Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius (1804)

Informatie terzijde

Titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius
Afbeelding van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en EliusToon afbeelding van titelpagina van Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.05 MB)

ebook (3.45 MB)

XML (0.62 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Charakters en lotgevallen van Adelson, Héloïse en Elius

(1804)–Naatje van Streek-Brinkman–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 107]
[p. 107]

Negen-en-twintigste brief.
Elius aan Adelson.

Eenige dagen afwezenheid hebben my verhinderd om uwen laatsten brief te beandwoorden, waaruit ik met vreugd zag, dat de troostgronden dien ik u opgegeeven heb, eenigen invloed op uw hart hadden en u in eenen kalmer toestand bragten: en echter heb ik slechts de troostgronden aangeweezen, die ik afleide uit de voorwerpen die ons omringen, en indruk op onze zintuigen maaken; om hier door uwe verbeelding eenigzints aftetrekken van het eenige sombere middenpunt, waarop zy zich vestigde. Maar ook zelfs rondom dit sombere middenpunt, zult gy lichtstraalen ontdekken, die tot in uw hart zullen doordringen, en het weder voor het gevoel der vreugde zullen ontsluiten.

Laaten wy alles eens wysgeerig beredeneeren. Gy waart ten sterksten aan uwe constantia gehecht, en zaagt in uwe verbeelding alreeds het oogenblik te gemoed, dat gy u met haar zoudt vereenigen. Zy werd u door den dood ontrukt, en zyt door haar gemis in de diepste droefheid gedompeld: even als of zy u voor eeuwig ontrukt

[pagina 108]
[p. 108]

ware.... Maar gy, die als wysgeer en als Christen aan eene onsterslykheid gelooft, ik vraag u: wat het toch eigenlyk was dat u zo sterk aan haar hechtte? Was het haare schoonheid, haare jeugd, de glans haarer o ogen, haare gestalte?... ô Daaglyks ziet gy meisjens, die, door derzelver jeugdige schoonheid elks oog bekopren, en deze ziet gy echter met onverschilligheid aan. - Geen dezer trekken was het dus die uw hart zo sterk aan haar hechtte, maar het was haare ziel, die aan haar geheel aanzyn leven en bevalligheid byzette: wel nu dan, deze haare ziel heeft immers niet opgehouden te bestaan! zy heeft slechts haar stoffelyk omkleedsel afgelegd, en leeft nog in hooger gewesten.

Een vriend, die zyn zwaare klederen aflegt, wanneer hy een reis naar een zuidelyker gewest zal onderneemen, bekommert zich weinig om de grove py dien, hy achterlaat, daar deze hem slechts tegen het onstuimige weder beveiligde. Het afscheid van zulk een' vriend zal ons tressen, maar de hoop om hem weder te zien, bemoedigt ons.... Even zo is het met de scheiding der zielen: zy duurt zo kort, dat het voor een verstandig wysgeer, en vooral voor den hoopenden Christen, bynaar de moeite niet waardig is om 'er zich zo sterk over te bedroeven.... want immers, na verloop van ten langsten eenige weinige jaaren, zal ook onze ziel

[pagina 109]
[p. 109]

haar stoflyk omkleedsel afleggen, om zich naar het verblyf te begeeven, alwaar de zielen onzer afgestorvene vrienden ons reeds wagten, en ons met blydschap te gemoed zullen snellen: want de herkenning der vrienden, die ons vóórafgegaan zyn, wordt ons door onze verbeelding als het grootste gevoel van vreugd afgeschetst, waarvoor wy vatbaar zullen zyn; en daar God ons zelf deze aandoeningen schonk, kan Hy dezelven ook niet in een' volmaakter gelukstaat vernietigen. De gewyde bladen geeven deze herkenning der zielen ook als een der genoegens op, welken zy smaaken zullen...

Wanneer 'er dus oogenblikken mogten zyn, waarin uw hart zich sluit voor alle andere troostgronden, denk dan slechts: Wy zullen elkander wederzien!... en het bitterste gevoel van droef heid zal hierdoor verzagt worden.... Terwyl dit tevens een sterke dryfveer is, om een deugdzaam leven te leiden, en over ons eigen hart te waaken; daar de deugdzaame alléén een' gerusten blk op de toekomst kan vestigen, waaraan de booswigt zegt te twyffelen, vermids hy die vreest!.... Dat deza overweegingen u eene bestendige zielrust mogen doen smaaken is de wensch van

 

Uwen vriend

 

elius.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken