Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius
Afbeelding van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en EliusToon afbeelding van titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.05 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

(1804)–Naatje van Streek-Brinkman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 45]
[p. 45]

Elfde brief.
Elius aan Adelson.

Ja de goede Voorzienigheid zal uwe smart verzagten, daar, zy 's menschen ziel aldus samengesteld heeft, dat zelfs de zwaarste smart door den tyd geleenigd en uitgewischt wordt: intusschen werken de reden en Godsdienst hiertoe mede, daar de eerste ons zegt: dat 'er rampen in dit leven zyn, die wy niet kunnen vermyden: vermids zy uit den aart van alles wat ons omringt, ja uit den aart van ons eigen lighaam voortvloeijen, en waaraan alle menschen dus vroeg of laat onderworpen zyn: daar zy hunne heerschappy uitoeffenen van den throon tot in den diepsten kerker, van den stoutmoedigsten held, tot aan den vreesachtigsten slaaf: van het spits der alpen tot in de diepste valeijen: in een woord, van den zuid- tot aan den noordpool, zyn immers alle bewooners der aarde aan ziekte en dood onderworpen, en alle menschen ondergaan eens de smart, dat zy, of uit de armen hunner geliefdste vrienden weggerukt worden, of hun verlies betreuren. - Ik herhaal deze zo oude en door alle eeuwen bevestigde waarheid

[pagina 46]
[p. 46]

slechts, om 'er de gevolgen uit te trekken die 'er van zelven uit voortvloeijen: naamlyk, dat wy ons daaglyks aan de wisselvalligheid van het ondermaansche genot moesten herinneren: niet, om hierdoor ons tegenwoordig genoegen te vergiftigen, maar om elk genoeglyk oogenblik des te meer op prys te stellen; om de persoonen die ons dierbaar zyn nimmer eenig ongenoegen te veroorzaaken; en het genot dat wy met hen smaaken, te beschouwen als dat van het byzyn van een' vriend die zich tot een groote reis gereed maakt, schoon de dag van zyn vertrek nog onzeeker is; en misschien plotslings zal opkomen; terwyl men, met een dankbaar gevoel, elk oogenblik dat ons vergund wordt in zyn byzyn genieten: en reeds by voorraad de noodige schikkingen maakten om, schoon van elkander gescheiden, echter den vriendschapsband niet te verbreeken. Ook zo kan de Godsdienst de zielen op het naauwst met elkander vereenigen, en door haar op één doel te doen hoopen, ook bestendig verbinden.

 
Schoon hier de dood ons scheidt,
 
Dáár in de onsterflijkheid,
 
Dáár zullen waare vrinden,
 
Elkander wedervinden.
 
Dáár drukken smart en dood,
 
Het hart niet meer als lood.
[pagina 47]
[p. 47]
 
De levensbronnen stroomen,
 
Dáár langs de frissche zoomen,
 
Terwyl de onsterflijkheid,
 
Een duurzaam heil bereid.

Ziedáár vriend, eenige troostgronden, die voorzeeker invloed op uw hart zullen hebben, ten minsten dit is de vuurigste wensch van

 

Uw' vriend

 

Elius.

 

PS. Verschoon my indien ik myne denkbeelden misschien een weinig ineengedrongen, op het papier stelde: ik had u dezelve meer kunnen ontleden, maar vriend, ik laat dit voor u zelven over. Gy weet dat ik in uwe smart deel, ik wilde u zo gaarne troosten, maar myn gevoel zegt my, dat de vriendschap de wonden van het hart wel kan verzagten, maar niet kan geneezen. Dit is slechts het werk van den veel vermogenden tyd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken