Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De kronijk van Antwerpen. Deel 7. 1799-1802 (1935)

Informatie terzijde

Titelpagina van De kronijk van Antwerpen. Deel 7. 1799-1802
Afbeelding van De kronijk van Antwerpen. Deel 7. 1799-1802Toon afbeelding van titelpagina van De kronijk van Antwerpen. Deel 7. 1799-1802

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.18 MB)

Scans (29.17 MB)

ebook (3.11 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Editeur

J. Rylant



Genre

proza

Subgenre

kroniek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De kronijk van Antwerpen. Deel 7. 1799-1802

(1935)–Jan Baptist van der Straelen, Jan Frans van der Straelen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 208]
[p. 208]

1801

Januarij

Den 2 Januarij sag men een besluijt van den prefect van dit departement van 12 Nivose (ofte 2 deser) ten opsigte, van 't zoo genaemt Octroij municipal et de bienfaisance d'Anvers, in 't ligt verscheijnen, waarbij gezegt word:

dat den tarif gelijk dien nu is, niet genoegsaem kan voldoen aan de dringende noodwendigheden der armen en aen de communaele depensen van een onnaerlaetende en dringende noodzakelijkheijd en om de misslaegen die uijt de tauxatie en non tauxatie van verscheijde voorwerpen van consumptie etc. spruijten te voorkomen, besluijt het volgende:
Art. 1. - Te rekenen van den 15 Nivôse tegenwoordige maend (5 deser) de regten van octroij, tot onderstand aen de noodwendigheden der hospitaelen en aen de onkosten communales, opgeregt, sullen ingevoordert worden op de voorwerpen van consumptie in de uijtgestrektheijd der vijf sectiën der stad Antwerpen gelijk als volgt:
[pagina 209]
[p. 209]

Benoemingen der voorwerpen
onderworpen aen
de octroijrechten
Gewigten en maeten Regten van octroij in frans geld
Wijn en wijnazijn per ame Frcs. 20, - cent
Brandewijn en spiritus idem Frcs. 10, - cent
Gestookte genever idem Frcs. 6, - cent
Antwerpsche en vremde bieren idem Frcs. 4,50 cent
Kleijne Antwerpsche bieren idem Frcs. 1,50 cent
Bierazijn ditto Frcs. 2,50 cent
Wijnazijn per pinte Frcs. -,10 cent
Gestookte genever ditto Frcs. -, 3 cent
Brandewijn en spiritus ditto Frcs. -, 5 cent
Ossen per hoofd Frcs. 6, - cent
Koeijen idem Frcs. 4, - cent
Kalveren idem Frcs. 1, - cent
Schaepen ditto Frcs. 1, - cent
Lammeren ditto Frcs. -,75 cent
Verkens ditto Frcs. 1,50 cent
Vleesch bij het pond per pond Frcs. -, -, 1 ½ cent
Gezouten visch per pond Frcs. -, -, 1 ¼ cent
Versche visch 5 perc. van de waarde -
Hoeij en klaever, etc. per 100 pond Frcs. -,30 de 100 p.
Stroij p. 100 buss. v. 10 rond Frcs. -,75 de 100 l.
Haver per veertel Frcs. -,50 cent
Wishout per wisch Frcs. 1, - cent
Mutsaert per 100 Frcs. 1, - cent
Boschkolen per zak Frcs. -,15 cent
Steenkolen en houille per waeg wegend ontrent 144 pond Frcs. -,10 cent
Zeep per pond Frcs. -, 1 cent

Art. 2. - Het reglement van 25 Messidor van 't jaer 8 en de volgende, betrekkelijk tot het gesegde octroij van Antwerpen, worden agtervolgt, voor zoo veel zij niet en strijden met het tegenwoordig besluijtGa naar voetnoot(1).
Art. 3. - Het tegenwoordig besluijt zal in beijde de taelen gedrukt, aen de regtbanken toegesonden en aengeplakt worden waer het noodig zijn zal.
Gedaen te Antwerpen, den 10 Nivôse IX jaer van de Fransche Republiek.
(geteekent): C. HERBOUVILLE.
Den secretaris general: RICAILLE.
[pagina 210]
[p. 210]

Den 4 Januarij stierf den schepen Nanteuil en is den 6en smorgens op 't kerkhof te St Willibrords begraeven.

 

Den 5 Januarij smiddags en savonds wird er met het geluij der groote klok, het spel van den beijaerd en geschut van het canon, aengecondigt daer er 20 uren der stad Weenen eenen stilstand van wapenen tusschen den keijser en de fransche veldoversten gesloten was en dat den keijser verscheijde steden en sterktens tot onderpand moest overleveren. Dit was bij gevolg van eene nederlage die de keijzerlijke legers onderstaen hadden.

Deze droeve tijdinge bragt vele goede menschen in druk en agterdenken. Jae dit jaer nam wedrom een begin vol droefheijd voor menigen ongelukkigen mensch. De vervolgingen tegens degene in de onmogelijkheijd waren van hunne ongehoorde opgeleijde lasten, ik zeg de fonciere, personele, meubilaire en somptuaire contributiën, en degene op deuren en vensters gestelt te konnen voldoen, sag men daegelijks uijtwerken. Het zenden van garnizairen en contrainten was onophoudelijk. De meubelen van die ongelukkige inwoonders wirden opgeschreven, en is 't dat men de lasten met de daer op geresene onkosten, dewelke enorm waeren, dan nog niet seffens betaelden, dan wirden de meubelen schoon men daer tegens in reclame was, weggehaelt en naer de Vrijdagsche merkt gevoert en aldaer publiek verkogt en zulke verkoopingen zag men menigvuldig alle werkdagen, maer besonderlijk in 't beloop dezer maend.

 

Maer besonderlijk heden, den 15 dezer maend Januarij. Het was ook vandaeg dat er bijna eene tumulte uijt volgde; want niettegenstaende deze verkoopingen door soldaeten beschermt, wirden dezelve en de huissiers, die roepers speelden, alsook degene die dezelve bemoeijde, een slegte soorte van menschen, door de jongers elke reijse dat se een stuk verkoo-

[pagina 211]
[p. 211]

pen wilden, uijtgejouwt en na geroepen, dat den eenen den anderen niet verstaen konden, jae de soldaeten trokken hunne sabels en wilden onder den hoop slaen, maer wirden met steenen en vuijligheijd bejegent. De straeten van den omtrek der Vrijdagsche merkt af tot aen de Groote Merkt en elders waren vol volk en men vreesde met reden voor eenen oploop, en nog zooveel te meer omdat er van smorgens af al eenige commotiën hadden plaats gehad, naementlijk in de Borze- en Huijdevettersstraeten, alwaer de opschrijvers uijt de huijsen geslaegen waren; jae is 't dat sij deze ongehoorde en onverdraeglijke vervolgingen niet en staeken, dan zullen zij zeker de oorsaek zijn als er eenen oploop uijt voordkomen zal.

 

Den 24 Januarij hadden diergelijke verkoopingen en desorders wedrom plaets. Onverdraeglijk word men heden geplaegt.

Februarij

Den 5 Februarij tegen den middag wird den nieuwen aengestelden Maire van Antwerpen Jonr Jean E. Werbrouck, gebortig dezer stad, broeder van den choordeken onzer cathedraele, benevens sijne vier adjointen, door den prefect op het stadhuijs onder het geluij der groote klok en beijaerdspel geïnstalleert. Deze waeren bij besluijt der consuls geteekent te Parijs 9 Pluviose (29 Januarij laestleden) aengestelt. De municipaele bestieringe wird alsdan afgestelt en deze in hunne plaets aengestelt.

 

Den 11 Februarij. Bij besluijt van 22 Pluviose (11 Febr.) wird wegen sden Maire verboden van schaede ofte vuijligheijd te doen in het binnenste ofte tegen de mueren der borze; daer wird wegens den Maire verboden van schaede ofte vuijligheijd

[pagina 212]
[p. 212]

Omtrent dien tijd wirden de gaenderijen der Borze gewit, dewelke het genoegsaem noodig hadden, en daer wird er eenen persoon van stadswegen door toedoen der kooplieden om de vuijligheijd te beletten, gestelt.

 

Den 16 Februarij wezende vastenavond maendag, hoorden men van 11 uren voornoen af en voords den gantschen dag door het geluij der groote klok, beijaerdspel, jae door het geronk van 't canon van 't casteel en der schepen aengekondigt, dat den vrede tusschen den keijzer en de Fransche gesloten en geteekent was te Lunéville den 9 Februarij 1801, door Lodewijk Grave de Cobentzl en Joseph Buonaparte. Het tractaet bestaet in 19 artikels, waervan den 2en behelst:

Den afstand van de Nederlanden aen de Fransche Republiek, in het tractaet van Campoformio, word op plegtige wijse vernieuwt, etc.
Bij den 6en art. geeft den keijzer zoo wel in zijn naem, als in dien van 't Duijts rijk sijne toestemminge, dat de Fransche Republiek de landen aen den linker Rhijnoever in volkomene souvereijniteijt besitte etc.
Den 9en 10en art. betreft de schulden en de pretentiën der respectieve inwoonders van de afgestaene landen.
In den 11en art. worden de Bataefsche, Cisalpinische, Helvetische en Ligurische republieken herkent.
Den 19en art. segt, dat het tegenwoordig tractaet wedersijds binnen de 30 dagen of eerder geratificeert moet worden.

Dit tractaet wird met de trompetten langs de voornaemste straeten afgekondigt.

Deze onverwachte tijding baerde aen alle welpeijsende en goede menschen groote droefheijd, siende de schoone Nederlanden aen de Fransche natie overgelevert, aen eene natie sonder religie, die alle boosheden gedoogt, alle geleerdheijd verbant en den luijster en glorie der landen vernietigt heeft, en in tegendeel de inwoonders verdrukt en het geld onbehoorlijk

[pagina 213]
[p. 213]

afperst. Jae desen vrede wird bij vele welpeijsende voor den grondsteen van ons ongeluk aensien, want is 't dat onze landen aen de Franschen blijven, dan is er wel grootelijks te vreesen voor den ondergang van onze oude Roomsche catholike en apostolike religie, de religie van onse voorouders en ook voor den ondergang van onze landwetten en privilegiën door de keijsers, koningen, princen dezer landen toegestaen en besworen, jae dan mag men ons voor altijd ongelukkig agten!

 

De mommerijen en maskeraedens waren geduerende deze vastenavonddagen toegelaeten, dog alle kritieken en molastigheden waren verboden. Het geluij der klok over gemelde tijding benam de vreugd bij vele goede menschen.

Meert

Den 12 Meert is alhier door dese stad gebragt den Eerw. Heere Josephus Van der Saecken, gebortig dezer stad, pastoor van Assche bij Brussel, wordende in ballingschap gesonden buijten dese landen, enkelijk omdat hij tegen het koopen van geestelijke goederen gesproken had.

 

Den 18 Meert wird het besluijt van de Maire van 3 ditto door den prefect goedgekeurt, waerbij P.C. de Roij en Andreas Vermont, oude keurders van den gezouten haring, tot het keuren van alle soorten van visch alhier aengevoert wordende, aengestelt heeft. Hun wird alsdan eene ordonnantie ofte instructie voorgeschreven en ieder eene gagie van 150 francs te betaelen alle maenden door de casse der gemeijnte toegevoegt.

 

Den 24 Meert is den Eerw. heere A. Heylen, gebortig van Norderwijck, religieus en eertijds archivist der abdij van Ton-

[pagina 214]
[p. 214]

gerloo in de Kempen, en sedert de vernieting van die abdij, pastoor tot Oolen gestelt zijnde, gevangen en seffens tot aldergrootste droefheijd niet alleen van sijne goede en getrouwe schaepen, maer van alle geleerde en welpeijsende menschen, buijten sijn vaderland in ballingschap, gebragt, enkelijk op pretexte dat hij naedeelig was aen de republiek. Het is eenen seer geleerden man, die verscheijde schoone en curieuse schriften in 't ligt gegeven heeft, onder andere eenige historische verhandelingen over de opkoomste van het Kempenland, etc.; heeft differente prijsen in de academie der wetenschappen en schoone letterkunde te Brussel bekomen. Hij is ook eenen besonderen liefhebber der Nederlandsche oudheden en naementlijk in oude muntspeciën door onze vorige hertogen en princen geslaegen, waervan hij ook eene fraeije verzameling besit. Dezen goeden herder van sijne schaepen verwijdert, heeft in het vervolg het besluijt genomen van sig naer Roomen te begeven, alwaer hij in het Norbertinuscollegie den 4 Meij 1802, na eene ziekte van 2 dagen, in den ouderdom van circa 60 jaeren overleden is. Hij was van iedereen bemind en word daerom te meer beklaegt.

Men segt dat se nog op verscheijde pastoors en andere priesters uijt zijn om ze te vangen en in ballingschap te brengen, en dat naementlijk omdat deze volgens de grondwetten onzer religie hunne parochianten tot restitutie van gekogte geestelijke goederen, en tot betaelinge van de tiendens aengeraden hebben, hetwelk van sommige overgedraegen is.

 

De spraek ging alhier dat Jonr Petrus de Meulenaer, dien vermaerden kerkbreker, met eene groote partije van marmer, uijt de kerken hier en elders gerooft, waeronder die schoone bas-relieve en ciraeden van de konstige en kostbaere marmere capelle van O.L.V. in de kerk der Lieve Vrouwe Broeders alhier, daer ik hier boven breeder van geschreven heb, te schepe

[pagina 215]
[p. 215]

mijnende naer Engeland over te voeren, op die kusten schipbreuke zoude geleden hebben, en dat het schip met alle deze kostbaerheden zoude vergaen zijn, maer dat hij en nog eenige andere zouden gered geweest en in Engeland aengedreven zijn; wat er van is zal men naderhand wel hooren.

 

Den 27 Meert wirden de merckdagen, bij besluijt van den Maire de dato 15 Ventose (6 deser maend Meert) wedrom op de gewoonlijke dagen, te weten Swoensdags en Vrijdags gehouden, immers als die op geene Decadi of Fransche feesten quamen, welke tot nog toe alle 5 dagen hadden plaets gehad.

 

Den 30 Meert na middag, wird alhier door deze stad gebrogt eenen gevangen geestelijke persoon sittende in eene voiture, men segde dat het eenen religieus was der abdije van Heijlissen, onderpastoor van of omtrent Geldenaeken, zijnde, den welke gedeporteert wird, waerschijnlijk ook om de bovengemelde redens.

 

Dezen avond wird met het losbranden van 't canon op 't Casteel en op de schepen, ook met het geluij der groote klok en beijaerdspel aengekondigt, de ratificatie van den vrede tusschen den keijser en de Franschen gesloten te Lunéville den 9 Febr. 1801. Sanderdags met de sonnenopgang wird de vieringe op de zelve weijse aengekondigt. Alle de militaire en civiele overheden zig in de prefecture (Bisdom) vervoegt hebbende, gingen ten 12 uren in trijn naer het stadhuijs en hebben deze tijdinge aen het volk afgekondigt. Deze tijding was in eene opgehelderde proclamatie van Buonaparte of der consuls tot het volk de dato 29 Ventose, 9ste jaer (20 Meert laestleden) dewelke men in de gazetten leesde vervat. Eenieder moest den voorgevel van zijn huijs verligten, hetwelk uijt vreese gedaen wird, omdat de policiemeesters belast (waren)

[pagina 216]
[p. 216]

daerop te waeken. O, ongelukkige landen, waer is uwe religie de vrije oeffeninge der Roomsch catholike en apostolike religie? Waer is uwen ouden luijster? Waer zijn uwe geleerde mannen en uw geluk? Dezelve zijn verwijdert; jae van u verbannen en in tegendeel, alle ongebondentheden worden toegelaeten ofte gedoogt. O, schrikkelijke tijden!

April

Den 1 April zijn de Seer Eerw. Heeren Joannes A. Seerwart, Joan. Bapt. G. van Bomberghen, plebaens der cathedraele, Josephus Forgeur, en Hermannus Joseph Rosa, canoniken der zelve cathedraele en vicarissen van het openstaende bisdom van Antwerpen, bij den prefect van 't departement ontboden; dog wat daer verhandelt is, wird geensints publiek gemaekt, men segde dat het was om de pastoors en andere te beletten van over de restitutie der geestelijke goederen en het betaelen der tiendens het volk aen te moedigen en aen te raeden.

 

Den 7 April wirden er eenige casernen op 't Casteel begonst in staet gestelt te worden, voor het logement der troupen dewelke alhier verwagt worden. De wagthuijsekens ofte corps de garde aen de stadspoorten en degene buijten dezelve nog in wezen zijnde, wirden insgelijks in staet gebrogt.

 

Den 14 April, wezende Sondag, is de kerk der Spaensche Carmeliterssen op den Rogier alhier geopent, en dan zijn aldaer binnen het clooster op de choor der nonnen voor de tralie tegens de kerk, verscheijde missen in stilte gedaen. Naemiddag wird aldaer lof gedaen. Deze diensten wirden aldaer door de zorg en iever der kerkmeesters van de parochiaele kerk

[pagina 217]
[p. 217]

van St Joris, dewelke de heropening dezer kerk ten dien eijnde versogt hadden, en onder grooten toeloop van volk verrigt.

 

Op de zelve wijse wirden die goddelijke diensten in stilte hetzij in de sacristijen ofte elders in de andere geopende kerken en capellen nu sedert eenigen tijd ook onder grooten toeloop van volk gedaen en gedoogt, als in de kerk der P.P. Beggaerden in 't sacristij en daer nae op 't oxael voor de choor, en in die der Augustijnen op de choor der religieusen agter den hoogen autaer. Deze paters hadden hunne latijnsche scholen in dit clooster in stilte geopent en reeds verscheijde borgerskinderen aenveerd. God geve dat alles zijnen ouden luijster eens konde hervatten.

 

Bij besluijt van den Maire de dato 22 Germinal (12 dezer maend April) wird:

alle de oude bedienaers van officiën in deze departementen voorkomen, dat hij gelast is op te maeken een tafereel van alle de borgers deser gemeijnte, dewelke pretentiën te maeken hadden voor de besondere vereffening hunner bediening ofte officiën, en aensogt van hun voor den 15 Floreal (5 Meij toekomende) aen te bieden op den eersten bureau op het stadhuijs, ten eijnde van aldaer hunne titels te doen enregistreeren.

Dog niemand verwagte eenige vergoeding, maer men sag dit aen als eene verblinding en gewoonlijke bedriegarije.

 

Bij een ander besluijt van den Maire deser stad de dato 28 Germinal (18 April) wird geordonneert:

1o dat de kraemen ofte winkels die tusschen de pilaeren der Borze gestelt wirden geduerende de jaermerkten dezer stad, provisoirlijk op de Meir moeten geplaatst worden;
2o dat er nergens dan op de Meir kraemen zullen mogen geplaetst worden, uijtgenomen de potten en gelaesenwerk, dewelke op 't Groenkerkhof mogten blijven geplaetst worden;
[pagina 218]
[p. 218]
3o de andere kraemen die gewoonlijk op de borze tegens den muer staen mogen daer alleenlijk blijven.

Dit was omdat de borze nieuweling gewit was.

 

Den 21 April wird wegens den Maire op 't stadhuijs alhier aen de meest biedende op sekere conditiën, publiek verpagt het Bakkersveer, gelegen onder het dorp en heerlijkheijd van Cruijbeke, bestaende in een huijs, hof, stal, plaetse etc. met 318 roeden ploegland, alles aen deze stad competerende.

 

Ten zelven dage wird aldaer insgelijks en voor den tijd van ses jaeren den beir ofte drek der gemakken deser stad publiek verpagt. Denzelven is alsdan ingepagt door sekeren Andriessens en consoorten voor de somme van 12.825 francs sjaers. Den volgenden dag wird daerover een reglement, soo ten opsigte der borgers als van den pagter gemaekt.

 

Den 30 April arriveerden alhier eenige hussaeren van het 3e regiment.

Meij

Sanderdags 1 Meij omtrent den middag zijn er wel 2.200 man binnen gekomen, met hun veldmuziek komende van Straetsburg. Dezelve staen binnen eenige dagen naer Breda te vertrekken, maer wirden intusschen bij de borgers volgens gewoonte gelogeert. Deze zijn den 4 Meij naer Breda vertrokken.

 

Den 3 Meij zijn er omtrent 500 invalliden in deze stad aengekomen, welke in garnisoen op 't Casteel zullen geleijd worden, zoo haest de casernen in staet zullen zijn; sij wirden ondertusschen al wedrom bij de borgers geleijd.

[pagina 219]
[p. 219]

Den 4 Meij zijn er ontrent 150 uijtgewisselde crijgsgevangenen gearriveert, dewelke sanderdags naer Bergen op Zoom vertrokken zijn.

 

Den 19 Meij zijn er wedrom wel 1.800 man voetvolk ingekomen welke voor vijf dagen bij de borgers geinkwartiert zijn. De kwaedaerdigheijd van vele deser soldaeten en als gesterkt zijnde door den commandant der stad, die eenen der ernstigste republikaenen is, en geen kwaed der troupen aenhooren wild, heeft vele desorders veroorsaekt.

 

Den 22 Meij vertrokken er eenige hussaeren.

Junij

Den 12 Junij is den heer Rodden, senateur der directoriaele Hansestad Lubeeck, na alhier in eene lange onderhandelinge met den alhier residerenden agent der Hansesteden Dheer van Paesschen, onder het besigtigen van het Oostershuijs en over de noodige maetregels tot het in staet brengen van het zelve ten dienste van den koophandel, geweest te hebben, met zijn gevolg naer Parijs vertrokken, om met de andere gezanten der Hansesteden, hun aldaer reeds bevindende een tractaet van commercie met het Fransch gouvernement te sluijten.

 

Den 19 Junij sag men wegens den prefect bekent gemaekt eene waerschouwinge aen de conscrits der vijf classen van het jaer 7 van dit departement, die het bekomen van hun ontslag verzuijmt hebben, seggende:

dat hun de middelen gegeven zijn van sig te doen remplaceeren, alsook om hun ontslag te koopen voor 300 francs, en dat de behoeftige het voor niet bekomen;
[pagina 220]
[p. 220]
dat sij alle versuijmt hebbende, sij hun nog twee maenden toe staet om daer aen te voldoen en dien tijd overstreken zijnde, dat sij aen hun zelven de gevolgen zullen te wijten hebben.

Bij proclamatie van den prefect van dit departement van 6 Messidor (25 Junij) wird aengecondigt:

Dat ingevolge een besluijt der consuls der republiek van 13 Brumaire laest, de nieuwe maeten in de geheele republiek zullen verbinden met 1 Vendemiaire, 10ste jaer (23 September toekomende).
Dat hij gestrengelijk de hand houden zal aen de uijtvoeringe van die schikkinge op de openbaere merkten en niet toelaeten dat, onder welk voorwendsel ook, de graenen aldaer gemeten worden met de oude maeten etc.

Het gemeld besluijt der consuls bestond in 10 artikels, bij den 2en was de benoeming van deze maeten en gewigten voorgeschreven aldus:

Systematique maeten Vertaeling Weerde
Reijsmaeten (Itinéraire).
Myriameter zal mogen vertaelt worden door ure gaens 10.000 meters
Kilometer Mijle 1.000 meters
Maeten van uijtgestrektheijd (de longueur).
Decameter   10 meters
Meter Roede grond eenheijd der maeten en gewigten, tien mael hondert duijsentste deel van den aerdschen Meridiaen.
Decimeter Handspan 10e van den meter
Centimeter vinger 100e van de nmeter
Millimeter trek 1000e van den meter
Landmaeten (agraire).
Hectare gemet 10.000 m. in 't vierk.
Are roede in 't vierkant 100 m. in 't vierk.
Centiare meter in 't vierkant  

[pagina 221]
[p. 221]

Holle maeten
voor de natte waeren
(de capacité
pour les liquides).
Decaliter veertel 10 decimet. in 't vierk.
Liter pint decimeter in 't vierk.
Deciliter glas 10e van den liter.
Holle maeten
voor de drooge waeren
(capacité pour
les matières sèches).
Kiloliter Moken 1 m. in 't vierk. oft 1000 dec. in 't vierk.
Hectoliter Mud 100 decimeters in 't v.
Decaliter Schepel 10 decilit. in 't vierk.
Liter Pint deciliter in 't vierkant
Maeten van soliditeijt (de solidité).
Sterre - meter in 't vierkant
Decistere Ribbe 10e van den meter in 't vierkant
Gewigten.
- - - - - - - Duijzend 1000 pond (gewigt van 't zeevat)
- - - - - - - Quintal 100 pond
Kilogramme Pond gewigt van 't water onder de uijttrekking van den decimeter in 't vierkant, houd 10 oncen
Hectogramme Once 10e van 't pond, houd 10 gemeten
Decagramme Groot 1e van d'once, houd 10 penningen
Gramme Penning 10e van 't groot, houd 10 aezen
Decigramme Aes 10e van den penning

Julij

8 Julij. Bij een besluijt van 8 Julij (18 Messidor) wirden de borgers deser stad wegens den Maire aensogt van het puten brandgeld en de agterstellen derzelve te betaelen, aen den persoon tot deze invoorderinge door hem aengestelt, om daeruijt de wijkpompen, brandspuijten, eemers, leeders en alles

[pagina 222]
[p. 222]

wat tot het brandblussen noodig is en tegenwoordig in de alderslegste gesteltenisse zijnde, te konnen hermaken en in hunnen vorigen staet te brengen om in tijd van noode tot het stutten van die verschrikkelijke geesel te konnen gebruijkt worden. Den persoon daertoe aengestelt was Dheer Joannes Lefever, drossaert geweest hebbende van Merxem en thans van sijn officie berooft; dog of het zal uijtgewerkt worden staet te besien.

 

Den 8 Julij wird wegens den maire bekent gemaekt, dat in gevolge een besluijt der consuls van de republiek van 27 Praireal (16 Juni laetst:

de twee jaermerkten deser stad voortaen plaets hebben zullen, te weten, de eene van 27 Floreal tot 27 Prairial, dat is van 17 Meij tot 16 Junij; en de andere van 28 Thermidor tot 28 Fructidor, dat is van 16 Augusti tot 15 September van ieder jaer.

De kraemen mogten in 't vervolg wedrom in twee reijen op de borze gestelt worden, hetwelk de laetste reijze belet geweest hadde.

 

Den 14 Julij wird alhier geviert, eendeels over den verjaerdag van het innemen der Bastille, 14 Julij 1789, benevens het sluijten van den vrede op 't vasteland. Deze feest was savonds te voren, met het luijden der klok, beijaerd en geschut van 't canon aengekondigt. Deze feest ging de goede borgers weijnig ter herten, eenieder moest den voorgevel van zijn huijs verligten, hetwelk bij vele uijt vreese gedaen wird.

 

Daer waren dien dag met het schieten van den vogel op de Casteelplijn drij silvere prijsen te winnen, te weten: een porte bouteille, 2o eenen suijkerpot, 3o eenen mostaerdpot en peperbus.

[pagina 223]
[p. 223]

Savonds wird er een vuerwerk op de Groote Merkt voor 't stadhuijs afgeschoten.

 

15 Julij. Schrijver voegt hier aen toe het druksel: Concordaet. Overeenkomste tusschen 't Fransch gouvernement ende Zijne Heijligheijd Pius VII, gedrukt tot Mechelen 1802.

 

Den 20 Julij wird wegens den maire ingevolge het besluijt van den prefect de dato 23 Praireal (12 Junij laest) aen den minst biedende aenbesteed het ontfangen, zoo van de grond, personele, meubilaire als sumptuaire lasten voor het jaer 10.

Het aendeel der stad Antwerpen in grondlasten voor het jaer 10 is vastgestelt op francs 285.054,92 cnt.
En in personele en mobilaire lasten voor het zelve jaer francs 143.697,89 ½ cnt.
  _____
Sonder het sumptuaire francs 428.752,81 ½ cnt.

Sondag den 26 Julij is de capelle van den H. Martinus binnen de abdij van St Michiels alhier, in den hof bij de kerk der zelve abdije geopent. De goddelijke diensten wirden aldaer aen den autaer verrigt. Smorgens waren daer verscheijde missen, na middag was er sermoen en lof. Geduerende deze diensten wirden uijt voorzorg de deuren van den hof toegedaen, zoodat er niemand in of uijt konde gaen, voordat dezelve geijndigt waren.

Deze capelle is zeer oud en men segt dat den H. Norbertus in dezelve het Heijlig Sacrificie der Misse aen den Almogenden heeft opgeoffert. Nevens den autaer las men onlangs wederseijds op twee tafereelen het volgende:

 
't Is nu al vijfhondert jaer
 
en wel tachentig geleden
[pagina 224]
[p. 224]
 
dat Norbertus onse Vâer
 
Tanghelinum heeft bestreden
 
hier in dese plaets gestaen
 
en de Roomsche Mis gedaen
 
Menno Luter en Calvien
 
waeren doen nogh ver te soeken
 
waeren doen nog niet te sien
 
schuijlden in onsightbre hoecken
 
maer de vierde eeuw daer naer
 
quaemen sij in 't openbaer
 
anno 1700.
 
 
 
Hic a seclôrum
 
lustris liberavit ad aras
 
Sanctus Norbertus
 
munera grata Deo
 
flores cum lacrymis
 
offer devotaque
 
fide quisquis ades
 
sacris oscula
 
luminibus.

In de vensters boven den autaer sag men de wapens deser abdije en van den abt derzelve, D. Dionysius Feyten, ten jaere 1596 aldaer gestelt. Voor deze capelle was de schole daer door de Lectores lesse gegeven wird. Dezelve was met eene schoone boiserie en marmoren vloer verciert.

 

Daer was onlangs alhier eenen municipaelen raed gekosen en aengestelt welk over sommige stadssaeken op 't stadhuijs vergaederden; denzelven bestond uijt verscheijde treffelijke personen deser stad. Dezen municipaelen raed was ingevolge een besluijt van den prefect van dit departement van 6 Praireal (26 Meij laestleden) op 't stadhuijs bijeen geroepen en

[pagina 225]
[p. 225]

vergaedert over verscheijde voorstellen ten opsigte van de Cellebroeders deser stad, waerop den 1 Augusti hunne opinie behoorlijk onderteekent in de Fransche taele geschreven ten voordeelen van deze broeders overgegeven hebben, luijdende aldus:

Opinion du conseil municipal de la ville d'Anvers, sur la nature et destination des biens des Alexiens ou Frères Cellites de la dite ville.
Le conseil municipal de la ville d'Anvers assemblé en vertu de l'arrêté du Préfet de ce Département en date du 6 Prairéal dernier pour délibérer:
1o Sur l'institution et le but primordial et contenu de la corporation des Alexiens.
2o S'il est constant que dans tous les temps, les biens des Alexiens ont été assimilés aux Hospices et Maisons de charité.
3o Si cette institution peut être considérée comme celle des Béguinages;
S'est occupé de recueillir les renseignements suivans sur la demande qui lui en a été fait.
Les AlexiensGa naar voetnoot(1) ou les Frères Cellites arrivèrent de l'Allemagne à Anvers au commencement du 14me siècle. Leur institut primitif étoit de soigner les malades et d'ensevelir les morts, et exclusivement les pestiférés. Ils n'avoient point alors de domicile fixé, ils alloient en venoient de ville en ville où ils y exercoient les actes de charité.
En l'an 1345 un négociant Allemand, nommé Henry Suyderman, voyant avec satisfaction que des personnes laïques de sa nation, connues alors sous le nom de Matemannen et Matewijven, puis de frères et soeurs cellites et enfin ceux d'Alexiens, soeurs grises et soeurs noires, et désirant pour le soulagement de l'humanité souffrante les fixer à Anvers, leur y donna un domicile fixé et permanent. Il leur assigna à cet effet diverses propriétés et nommement aux Alexiens dans la rue dite ZuerstraetGa naar voetnoot(2), qui étoit
[pagina 226]
[p. 226]
alors à l'extrémité de la ville, et aux soeurs noires, hors la Porte aux Vaches.
L'institut primitif et le but des congrégations des Frères et Soeurs Cellites étoient les mêmes, ils ne differoient qu'en ce que les Matemannen s'étoient voués au service des hommes et les Matewijven à celui des femmes.
Henry Suyderman fonda les uns et les autres en même tems, les titres de leur fondation sont de la même teneur, et portent la même date, tant de l'an que du jour. Le contrat en fut passé par devant le magistrat d'Anvers et Suyderman voulant que cette congrégation fut sous la surveillance et la direction de trois curateurs laïcs, qui avoient le droit d'en expulser les membres, qui mèneroient une vie déréglée.
Cette curatelle a été dévolue depuis au magistrat d'Anvers. Le décret du sénat en date du 21 janvier 1558 ci-joint sub. No 1 en est une preuve suffisante, le magistrat y trace leurs devoirs et taxe leur salaires. Leur institut primordial fut donc séculier. Ce ne fut qu'au milieu du 15me siècle qu'ils obtinrent du Pape Pie II, la permission de faire des voeux, mais ses voeux n'étoient pas obligatoires et ne peuvent sous aucun rapport les faire considérer comme les autres corporations religieuses, dont les membres y étoient rigoureusement astreints. La Bulle du 3 janvier 1458 ci-jointe no 2, porte formellement: Concedimus vol. ...... ut... possitis... quicumque exvobis... voluerunt. Les Alexiens étaient donc par le texte même de la bulle, libres de faire ou de ne pas faire des voeux, et ces mêmes voeux à proprement de conduite morale. La bulle précitée renferme un détail de leurs actes de charité et ne dit pas un mot qui tende à les assujettir au culte régulier, jamais les Alexiens n'ont été des prêtres et même ils n'ont jamais été admis aux processions du clergé, leurs fonctions ont de tous tems consisté et consistoient au moment de leur suppression à garder et soigner les malades, et dans le tems de peste et d'épidémie, le magistrat a toujours eu le devoir de reléger les pestiférés dans les maisons des Alexiens et de les obliger à les y soigner vivant, et à les enterrer après leur mort. Il est donc incontestable que les Alexiens étoient assujettis à une discipline intérieure; ainsi que toutes les autres maisons-Dieu, vulgairement appellés Godshuijsen.
Les lettres scabinales en date du 1497 et 1591 appellent les
[pagina 227]
[p. 227]
maisons des hospices Godshuijsen, et alors on désignoit les couvens qui n'exerçoient qu'indirectement des actes de bienfaisanses sous le nom de Clooster, ou couvent ou cloître; dans aucun acte le nom de Clooster ne fut donné aux Maisons des Alexiens, mais partout celui de Godshuijsen ou Maisons Dieu.
Il est prouvé et même de nos jours on a vu qu'ils ont toujours eu dans leurs maisons des locaux séparés dits infirmeries des pestiférés, ils ont de tous tems été chargés d'ensevelir et d'enterrer les morts, leur salaire est fixé par le décret du sénat du 1 janvier 1558, et ils y sont tenus de rendre gratis les derniers services aux indigens. Ils sont obligés en outre de recevoir dans leurs maisonsGa naar voetnoot(1) les frénétiques, les maniaques, les insensés et les mauvais sujets, que le magistrat y envoie par forme de correction, et dans ce cas la pension est réglée et déterminée par l'autorité civile seule compétente. Ce sont des faits incontestables, puisqu'ils viennent d'exister sous nos yeux.
Conséquemment d'après l'analise des titres et pièces relatifs aux Alexiens, rapportés et comptés par l'estimable analiste Anversois Diercxsens, dans son Antverpia Christo Nascens et Crescens, édition de 1773 et sur la véracité desquels personne n'a encore élevé le plus léger doute, il est constant:
1o que les Alexiens ont été dans tous les tems assimilés aux hospices et maisons de charité par le véritable objet de leur institution et par leurs actes qui sont les mêmes sous le rapport de l'exercice;
2o que les Alexiens de même que l'hôpital de St Elisabeth avoient des infirmeries pour les pestifiés et pour toutes sortes d'épidémies; qu'ils avoient un service intérieur et que leur service extérieur n'a jamais détruit l'obligation, où ils étoient de recevoir dans leurs maisons les citoyens attaqués de maladies dont la malignité en se propageant, pouvoient causer de ravages énormes dans la société;
3o que les insensés et les frénétiques autre sorte de malades étoient accueillis dans leur hospice, afin que l'ordre et la tranquilité sociale ne fussent point troublés;
4o qu'ils étoient sous la surveillance et l'autorité immédiate et
[pagina 228]
[p. 228]
unique du Magistrat, ainsi que tous les autres hospices; nommés alors Maisons Dieu, et de plus administrées par des curateurs laïcs choisis par le même magistrat;
5o enfin que dans tous les temps les Alexiens ont été assimilés aux hospices de charité et que cette institution doit être considérée comme toutes les autres institutions de bienfaisance nommés Godshuijzen ou Maisons Dieu.
Les Alexiens de Bruxelles et peut-être ceux de toutes les autres villes de l'ancienne Belgique ont déjà été maintenus dans la jouissance paisible de leur propriété, qui ont été considérés comme biens d'hospices. Le gouverneur même a déclaré que les Béguinages devoient être vus sous les mêmes rapports, et que leurs biens étoient inaliénables.
D'après ces considérations le conseil municipal se persuade aisément qu'il entreviendra en faveur des Alexiens d'Anvers une détermination aussi équitable que celle qui a eu lieu pour les autres institutions. Ils se reposent au reste avec la plus grande confiance sur la justice du gouvernement qui marque à chaque instant le désir bien prononcé de soutenir les respectables droits du pauvre.
Ainsi fait et rédigé en séance du conseil général en l'hôtel de la Mairie d'Anvers le 13 Thermidor an 9.
Signés: J.J.C. van Pruijsen, J. van Praet, J.B.F. Basteijns, Laurent Solvijns, Joseph van Cantfort, N.B. Beeckmans, H.J. Geelhand, Alphonse Vervranghen, Norbert Pelgrims, François M.J. Mols, C. Lunden Ullens, Jean E. Werbrouck, prést, Jacobs Nic. Diercxsens, Paul Moretus, Jean F. van Hal, Jacqs Fr. Janssens, Louis Gobart, Jean Jacqs Moretus, P.J. Rensen, H.J. Botermans, Joseph Morel, J. Huijbrechts, C. van Asten, Jacques Dirven, Henry de Smedt, ...... Neef et C.J. Claessens

Augusti

Den 3 en 4 Augusti 1801 wirden de schippersjongens ten

[pagina 229]
[p. 229]

allen kanten opgesogt door de militaire en met geweld jae gebonden van de schepen en elders weggehaelt en op 't groot in 't midden der Schelde liggende gebrogt, en van daer naer Duijnkerke gevoert om op de schepen gestelt en tegens de Engelsche gebruijkt te worden. Dit bragt eene groote verslaegenheijd onder de schippers, vele jongens waren op de vlugt of verstaken sig uijt vreese.

 

Bij besluijt van den Prefect van 27 Thermidor (9 dezer maend Augusti) wirden de kooplieden, fabricanten etc. gewaerschouwd, dat alle dezelve sig van de nieuwe maeten en gewigten moeten voorsien; alsoo den gestelden tijd van die te moeten gebruijken naerdert; ofdat hij hun daertoe dwingen zal. Dog niemant liet zig aen die nieuwigheden die seer moeijlijk, jae aen eenieder seer vremd voorkwamen, weijnig gelegen, en het zal sekerlijk niet als met geweld zijn dat de zelve zullen in gebruijk konnen gestelt worden.

 

Den 23 Augusti is den Eerw. Heere Petrus van den Perre, gebortig van Antwerpen, abt der abdije van St Salvator, geseijt Peeter Pots, binnen deze stad, in het clooster der Cellebroeders alhier in den ouderdom van ... jaeren overleden en is den ...... ditto tot ...... begraeven, de abbatiale weerdigheijd sedert 1774 bekleed hebbende, gelijk op dit jaer aengeteekent is. Desen man was als kints en daerom bij de Cellebroeders bestelt.

September

Bij besluijt van den Prefect de dato 18 Fructidor, 9ste jaer (5 September) wirden alhier ingevolge een besluijt van den minister van binnenlandsche saeken te Parijs, van 14 Prairial (3 Junij laestleden):

[pagina 230]
[p. 230]
Alle kooplieden, manufacturiers, konstenaers en in 't algemeijn alle de borgers wiens kundigheden hen reccommandabel maeken, uijtgenoodigt om aen den Raed van Commercie, die tot hier toe bijeenkomt in eene der zaelen van de Prefecture, mede te deelen alles wat dienen kan tot verbeteringe van den staet des koophandels en manufacturen.
Den Raed van Commercie bestaet uijt volgende personen, te weten: Jacob. Nic. Diercxsens; Joseph de Broëta; Nicolas Werbrouck; G. Kreglinger, den oudsten; Jos. Ant. Theod. Cambier-Kannekens; Peeter de Heyder.

Het straetslijk en vuijligheden sedert langen tijd ten profijte der stad niet meer verpagt zijnde, maer door eenieder mogende opgeraept wordende, was eijndelijk door den maire bij sijn besluijt van 21 Thermidor (9 Augusti laest) aen S. van den Dries, wonende op 't Schelleken, en ter uijtsluijting van alle andere, voor sekere somme voor den tijd van drij jaeren verpagt geworden, hetwelk bij placcaert van 25 Thermidor (13 Augusti laest) gepubliceert is geweest; maer alsoo er eenige tegen hadden gestelt, wird door den maire verboden, bij besluijt van 19 September, van in 't toekomende den eijgendom verkregen door den voorse van den Dries, aen te doen, voorkomende de overtreders voor de tribunaelen te vervolgen.

October

Den 6 October om 2 uren naermiddag, wird met het geluij der groote klok, geschut van 't canon, alhier aengekondigt, dat dat de vredens preleminairen tusschen Engeland en Vrankrijk den 9 Vendemiaire (1 deser maend October) tot Londen geteekent waren. In den naemiddag wird het geluij der klokken en geschut der canons herhaelt.

 

Den 11 October sag men wegens den Prefect alhier alomme

[pagina 231]
[p. 231]

aengeplakt, dat den vrede tusschen Vrankrijk en Portugael den 7 Vendemiaire (29 September laestleden) tot Madrid geteekent was.

 

Den 12 October was er wegens den Maire deser stad een reglement ten opsigte der policie, aengeplakt, bestaende wel in 92 artiekels; alle de ambagten, stielen en neringen wirden er in aengeraekt en sommige ook benaedeelt, zoo dat er verscheijde klagten tegens gedaen wirden. Daerbij wird ook geseijd, dat alle kooplieden, winkeliers etc. zig van de nieuwe Fransche maeten en gewigten moeten voorsien. Jae ingevolge den art. 7 derzelve wird het kloksken geseijd de Grand-mère het ¼ na 10 uren volgens oude gewoonte wedrom geluijd, hetwelk sedert ......... niet meer geschied was, om eenieder te waerschouwen van sig ten 10 ½ uren uijt de herbergen te vertrekken. De postklok wird desen avond het ¼ voor 8 uren insgelijks voor de eerste reijse geluijd om aen te condigen dat de poort ten 8 uren nog altijd gesloten wird. Deze placcaerten wirden den 13 met trompetten langs de straeten uijt afgecondigt, dog lang zijnde, laet ik die hier agter, verder te melden.

 

Den 15 October, wesende den feestdag der H. Moeder Theresia, welken feestdag met eene octave in de kerke der Ongeschoende Carmeliterssen op den Rogier, door de kerkmeesters van St Joris, welke deze kerke thans gebruijken als op sijne plaetse gesegt is, zeer solemneel en onder grooten toeloop van volk geviert. De Goddelijke Diensten wirden binnen op de choor der religieusen verrigt. De nonnekens, laest in de Korte Clarastraet, bij de Borze, gewoont hebbende, waren den 6 deser maend wedrom in hun clooster komen wonen, hetwelk op ............ verkogt zijnde, en alsdan ten hunnen behoeve imgekogt was. Het was nu de tweede reijse, dat deze goede Nonnekens in hun clooster terugkeerden, eens ten jaere 1790,

[pagina 232]
[p. 232]

gelijk alsdan breeder gemeld is, en nu. Sij hadden in dien tusschientijd altijd bij malkaer onder hunne Overste gewoont, en de cloosterlijke ordonnantiën, op 't alderheijligste met grooten iever en vleijd en voor zoo veel hun mogelijk was, onderhouden; jae noijt sag men hun op de straeten; sij zijn ook van alle welpeijsende menschen uijterlijk bemind. Daer waren verscheijde treffelijke dogters deser stad, welke solliciteerden om bij hun aenveerd te worden. Twee zijn er in 't vervolg door hun aengenomen, dog onder den titel van kostdogters, te weten: de godvrugtige Jonfr. Francisca van Welhuijsen, dogter van Dheer en M. Petrus Josephus van Welhuijsen, schepen dezer stad, er de Jonfr. De Meijer en ......... Dellafaille, dogter van Jonr Dellafaille en van vrouwe ......... de Richterich. Deze staen nog door andere gevolgd te worden.

Dese en de Capucinerssen zijn de eenigste religieuse gemeijntens, dewelke naer hunne verjaeging, alle bij malkander vereenigt gebleven zijn. Deze laetste wonen tegenwoordig in de Fondatie van Jonf. Gratiana van den Hecke, geseijd de Pastoorsschool ofte Capuijntiens, over St Joriskerk, alwaer sij hunnen Heer en Schepper in de eenigheijd dienen, hunnen regel en de kloosterlijke ordonnantiën zoo veel mogelijk onderhouden; sij gaen ook niet uijt.

 

De huijdevetterscapelle in de Huijdevettersstraet was onlangs ook geopent, en de Goddelijke Diensten wirden daer ook op de selve wijse als in de andere kerken, en capellen, door geene beëedigde priesters bedient wordende, verrigt.

 

Den 19 October is de 18e halve brigade fransche troupen van Bergen-op-Zoom hier aengekomen, hunnen weg naer Rijssel voordsettende. Den volgenden dag opgevolgt wordende door de 55ste halve brigade, welke op Rouanen marcheerden. Dog eerst bij onze borgers vernagt hebbende.

[pagina 233]
[p. 233]

Den 31 October savonds om half 8 uren, hoorden men het geluij der groote klak van St Andrieskerk, tot een ieders verwonderinge; niemand wiste wat zulks beduijde; dit geluij wird sanderdags om half 11 uren herhaelt, en dan hoorden men seggen dat het was om aen te kondigen dat ten 11 uren eene Misse door den beëedigden priester ......... Timmermans zoude gedaen worden, over den gemaekten vrede, waernae den Te Deum gesongen wird onder het herhaeld geluij. Dog alsoo het scheen dat se geene permissie hadden om te luijen, wird er seffens wegens den Maire verbod gedaen en het geluij wird opgehouden.

November

Sondag den 8 November, feestdag van O.L. Vrouwe Geborte, arriveerden den Prefect, onder het geluij der groote klok, spelen van den beijaerd en schieten van 't canon, vergezelt van den Maire, en hunne secretaris, onder escort van huijssaren, gendarmen, etc. en met het Turkx muziek.

Savonds om 6 uren wird door het luijden der groote klok, beijaerdspel en geronk van 't canon, de feest van den volgenden dag aengecondigt, te weten: de feest van den Vrede.

 

Den 9 November (wezende volgens den franschen stiel den 18 Brumaire) smorgens ten 8 uren wird met het geluij der groote klok, beijaerdspel en geschut van 't canon van 't Casteel en der schepen de voorse feest aengekondigt, wordende van ure tot ure herhaelt, tot savonds 6 uren, als wanneer eenieder sijn huijs verligten moeste. Den toren der cathedraele was op 't sop verligt, waerop in ligtende letters gelesen wird: Vive Bonaparte. De prefecture (bisdom), het huijs der gemeijnte (stadhuijs) en de mairie in de Cloosterstraet, de Borze en de huijsen van fransche bediendens waren geheel verligt. Daer

[pagina 234]
[p. 234]

waren smiddags veldexcerciciën en spelen in 't vuer op de Casteelplijn, dit geeijndigt zijnde ontrent 3 uren namiddag, hebben de Prefect, Maire, Etat-Major, en andere bedienden sig naer 't stadhuijs vervoegt, alwaer de tafel voor 80 personen gereed en in order was ter gelegentheijd van dezen feest. In het midden der Borze was eene zuijlnaeld opgeregt waerop verscheijde inscriptiën te lezen waren, welke mij van geen belang schijnen van hier te boeken.

 

Den 17 November is den Eerw. Heere Antonius van Bedaf, pastoor van St Willibrords buijten deze stad overleden.

 

Den 20 November had men alhier de droeve tijding dat den Zeer Eerw. en Edlen Heere Jos. Fr. Engelbert Werbrouck S.F.D. choordeken der cathedraele deser stad, den 17 deser savonds tot Yselstijn in Holland in den ouderdom van 49 jaeren overleden was. Dezen ootmoedigen en ieverigen man dede aldaer de bedieninge van onderpastoor, en men segt dat hij eene beregtinge bij eenen seer gemeijnen mensch met heete koortse eene quade siekte besmet, zoude gedaen hebben, jae dat hij dezen man zelfs zoude verschoont hebben en daer door deze kwaede siekte zoude gevat hebben, aen welkers gevolgen hij overleden is; wordende aldaer zoowel als hier van alle welpeijsende grootelijks beklaegt, te meer aengezien hij ten allen kanten uijtermaeten bemind was. Men segt dat het volk aldaer ten tijde van sijne begraeffenisse, stukken van sijne kleederen wilden hebben om te bewaeren, even alsof hij eenen heijligen was. Daer wirden in onze kerken bij beurt lijkdiensten tot laeffenisse van sijne ziele gedaen.

 

Den 20 November wirden de prijsen op de school der heelkunde, door den Prefect uijtgedeijlt.

[pagina 235]
[p. 235]

Den 21 November wird den haen van O.L. Vrouwtoren afgedaen om hermaekt en opnieuw vergult te worden.

 

Men zag alhier ondertusschen een besluijt van den Prefect de dato 14 Fructidor, 9ste jaer (1 September laest) aengeplakt, inhoudende het reglement voor den ontvangst van de nieuw opgestelde lasten, onder den naem van 't Octroij municipael en van weldaedigheijd der stad Antwerpen; het zelve bestaet uijt 61 artikels, te lang om hier bij te voegen. Bij dit reglement was eenen tarif der regten die op de voorwerpen van consumptie in de uijtgestrektheijd der vijf sectiën van Antwerpen, om te voldoen aen de municipaele en communaele onkosten, en die der gasthuijzen, zullen ontfangen worden, gevoegt, aldus:

[pagina 236]
[p. 236]

Benoeming der voorwerpen
onderworpen aen
de octroijrechten
Nieuwe maeten Maeten van Antwerpen Frans geld Brabants Court
Wijn en wijnazijn voor eenen hectoliter 72 pott. 536/687 van een pot fr. 15,- 8, 5, 4 ½
Brandewijn, spiritus en liqueur ditto ditto fr. 20,- 11, -, 6
Genever idem ditto fr. 5,- 2,15, 1 ½
Antwerpsche en vremde bieren ditto idem fr. 3,50 1,18, 7 1/26
Kleijn Antwerpsch bier, waervan de weerde van 1 hectoliter niet boven de 2 fr. is idem ditto fr. 1,25 -,13, 9 3/8
Bierazijn idem idem fr. 1,50 -,16, 6 1/20
Wijn en wijnazijn per fles voor eenen liter 500/687 v. 1 p. fr. -,16 -, 2, 5 53/500
Genever idem idem fr. -,06 -, -, 7 469/500
Ossen per hoofd - fr. 6,- 3, 6, 1 4/5
Koeijen idem - fr. 4,- 2, 4, 1 1/5
Kalveren en schaepen ieder idem - fr. 1,- -,11, - 3/10
Lammeren idem - fr. -,75 -, 8,3 9/40
Verkens idem - - fr. 1,50 -,16, 6 9/20
Gesneden vleesch voor 1 kgr. 2 634/4683 p. fr. -,03 -, -,3 696/1000
Droogen en zouten vis 5 per cent der weerde - - -
Alle soorten van wisen halfhout voor 1 sterre 1 27/100 wisch fr. 1,- -,11, - 3/10
Mastenhout idem idem fr. -,50 -, 5, 6 3/20
Alle soorten van mutsaert de 100 - fr. 1,- -,11, - 3/10
Boschkolen voor 1 hect. 1 ½ zak fr. -,20 -, 2, 2 46/100
Steenkolen idem 1 163/800 razier fr. -,13 -,51,5 199/1000
Zeep 1 kilogr. 2 634/4683 p. fr. -,03 -, -,3 169/1000
Hooij, klaver, etc. 50 kilogr. 106 2602/4683 p. fr. -,30 -, 3, 3 69/100
Strooij 100 busselen v. 4 ½ kilogr. 960 4320/4683 p. fr. 1,- -,11, - 3/10
Haver 1 hectoliter 1 821/6400 veert. fr. -,40 -, 4, 4 92/100

[pagina 237]
[p. 237]

Ingevolge het voorse reglement waren seven comptoiren voor den ontfangst aengestelt, te weten:

 

het 1ste aen het Bieraccijs of Citernebrug;
2e aen de Werf;
3e aen St Jorispoort;
4e aen de Kipdorppoort;
5e aen de Roodepoort;
6e aen de Slijkpoont;
7e aen de Kroonenborgpoort.

 

Daer en boven waren er nog twee comptoiren:

1ste een tot Berchem;
2e een tot Borgerhout,

 

waeren toegevoegde der poorten van St Joris en Borgerhout. Alle deze ontfangers, franschen, lieten niet binnen komen subject aen eenige regten, sij visiteerden alle voituren op 't nouwkeurigste, en deden sonder eenige genaeden dezelve tot hoogsten en somtijds de enorme boete betaelen.

 

Den 23 November snagts was er seer veel militair in de wapens binnen dese stad, ook zijn er uijtgetrokken naer de Marckgraeveleije en Kiel, ter oorsaeke dat er verscheijde brandbrieven geschreven waren, onder andere aen sekeren hovenier op 't Kiel Deckers genaemt van 84 kroonen, welke hij dien nagt aen de nieuwe halve maene op 't Kasteelveld leggen moest; eenen anderen aen den Heer van Bouchout van 87 kroonen welke aen de Herenthalsche vaart moesten geleijd worden etc. Verscheijde wirden gevangen op suspicie. Zoo zag men, dat de schelmstukken al verder en verder gingen; ziet hoe dikwijls en hoe menige hoeve er alreeds uijtgeplundert en de inwoonders mishandelt zijn geweest en nu worden die ongelukkige buijtenlieden en ook onse inwoonders, nog met brandstigtingen bedregen, en wat word er over gedaen? Daer

[pagina 238]
[p. 238]

worden er wel gevangen, maar men straft niet als kleijine dieven.

 

Den 24 November wird aenbesteed om een timmerwerve en koormaekerije te maken.

December

Den 1 December is den haen wedrom op O.L. Vr. toren gestelt, dog het kruijs mogt nog niet hermaekt worden.

 

Den 4 December, feestdag van de H. Barbara, zijn alhier voor aelmoesseniers gekosen Jonrs Stier en van Asten.

 

Sondag den 6 December smorgens in de Jesuiten- ofte Carol. Borromeikerk geopent; de Goddelijke diensten worden aldaer boven op de gaelderije Noordwaerts aen den autaer van den H......... verrigt. Daer zijn alsdan verscheijde missen gedaen, en na middag ten 3 ure het Lof, hetwelk den Eerw. Heere Joannes Goutsiers, Proost van die kerke dede; alles geschiede onder grooten toeloop van volk, en tot groote blijdschap van alle welpeijsende menschen, die nu hoopten, dat deze schoone kerke van haeren ondergang, daer men soo dikwijls voor bevreest hadde geweest, zal bevreijd blijven. Daer is seer veel reparatie zoo aen de daken als andersints noodig, het welk men verhoopt, dat welhaest, door den iever en goede zorg van gemelden proost en kerkmeesters, te weten: Dheeren ......... De Wolf, Andreas Anthonissen, ......... Peeters en ...... Nijs, welke twee laetsten nieuwelings gekosen waren, en door de milde aelmoessen der godvrugtige zullen herstelt worden. De goddelijke diensten worden aldaer op geseijde wijse dagelijks verrigt en vervoordert.

[pagina 239]
[p. 239]

De wip op de Casteelplaets herplaetst naer den kant van Croonenborgpoort.

 

In deze maend waren er brieven van den Cardinael J.B. Caprara, Nuntius van den Paus te Parijs, aen het vicariaet van 't Openstaende Bisdom van Antwerpen, evenals aen alle andere Vicarissen of Bisschoppen van Vrankrijk en deze Nederlanden etc. toegesonden, waerbij hun den afstand van hunne Bisdommen ofte Bisschoppelijke magt in den naem van den Paus afgevraegt word. Dit was ingevolge seker concordaet ofte overeenkomste tusschen den gevolmachtigden van den Paus en Napoleon Buonaparte den 26 Messidor, 9e jaer (5 Julij laestleden) te Parijs geteekent. Daer nae waren er hun nog andere brieven door gemelde Cardinael toegekomen, men seijde dat het over den eed zoude zijn, dog alles bleef zeer geheijm, zoo dat ik er hier niets sekers van boeken kan.

 

Den 13 December is aen het Vicariaet van Antwerpen toegekomen de aensoekinge van den Paus ten eijnde sij hunne demissie mogten afleggen gelijk alle de bisschoppen ook afgevraegt is en door het grootste getal ook gedaan is, eenieder was over dese onverwagte verandering verwondert. (Ingevolge het concordaet door S. Heijligheijd en het frans gouvernement te Parijs gesloten). Eenige dagen daer nae zijn er wedrom brieven aen het vicariaet gekomen waerbij hun onder andere gerecommandeert word van over de verschillige gedagten niet te twisten, of degene die den eed of declaratie gedaen hebben niet te vervolgen, etc., dat degene den eed gedaen hadden, deselve bij den vicarissen moesten comen wederroepen; deze brieven wirden seffens aen de beëedigde medegedeijlt, dog wat er deze zullen op antwoorden moet men afwagten.

[pagina 240]
[p. 240]

Den 24 December is den spijker der graenen voor de chijnsen, volgens oude gewoonte omgestelt, als volgt:

Tarwe, de veertel, guldens 9,6 1/3
Rogge 5,4 1/3
Gerst 5,2 1/3
Boekweij 3,19
Haver 3,10
Wintersloorzaet 12,15
Zomer ditto 9,-
Raepsaed 13,10
Evie 13,10
Evit 2,14
Spek f. 3,12
Sparriezaed 4,-
Kempzaed 6,15
Mostaerdzaed 12,15
Witte boonen 10,15
Erwten 9,13
Peerde- en duijveboonen 4,7
Vitsen 4,14
Klaverzaed, per pond -,10

Den 26 December is de kerk van Ossendrecht geopent.

Aanhangsel. Nom des membres composant le conseil municipal de la commune d'Anvers.

Les citoyens:
Paul Moretus;
Geelhand de Merxem;
Van Praet, rue des Tanneurs;
[pagina 241]
[p. 241]
Van Hal, père, Place de Meer;
J.F. Janssens, rue Markgrave;
Carpentier, rue de l'Hôpital;
Nic. Beeckmans, Place de Meer;
Claessens, père, Zirickstraet;
Jos. Campfort, rue des Tanneurs;
Neefs, Quai des Récollets;
Gobart, avocat;
Morel, rue de l'Hôpital;
Van Asten, rue de l'Hôpital;
Blommaert, Marché aux Chevaux;
Pelgrims, Marché Saint Jacques;
Jac. Nic. Diricksens, rue de l'Hôpital;
Wouwermans, avocat;
Jean Moretus, rue de l'Empereur;
Mols. Longue ru Neuve;
Laurent Solvijns;
Botermans, rue des Tanneurs;
Vervrangen, Renderstraet;
Dirven, Quai des Récollets;
Renson, marchand de vin;
Charles Lunden-Ullens;
J. Basteijns;
Huijbrechts, orfèvre;
Jacques van Pruijssen;
N.L.J. de Wael;
Henri Smits.
voetnoot(1)
Randschrift: Ziet 19 Julij 1800.

voetnoot(1)
Alexiens sive Fratres Cellites, Diercxsens, tom. 2, pag. 1.
voetnoot(2)
Idem, tom. 2, pag. 87 et 88.
voetnoot(1)
Nempe curare et in domo sua alere mente captos et moribus emendandos, idem, tom. 11, pag. 94.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

plaatsen

  • over Antwerpen


Over dit hoofdstuk/artikel

datums

  • 2 januari 1801

  • 4 januari 1801

  • 5 januari 1801

  • 15 januari 1801

  • 24 januari 1801

  • 5 februari 1801

  • 11 februari 1801

  • 16 februari 1801

  • 12 maart 1801

  • 18 maart 1801

  • 24 maart 1801

  • 27 maart 1801

  • 30 maart 1801

  • 1 april 1801

  • 7 april 1801

  • 14 april 1801

  • 18 april 1801

  • 21 april 1801

  • 30 april 1801

  • 1 mei 1801

  • 3 mei 1801

  • 4 mei 1801

  • 19 mei 1801

  • 22 mei 1801

  • 12 juni 1801

  • 19 juni 1801

  • 25 juni 1801

  • 8 juli 1801

  • 14 juli 1801

  • 15 juli 1801

  • 3 augustus 1801

  • 4 augustus 1801

  • 23 augustus 1801

  • 6 oktober 1801

  • 11 oktober 1801

  • 12 oktober 1801

  • 15 oktober 1801

  • 19 oktober 1801

  • 31 oktober 1801

  • 8 november 1801

  • 9 november 1801

  • 17 november 1801

  • 20 november 1801

  • 21 november 1801

  • 23 november 1801

  • 24 november 1801

  • 1 december 1801

  • 4 december 1801

  • 6 december 1801

  • 13 december 1801

  • 24 december 1801

  • 26 december 1801