Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden
Afbeelding van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegdenToon afbeelding van titelpagina van Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (8.98 MB)

ebook (6.37 MB)

XML (5.27 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederlandsche spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

(1923-1925)–F.A. Stoett–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

2668. Zoutzak,

een sukkel, iemand zonder energie, aartsdomkop; eig. iemand die als een zak zout in elkander zakt, niet flink is. De benaming dagteekent uit de 16de eeuw; vgl. Kil.: Soutsack, homo tetricus, et tristis; Winschooten, 272: Een soutsak beteekend, een sak, daar sout in gedaan werd; dit werd ook op een log mens toegepast, als men seid: hij is maar een regte soutsak; sij sit als een soutsak; Westerbaen, II, 728: Ick het noyt geloven zouw dat so een houte klick en zout-zack van een vrouw gekust werd van haer man; Asselijn, de Dobbelaar, 171: Ziet hoe die jottoos en zoutzakken staan; Tuinman I, nal. 29: Hy is een rechte zoutzak. Zo zegt men ook, zy zit als een zoutzak. Dit past men toe op een loom, log en geestloos mensch, een houten Klaas; Halma, 815: Zoutzak, een traag mensch; Harreb. II, 81 a; Antw. Idiot. 1502: Zoutzak, lamme, logge, verdrietige mensch; fri. saltsek, een druiloor, een domoor. Vgl. het 17de eeuwsche drafzak, vuile vent.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken