Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Jessica's eerste gebed (1912)

Informatie terzijde

Titelpagina van Jessica's eerste gebed
Afbeelding van Jessica's eerste gebedToon afbeelding van titelpagina van Jessica's eerste gebed

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.34 MB)

Scans (3.41 MB)

ebook (2.75 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Illustrator

J.H. Isings jr.



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Jessica's eerste gebed

(1912)–Hesba Stretton–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk VII.
Moeilijke vragen.

Daniël had geen gelegenheid om met Jessica te spreken, want nadat hij gewacht had, tot de dominee de sacristie had verlaten, bemerkte hij, dat zij door de zijdeur was heengegaan. Hij moest dus tot Woensdagmorgen wachten, en het gezicht van haar mager gelaat was hem welkom, toen hij het peinzend over het koffiestalletje zag heenkijken. Toch had hij besloten haar te verbieden terug te komen, en haar met de politie te dreigen, als hij haar ooit weer in de kerk betrapte, waar hij zich voornam in het vervolg scherper toe te zien. Maar vóór hij kon spreken was Jessica onder het stalletje doorgekropen, en had hare oude plaats op de omgekeerde mand ingenomen.

[pagina 34]
[p. 34]

‘Mijnheer Daniël,’ zeide zij, ‘heeft God u al voor mijne slokjes koffie betaald?’

‘Mij betaald,’ herhaalde hij, ‘God? Neen.’

‘Wel, dan zal Hij het doen,’ antwoordde zij, veelbeteekenend met het hoofd knikkende, ‘wees niet bang voor uw geld, mijnheer Daniël, ik heb het Hem dikwijls gevraagd, en de dominee zegt, dat Hij het zeker doen zal.’

‘Jes,’ zeide Daniël streng, ‘heb je den dominee van mijn koffiestalletje verteld?’

‘Neen,’ antwoordde zij met een helderen glimlach, ‘maar ik heb het God honderden malen sedert Zondag gezegd, en Hij zal u zeker binnen een dag of twee betalen.’

‘Jes,’ vervolgde Daniël nu wat vriendelijker, ‘ik merk wel dat je een verstandig meisje bent, en daarom zal ik je nu ook vertrouwen, begrijp je? Je moet nooit een woord van mij en mijn koffiestalletje reppen, omdat de menschen in onze kerk zeer voornaam zijn, en zij zouden het misschien beneden mij vinden, dat ik een koffiestalletje houd. Zeer waarschijnlijk zouden zij zeggen, dat ik geen koster kan blijven, en ik zou daardoor veel geld verliezen.’

‘Waarom houdt u het stalletje dan?’ vroeg Jessica.

‘Zie je niet hoeveeel stuivers ik elken morgen krijg?’ zeide hij, zijn linnen zak schuddende. ‘Ik verdien jaarlijks veel geld daarmede.’

‘Wat doet u met zooveel geld?’ vroeg zij, ‘geeft u het aan God?’

Daniël antwoordde niet, maar de vraag drong als een dolksteek door zijn hart. ‘Wat deed hij met zooveel geld?’ Hij dacht aan de eenzame kamer, die

[pagina 35]
[p. 35]
hij alleen bewoonde, ver van de spoorwegbrug, met slechts weinige gemakken, maar waar een sterke en goed gesloten lessenaar stond, waarin zijn kasboek en zijne kwitanties voor geld, dat hij op interest had uitgeleend, en een zak met goudstukken, waarvoor

illustratie

hij beide des Zondags en door de week had gezwoegd!

Hij kon zich niet herinneren, dat hij ooit iets had weggegeven, behalve de overgeschoten koffie en de oudbakken kadetjes, waarvoor Jessica God bad, hem te betalen. Hij kuchte, schraapte zijn keel en wreef zijne oogen, en toen, met zenuwachtige en aarzelende

[pagina 36]
[p. 36]

vingers, nam hij een stuivertje uit zijn zak en liet het in Jessica's hand glijden. ‘Neen, neen, mijnheer Daniël,’ zeide zij, ‘ik wil niet, dat u mij een van uwe stuivertjes geeft. Ik wil, dat God u betalen zal.’

‘Ja, Hij zal mij betalen,’ mompelde Daniël, ‘er zal spoedig een dag van afrekening komen.’

‘Houdt God dagen van afrekening?’ vroeg Jessica. ‘Ik placht veel van de afrekeningsdagen te houden, toen ik eene fee was.’

‘Ja, ja,’ antwoordde hij, ‘maar weinig menschen houden van den dag van afrekening met God.’

‘Maar u zult blijde zijn, nietwaar?’ zeide zij.

Daniël verzocht haar, met haar ontbijt voort te gaan, en overwoog toen de gedachten, die hare vragen bij hem hadden opgewekt. Zijn geweten zeide hem, dat hij niet blijde zou zijn, den dag van verantwoording bij God te zien aanbreken.

‘Mijnheer Daniël,’ zeide Jessica, toen zij op het punt waren te scheiden, en hij het stuivertje, dat hij haar gegeven had, niet wilde terugnemen, ‘als het u niet schelen kan, zou ik gaarne morgenochtend een kopje koffie bij u komen koopen, zooals de klanten, begrijpt gij, en ik zal Zondag geen woord van het stalletje aan den dominee zeggen; wees maar niet bang.’

Zij knoopte het stuivertje zorgvuldig in een punt van haar jurk, en met een vroolijken glimlach op haar mager gelaat, huppelde zij het beschutte hoekje onder de brug uit, en was spoedig uit Daniëls gezicht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken