast toen ook bestond eenre dinc wijs sijn, iets weten. Kiliaen vertaalt wijs maecken iemanden eenige saeke door persuadere alicui rem aliquam; bij Hooft bet. wijs worden nog inzien, leeren; en iemand iets wijs maken, hem overtuigen, doen begrijpen (Ged. II, 106); bij Bontekoe, bl. 20 komt iemand wijs worden voor in den zin van ‘iemand gewaar worden’. De tegenwoordige ongunstige bet. heeft de uitdr. reeds in de 18de eeuw, wellicht ook vroeger. Zie Halma, 787: Wijsmaaken, vroed makenGa naar voetnoot1), diets maaken, op de mouw spellen; maar ook: iets wijs worden, iets te weten komen (vgl. ik kan er niet uit wijs worden); Sewel, 972: Wys maaken, to persuade, to make one believe, to wheedle. In Zuid-Nederland kent men nog iets wijs zijn in den zin van ‘iets weten’ en iemand iets wijs zeggen in dien van ‘het hem verklaren’; De Bo, 1400; Waasch Idiot. 744. Ook iemand iets wijsmaken en uit iets wijs worden zijn in Zuid-Nederland (Schuermans, 863 a; Antw. Idiot. 1445) bekend. Vgl. ook fri. ik kin der net wiis ut wirde; immen hwet wiis meitsje; Woeste, 326 b; Galleé, 53 a; Molema, 473 b; Ten Doornk. Koolm. Hij 562 a en no. 422.

voetnoot1)
Iemand tets vroed maken komt in de 17de eeuw voor in den tegenw. zin van ‘iemand iets wijs maken’; zie o.a. Pers, 598 a.

Vorige Volgende