Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

[p. 97]

Vyf-en-twintigste brief.
De heer K...... aan Heloise.

MEJUFVROUW!

Het is niet de, diepste aandoening dat ik de pen opvat, om u te betuigen, dat ik ten hoogsten ver. baasd sta over uw gehouden gedrag: en dat het niet dan na de ontegenspreeklykste bewyzen is, dat ik my zelven hiervan heb kunnen overtuigen. ‘Hoe! de zo gevoelvolle en kiesche heloise, welke beslooten had om haar hart nooit by overyling te schenken, daar zy eerst, den jongeling grondig moest leeren kennen aan wien zy zich eens zou verbinden: heeft dan, eenige oogenblikken na myn afscheid, dat zo diep treurig was, weder de hulde van een' nieuwen minnaar met blydschap ontvangen - een vreemdeling heeft, in eenige oogenblikken, zulk een' diepen, indruk op haar hart weeten te maaken, dat zy hem daaglyks, en wel op de vriendelykste wyze, ontvangen heeft; terwyl zy rasch den armen jongeling vergeeten kon, met wien zy, geduurende eenige weeken, op de gulste wyze om-

[p. 98]

ging - en die slechts voor haar leefde; terwyl zy vermaak vondt om hem te folteren....’ Ha! trouwlooze!... Gy waart nog niet voldaan met uwe geheime zegepraal, neen - gy moest dezelve openlyk aanden dag leggen, door u. door den Heer F...... te doen verzellen tot uwe wooning. Zou hy immer deze voor hem kostbaare en moeijelyke reis om uwentwil gedaan hebben, indien gy zyn liefde niet door hoop of door wezenlykheid gevleid had?... Met my waart gy altyd zo schroomvallig, en nu doet gy eene reis van twee dagen met een vreemdeling!... 't Is' waar, in het byzyn uwer moeder, maar de liefde weet duizend middelen om de scherpste Argus-oogen te verblinden..... Ja! ondankbaare en trouwlooze! gy hebt stilwygend myn lot beslist - de jalousie verscheurd my - en ik zal u geen meinëeden trachten afteperssen. - Dit is den laatsten brief dien gy van my zult ontvangen, ik verlaat. myn vaderland, en zal op den woedenden oceaan de rust, of den dood gaan zoeken, daar gy myn leven ongelukkig hebt gemaakt. Ga, juich over uwe zegepraal!... en veröver door uwe bedrieglyke lonken weder nieuwe harten, om dezelven nieuwe folteringen te bereiden; en met duizend, dolken te doorbooren: en verheug u dan over hun lyden, gelyk gy gedaan hebt over dat, van uwen voormaaligen vriend

K......