Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
In oorlogstijd. Het volledige dagboek van de Eerste Wereldoorlog

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5,41 MB)






Genre
proza

Subgenre
non-fictie/dagboek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

In oorlogstijd. Het volledige dagboek van de Eerste Wereldoorlog

(1979)–Stijn Streuvels

Vorige Volgende

<december 1916>

1 december 1916

Wat een fatale dodendans onder de uitgeweken Belgen! Nu is dichter Emile Verhaeren aan de beurt die door een stom toeval aan zijn dood komt2. Na een voordracht te Rouen wil hij terugkeren naar Parijs, springt op een trein die in gang is en geraakt onder de wielen! Zou hij het ooit gedacht hebben dat ‘La Flandere Sanglante’ zijn zwanenzang zou zijn?

5 december 1916

[Krantenknipsel]:
Officiele mededelingen

(Duitse Melding.)

Berlijn, 4 december. - Uit het grote hoofdkwartier:

- Leger van generaal-veldmaarschalk Albrecht van Wurtemberg: In de Ieper- en Wijtschate-bocht gingen in aansluiting met mijn-ontploffingen, Engelse patroeljes tegen onze stellingen vooruit. Aan enkelen gelukte het, in de voorste graven te komen. Zij werden in handgemeen overweldigd of teruggedreven.

 

Wij hebben aleens niet horen schieten!

Dit schijnbaar onbeduidend berichtje heb ik en veel mensen met mij deze morgen haastig overlopen om verder aan onze

[p. 603]

gewone bezigheden te gaan of wat te praten over weer en wind, zonder er verder acht op te geven. Toen ik deze namiddag, in Kortrijk zijnde, toevallig aan de ijzerweg1 moest blijven wachten omdat het bareel2 gesloten was, reden daar traagzaam voorbij 3 lange ambulancie-treinen3 en we zagen de gekwetsten gereekt4 in hun hangbedden liggen uitkijken door de brede ramen, de pleegzusters en heelmeesters hun werk doen... Ge kunt u niets aandoenlijkers uitdenken - het statig trage rijden van de trein, die lange rij gekwetsten uitgestrekt als lijken, en het bleke gelaat naar buiten gekeerd, nieuwsgierig uitkijkend. Op al die wezens ligt de ernst van het lijden en er is iets vreemds in die ogen die de dood aanschouwd hebben. En daar rollen die wagens met hun lijdende vracht in stilte verder. Wat een angst en leed, hoop en vertwijfeling voeren ze mede!... Wat een tegenstelling met die andere treinen waar de opgewonden manschappen in tegenovergestelde richting rijdend, hun overmoed uitschreeuwen terwijl ze gaan naar 't onbekende van waar er weinig terugkeren. In het gaan en het keren is er waarlijk veel verschil. Zo krijgen we hier nu en dan iets meer te zien van de oorlog dan een lakonische ambtelijke mededeling en het doet goed dat men bij zulk aanschouwen er weer eens dieper ingaat om de gruwel te voelen voor 't geen waaraan we anders onverschillig zouden worden, zelfs terwijl het gebeurt.

5 december 1916

Hier vlakbij de deur zijn de Huzaren en Pioniers5 aan 't oefenen met handgranaten - een deel, met een soort houten blokken, gooien naar elkaar, andere met waar schiettuig dat geweldige ontploffingen verwekt - heel het huis dreunt ervan. Op de barm6 in de natte klei zijn de soldaten loopgraven en onderaardse holen aan 't graven. Ware 't 2 jaar vroeger gebeurd, dan zou de hele bevolking vol onrust geweest zijn en 't ware als een zeker voorteken beschouwd dat hier zou gevochten worden, - nu is men zover gekomen dat geen mens er naar omziet. En nog veel ander dingen zijn we gewend geworden - ik denk aan het drukkend gevoel dat ontstond omdat de Hol-

[p. 604]

landse grens versperd was en we ons ingesloten dachten als in muizenval - nu we elk op zijn dorp versperd zijn en de grenzen zodanig ingekrompen - ondergaan we zelfs die druk niet meer om1 geen weg te kunnen voor mogelijke vlucht bij ernstige gebeurtenissen. Daaraan denkt of daarvoor vreest niemand meer, want de angst en vrees hebben zich vastgezet op de verwachting van altijd nieuwe verordeningen die nooddruft2 beperken en vrijheid inkorten. Nu bv. staan we voor de opeising van al het koper, tin, enz. - en de oproeping van werkelozen...

7 december 1916

De troepen zijn vertrokken.

11 december 1916

Een drukke oorlogsweek en een gewichtige. De tarwe moet geleverd worden; de zwijnen gebrandmerkt. Na de mensen, de peerden, de koeien komen de zwijnen nu ook aan de beurt en krijgen een volgnummer gebrand in hun oor! dat dienen moet als eenzelvigheidskaart3 en ‘reiseschein’!!! Een nieuwe controlelijst werd ingediend waar alle manspersonen van 16 tot 45 jaar moeten verschijnen - om er waarschijnlijk de werklozen uit op te pikken. Ik die meende van alles ontslagen te zijn mag me nu ook gaan aangeven, daar ik op het randje er nog bijbehoor uit 't jaar 1871. Zo zie ik ook nog kans te mogen optrekken! En nu komt het vredevoorstel van de Duitse keizer - dat alleman in spanning houdt - de optimisten zien al de vrede voor Kerstmis!!!4

12 december 1916

Voor de eerste keer naar de controle geroepen. Met 't stellen van een handtekening ben ik er voorlopig vanaf - wat er van komen zal, moeten we afwachten.

We zijn al zover aan de oorlog gewend dat er nu de 3 de Kerstmis nadert er zelfs niet meer gesproken of getracht wordt om

[p. 605]

een wapenstilstand te bekomen op de dag dat het Pax hominibus verkondigd werd voor de kristelijke wereld - de paus zal zeker de moed opgegeven hebben...1

15 december 1916

De verordening waarbij de overtollige herbergen gesloten werden blijkt weeral een maatregel van halve dracht2; de ene achter de andere - bijzonderlijk - de verdachte eerst, waar jong vrouwvolk is, krijgen weeral vergunning en het bordje ‘geslossen’ wordt weggenomen en het uithangbord - in 't nieuwe geschilderd, prijkt als een uitdaging aan de gevel! De andere herbergiers voelen zich daardoor verongelijkt en ik word er bijgeroepen op te stellen.3

20 december 1916

Het koper wordt opgeëist en moet vandaag ingeleverd worden. Een grote autobus voert de vracht mede. Men hoort van niets anders dan van huiszoekingen, bijzonderlijk bij kleine boertjes die een zak tarwe of een zwijntje in de kuip verborgen hebben. 't Algemeen gevoelen is dat het meestal gebeurt waar de een de andere aanklaagt uit afgunst de een van de andere. Grote klachten die de verschrikking verwekken, komen van de opgeëiste werkelozen die... vergaan van de honger. Sedert enkele dagen wordt er weer fel geschoten aan de IJzer.

21 december 1916

Er zijn te Avelgem een 25-tal Uhlanen4 aangekomen om patrouilledienst te doen op de streek en het smokkelen te beletten. Die kerels gaan er zo hardhandig bij te werk dat er niemand meer vrij is langs de baan en al wie geen paspo[o]rt kan tonen, aan de boet geslagen wordt5. Het is nu voorgoed gedaan met het beetje vrijheid dat ons nog overbleef. Ons kringetje waarin we nog bewegen konden en door de verordening heen, van 't een naar 't andere dorp in gemeenschap konden blijven is nu nog eens wat nader toegehaald. De ruiters

[p. 606]

met lans en vaantjes rijden alle wegen af en waar ze een mens ontmoeten, gaan ze hem te keer.

24 december 1916

Vandaag bij 't uitgaan van de hoogmis, worden al de uitgangen van de plaats1 afgezet door Uhlanen en al wie naar huis wil moet controle ondergaan - 't meredeel houden zich in de kerk of in de herbergen tot 't gevaar voorbij is - want wie van ons mensen denkt er ook aan de ‘kaart’ op zak te hebben om ter misse te komen!!!

25 december 1916

Een natte kerstdag, - regen en stormwind. 't Zalig gevoel om warm en gezellig, verdiept in een boek bij 't vuur te zitten. Ik was er nu juist zo goed mede in mijn schik om hier vrij te mogen werken 's avonds tot laat in de nacht zelfs - aan mijn Genoveva te werken! Nu wordt er ineens geklopt en daar is een Uhlaan om te zien wat het licht betekent zo laat na 't sluitingsuur. De verordening luidt dat om 8 uur alle licht moet uitgedoofd zijn... Ik tracht hem te overtuigen dat een ‘Schriftsteller’ 's avonds en 's nachts toch moet werken, maar bij de kerel komt geen verhaal te pas. ‘Nicht raisonnieren! Wir machen die gesetze nicht!’ antwoordt hij kortaf - eist mijn paspo[o]rt en eenzelvigheidskaart2 en leest een en ander van A tot B; en zo brutaal mogelijk heet hij mij voortaan om 8 uur het licht uit te doen!

Ik zal wel zorgen, kerel, dat gij mijn licht van buiten niet meer gewaar wordt - want om 8 uur slapen gaan als ik werk op de plank heb, daar valt niet aan te denken.

Op die Kerstdag wordt de dag en de nacht door geweldig geschoten.

In de kerk te morgen - Kerstmis - kreeg ik de indruk dat we weer in de tijd van de eerste kristenen waren teruggekeerd - in de kerk zonder licht met die feestelijkheid en al dat volk, zag het eruit als in de catacomben onder Diocletiaan. Een wonder is 't te noemen hoe dat - gezien alle geldwinning stil ligt en de nood aangroeit - levensmiddelen zeldzaam en duur kosten - men nog niets merken kan van de armoede op de mensen.

[p. 607]

Preusheid1 en luxe duren voort en schamele lieden blijven in hun nette kleding en niemand is er die op kloefen2 ter kerke komt.

26 december 1916

Nieuwe verordening: al de boeren en koehouders moeten de staf van de keern3 indragen en de ketelkeerns4 worden verzegeld - dit als een radicaal middel om al de boter in te palmen en te beletten dat er nog iets achter blijve van melk. Gelijk in alle dingen van die aard is het een strijd van aanval en verweer van weerkanten en zogauw de verordening bekend is gaat de spitsvondigheid van de boeren aan 't werk om middels te vinden en aan 't verbod te ontkomen. De Duitsers houden daarbij het kortste eind en komen er meestal bedrogen uit! ‘Als ze denken dat we geen boter maken kunnen zonder keernstaf3!’ zegde er mij een boerke... En ik heb het vandaag zelf kunnen nagaan in een huis hier in 't gebuurte5. De vrouw zat hemelsgenadig6 aan de leiband van de wieg te trekken en zong daarbij 't ene slaapliedje na 't andere; onder de dekens warm toegeduffeld lag echter een bidon7 vol melk te klutsen en als de tijd om was van 't wiegen, was de keern af, en men moest maar de boter afrapen!

zondag 31 december 1916

Van op de kerksteen8 wordt er afgeroepen dat al de tabak is aangeslagen en iedere kweker, per huisgezin al de voorraad boven de 5 kilo moet afleveren. Het bericht wordt door de menigte met een sceptische lach ontvangen. En ik besluit dat er weinig tabak zal ingeleverd worden. Sedert we de Uhlanen - patrouilles op de streek hebben is het verkeer nu heel en al opgehouden - over de hele omgeving is het zeldzaam als men een mens kan ontwaren en langs de straat, buiten hier en daar een dorpeling, zijn er geen voorbijgangers meer - de nieuwjaarwensers zullen 't moeten opgeven en wachten met hun wensen tot het komend jaar - misschien zal het dan beter gaan.

[p. 608]

En toch wordt er gesmokkeld meer dan ooit, - hele benden goed ingericht wachten zelf de patrouillen en vluchten er tussen door met hun koopwaar - hele zwijnen brengt men nog weg (niettegenstaande het volgnummer dat ze in 't oor gemerkt dragen!), boter, eieren, aardappelen - gaan van hand tot hand over, naar Frankrijk. Elke smokkelaar die gevat wordt, gaat als werkeloze op1 - en toch houdt het hun niet tegen - de drift is er in gekomen en er zijn er die het ambt uitoefenen als wildstroperij voor 't genoegen om in 't gevaar te zijn.

Met de vrede zijn we zo ver gevorderd dat de bladen er nu een eigen rubriek op nahouden onder de titel ‘vredesbemoeiïngen’! Wat zal het volgend jaar ons brengen? Ik blijf maar aan mijn werk en laat de gebeurtenissen lopen...

2
Emile Verhaeren (1855-28 november 1916), beroemd franstalig Vlaams dichter

1
ijzerweg: spoorweg
2
bareel: slagboom
3
ambulancie-trein: trein voor het vervoer van zieken en gewonden
4
gereekt: op rijen

5
pioniers: genietroepen
6
barm: berm
1
om: van
2
nooddruft: levensbehoefte

3
eenzelvigheidskaart: identiteitskaart
4
in opdracht van de Duitse keizer schreef kanselier Bethmann-Hollweg op 12 december 1916 aan de vertegenwoordigers van drie neutrale landen: de Verenigde Staten, Spanje en Zwitserland om vredesonderhandelingen met de geallieerden voor te stellen, deze wezen het voorstel af

1
allusie op het stilzwijgen van het Vaticaan bij de Duitse vredesvoorstellen, in tegenstelling tot zijn houding in 1914 en 1915

2
dracht: draagwijdte
3
om een verzoekschrift op te stellen?

4
Uhlanen: bereden troepen
5
aan de boet slaan: beboeten

1
de plaats: het dorpsplein

2
eenzelvigheidskaart: identiteitskaart
1
preusheid: trots
2
kloefen: klompen

3
staf van de keern: pols in de karnton
4
ketelkeerns: karnketels?
3
staf van de keern: pols in de karnton
5
't gebuurte: de buurt
6
hemelsgenadig: uit alle macht of zonder ophouden
7
bidon: blikkenton

8
zie hoger onder 16 januari 1916
1
wordt als werkloze opgeëist om te gaan werken

Vorige Volgende

Over het gehele werk

Ingooigem

Kortrijk


Over dit hoofdstuk/artikel

1 december 1916

5 december 1916

7 december 1916

11 december 1916

15 december 1916

20 december 1916

21 december 1916

24 december 1916

25 december 1916

26 december 1916

31 december 1916