Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius
Afbeelding van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en EliusToon afbeelding van titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.05 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

(1804)–Naatje van Streek-Brinkman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 155]
[p. 155]

Negen-en-twintigste brief.
Karel, aan Héloise.

Uw laatste brief lieve zusjen heb ik in gezondheid ontvangen, waarlyk gy hebt my doen lagchen – vermids gy my stellig verzekerde, dat ik nu verdiende om aan het verstandigste en schoonste meisjen te behaagen: geloofd gy dan, dat ernst meer invloed heeft op het vrouwelyke hart, dan eene bevallige scherts – ik ben dit niet met u eens, de Fransche meisjens schertsen ten minsten zeer gaarne – en zyn 'er ook op gesteld dat men haar die kleine attenties bewyzen, dat men haar die diensten betoone, waarvoor slechts weinig mannen berekend zyn – en myne behoorlyke charlotte heeft my eenige dagen geleden reeds het verwyt gedaan, dat ik minder oplettend ben in het waarnemen myner commissies, als ook in alle die kleine diensten waardoor ik my onderscheide boven zoo veele andere jongelingen. - Ik zal dus myn vlyt verdubbelen om haar te behaagen, want ik bemin haar tot aanbiddens toe, en geloof dat zy het schoone roosjen

[pagina 156]
[p. 156]

is, in het bloem perk, waarin ik te vooren besluiteloos stond, waaraan ik de voorkeur zal geeven.... Schoon myn geestdrift omtrent de laatste gebeurnissen in Frankryk niet verkoeld is, heeft zy echter voor een oogenblik plaats gemaakt voor het tederste gevoel der liefde, dat ik aan myn charlotte toedraag – of liever deeze hartsttocht verfynt zich door myn geestdrift – alles verkrygt meer ziel en leeven door dit gevoel. - Wanneer men by voorbeeld naar den Schouwburg gaat – is het thans niet alleen om het stuk te zien en zich in een luisterryken kring te bevinden: neen, het is tevens de hoop, dat men alsdan de held op wien alle oogen gevestigd zyn aldaar zal ontmoeten – ik beken echter, dat men zich dikwerf in deeze aangenaame hoop bedrogen vindt; want hy heeft voorzeker gewigtiger bezigheden dan zyn tyd in den Schouwburg door te brengen.... Maar is het niet aldaar, dan is het weder op eene andere plaats, alwaar de harten en oogen hem vooruitsnellen en zoeken. De publieke papieren hebben u gewis onderricht van de jongste Revolutie. - Frankryk bevondt zich voor eenige oogenblikken in zeer haghelyke omstandigheden – het leeven van haaren redder was in groot gevaar – en met hem zou ook tevens alle hoop om eene gelukkigen en billyken Repu-

[pagina 157]
[p. 157]

blikeinsche Regeeringvorm in te voeren, geheel verydeld zyn geworden. Maar de liefde der Soldaaten strekte hem tot bescherm-engel, en geen hunner die niet gaarne zyn leeven voor hem zou gewaagd hebben.

‘Thans zyn alle oogen op hem gevestigd, hy heeft beloofd om de billykheden te herstellen – allom de traanen bron op te droogen die anderen deeden vloeijen – als ook om de vrede aan Frankryk weder te geeven – welk een grootsch doel stelt hy zich voor – en wie, dan hy is in staat om dit alles te volbrengen?.... Ja hy zal zyn beloften volbrengen – en al reeds zyn de blyde boden afgezonden naar de ten onrechte verbannen Republikeinen – zy doen de troostryke stem van verlossing aan de afgelegendste stranden hooren: deeze stem weêrgalmd in het diepste der bosschen, in de holen der rotzen en in de verblyven der onderdrukte onschuld. De slacht-offers van het geweld leenen een luistrend oor, maar durven naauwlyks hun gehoor vertrouwen. Wie zou, dáár zy als uit de zamenleeving verbannen zyn – dáár 'er een groote tusschenruimte tusschen hen en de waereld is, zich hun lot aantrekken! - Wie zou zich hunner nog herinneren – en den zwarten sluijer der vooroordeelen durven

[pagina 158]
[p. 158]

opligten; om hunne onschuld voor het oog der geheele waereld te verklaaren – hunne kluisters te verbreeken en hen naar hun vaderland terug te roepen. Wie dan, de held van het oosten heeft standvastigheid en moed genoeg, om hun beschermengel te worden!.... Wie dan, buonaparte droogt de traanen-bron, die anderen deeden vloeijen?...’ Zie dáár de juiste aanmerkingen die een onzer schryvers hierover maakt: en die gy gewis met genoegen zult leezen. Frankryk ziet dus ten gevolge van dit alles groote gebeurnissen te gemoet....

Maar apropo lieve zusjen, om uw brief te andwoorden, gy spreekt van my, dat ik zonderling ben, maar gy zyt het waarechtig nog veel meer, uwe verbeelding neemt zulk een hoogen vlucht, dat men haar naauwlyks bereiken kan – uwe zucht tot grootheid is zeer zeldzaam in een meisjen – gy wildet gaarne eene schitterende rol speelen – en tevens het zachtaardige vrouwelyk gevoel behouden – de roem eener heldin bejaagen – maar echter niet op het slagveld de verwoesting en dood vermenigvuldigen – wel doorwonden, maar echter het gistend bloed niet uit de wonden zien stroomen: alderliefst zusjen! volg dan myn voorbeeld en treed' de roemryke loopbaan der liefde

[pagina 159]
[p. 159]

in – speel in dezelve een schitterende rol, verrover door uwe oogen de heldin; wees op uwe beurt eene heldin in standvastigheid: - doorwondt in dit schoone strydperk de harten, sla een' medelydenden blik op de gewonden – en kies u eindelyk een held uit die uwer waardig is – vlecht dan bloemkransen voor hem, en keten hier mede den overwinnaar aan uwe zegewagen... Maar wie weet of gy den zegevierenden held niet reeds de lauwer hebt toegedacht, of misschien ook reeds geschonken hebt – my dunkt dat het met uwe vlugge verbeelding en met uw sterk gevoel niet wel mooglyk is, dat gy in den luisterryken kring die daaglyks aan ons huis komt, niet de een of den ander zoudt aangetroffen hebben, dien u behaagt. - Gy spreekt my geen enkel woord hiervan: zou het hart van de gevoelige héloise noch geen keus gedaan hebben? - My dunkt dit is niet wel mooglyk. Andwoord my hierop met het zelfde vertrouwen als ik u alle myn hartsgeheimen mededeel. - My dunkt het is niet wel mooglyk om in uwe jaaren, zoo geheel met een ledig hart alle kringen te doorloopen – men wil toch een voorwerp hebben waaraan men zich hecht – dit gevoel geeft leeven aan alle onze vermaaken, het verfynt ons genot – en wee my, in-

[pagina 160]
[p. 160]

dien ik zoo ledig van hart, van den schouwburg naar de assemblé, en van daar weder naar het coffyhuis – of na de eene of andere party moest rondzwerven: te vooren dartelde ik zoo rond – maar thans heeft myn hart een rustpunt gevonden, dat als myn gevoel vereenigd – en het is myn bekoorlyke charlotte, die my aldus kluistert – voor haar haal ik adem, voor haar leef, voor haar sterf ik – in een woord, zy is alles voor

 

Uw Broeder

 

karel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken