Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Poldernederlands (1998)

Informatie terzijde

Titelpagina van Poldernederlands
Afbeelding van PoldernederlandsToon afbeelding van titelpagina van Poldernederlands

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.77 MB)

XML (0.24 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/essays-opstellen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Poldernederlands

(1998)–Jan Stroop–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Waardoor het ABN verdwijnt


Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Woord vooraf

Het Nederlands waar dit boek over gaat, is een gesproken taal. Dat betekent dat je er in geschreven taal nooit iets van zult merken. Het heeft ook geen specifieke woorden zoals jongerentaal, turbotaal, hedenlands en noem maar op, dat wel hebben. Feitelijk zijn dat ook geen aparte taalvariëteiten maar jargons. Het typische dáárvan zit hem in afwijkende woorden of uitdrukkingen, of in gewone woorden met een afwijkende betekenis. Poldernederlands is een soort Nederlands dat gekenmerkt wordt door een opvallende afwaaikende autspraak. Het is een manier van praten die bovendien de aandacht trekt door zijn snelle opmars en door de sprekers ervan: jongere, goed opgeleide, ambitieuze, succesvolle vrouwen. Als de ontwikkeling doorgaat, wordt dit Nederlands onze toekomstige algemene omgangstaal.

Verschillende factoren zijn verantwoordelijk voor het ontstaan en het succes van dit Nederlands: sociologische - zoals ingrijpende veranderingen in de maatschappij en daarmee samenhangend de positie van vrouwen -, culturele - zoals het afnemende belang dat gehecht wordt aan het aloude abn -, en taalkundige - in het bijzonder articulatorische factoren, die de typische klinkers van dit Nederlands hebben voortgebracht.

En niet te vergeten het onderwijs, want dat is in laatste instantie verantwoordelijk voor het Nederlands dat schoolverlaters spreken en meestal ook hun hele verdere leven blijven spreken. Doordat het onderwijs zich te weinig teweerstelt tegenover het opkomende Poldernederlands, lijkt dat Nederlands zich te ontwikkelen tot de meest voorkomende vorm van gesproken Nederlands. Of die passiviteit laakbaar is, daar mag een taalkundige

[pagina 8]
[p. 8]

zich niet over uitspreken. Die beperkt zich tot beschrijven en verklaren. In dit opzicht is zijn positie sterk verschillend van die van zijn collega's in het verleden, van wie verwacht werd dat ze de taalgemeenschap duidelijk maakten wat goed of fout was. Dat doet een taalkundige tegenwoordig niet meer, maar hij is tegelijk zelf ook taalgebruiker met een mening. Die twee kanten botsen soms met elkaar, zoals misschien hier en daar in dit boek te merken is.

Ik ben tot het schrijven van dit boek aangemoedigd, doordat zo veel instanties, journalisten in het bijzonder, gereageerd hebben op mijn artikel ‘Wordt het Poldernederlands model?’ (Noordzee, maart-april 1998). Die reacties bewijzen dat het onderwerp belangrijk gevonden wordt en dat de aard van het gesproken Nederlands veel mensen ter harte gaat.

 

René van Stipriaan, van wie het plan afkomstig is en die zich een voortreffelijk begeleider betoond heeft, en Renée van Bezooijen, Jo Daan en Ton Goeman, kritische lezers van het manuscript, zeg ik hierbij hartelijk dank. Ik heb ook erg kunnen profiteren van de opmerkingen van Vincent van Heuven over de fonetische aspecten van het Poldernederlands.

Hulp is me ook geboden door Ludo Beheydt en Wim Peeters. Jan van Bakel heeft me zijn computerprogramma carto bezorgd, waarmee ik de twee kaartjes getekend heb. Verder ontving ik van diverse personen inlichtingen, maar ook observaties.

Voor alle medewerking betuig ik graag mijn hartelijke dank.

 

Jan Stroop

8 september 1998


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken