Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Oelie en Djum (1946)

Informatie terzijde

Titelpagina van Oelie en Djum
Afbeelding van Oelie en DjumToon afbeelding van titelpagina van Oelie en Djum

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.57 MB)

Scans (38.02 MB)

XML (0.05 MB)

tekstbestand






Illustrator

Jan Goeting



Genre

jeugdliteratuur

Subgenre

dierenverhaal/-epos


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Oelie en Djum

(1946)–Toos Stultiens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 7]
[p. 7]

Gevangen



illustratie



illustratie

‘Djum, het begint aardig donker te worden, ik ga mijn tante eens opzoeken’, zegt Humpie.

Ze hebben lang geslapen. Het is nog drukkend warm en geen windje brengt er afkoeling.

‘Ik begrijp niet, dat Vader, Moeder en de andere olifanten mij nog niet gevonden hebben!’

Djum loopt onrustig heen en weer. ‘Ze zullen toch wel komen?’ ‘Och, maak je niet ongerust. Ze willen je even in angst laten

[pagina 8]
[p. 8]

zitten, omdat je weggelopen bent. Komen ze vanavond niet meer, dan zie je ze morgen wel.’ ‘En dan heb ik niets te eten’, moppert Djum. ‘Morgenvroeg kom ik wel kijken en breng misschien wat voor je mee. Anders ga je zelf maar zoeken. Nu moet ik heus gaan, tante wil niet hebben, dat ik zo lang weg blijf. Dag Djumpie!’ Met een paar malle sprongen zit de chimpansee in een boom.

Humpie woont met z'n broertje en een zusje bij zijn tante en die is erg streng. Humpie's vader en moeder zijn kort geleden door mensen gevangen. Dat is wel treurig! Djum gaat een kleine wandeling maken. Het is al donker, maar de maan schijnt helder. Alles wat hij tegenkomt, slingerplanten en struiken, trapt Djum plat en zo vindt hij zijn weg door de wildernis. Toch wel vreemd, dat hij niet één olifant of een ander dier tegenkomt. In de verte hoort Djum een hyena. Er zijn dus toch dieren in de buurt, en hij gaat op het geluid af.

Maar in de duisternis ziet hij plotseling een rossig licht. Wat is dat?

Hij staat stil, bromt heel zachtjes en zijn oren beweegt hij heen en weer.

Als hij door wil lopen, hoort hij geritsel naast zich.

Een zebra staat met wijd-open neusvleugels naast Djum te hijgen.

‘Maak dat je weg komt, er zijn jagers op pad’, fluistert hij Djum in het oor en gelijk gaat hij er van door. Hij verdwijnt tussen de hoge planten en boomstammen.

‘Wat moet ik doen’, denkt Djum. Hij is nog maar een jong olifantje.

Niemand is bij hem om te helpen. Langzaam en voorzichtig loopt hij achteruit. Zijn ogen zijn nog steeds gevestigd op het rossige licht.

Een schreeuw, een verblindend licht, rumoer en Djum is volkomen van streek.

Wat gebeurt er allemaal om hem heen? Nijdig hapt hij in de lucht en dan wordt zijn bek vastgehouden.

[pagina 9]
[p. 9]

Versuft van angst laat Djum zich meenemen. Hij sluit zijn ogen en kreunt zo zachtjes, dat geen van de jagers hem hoort.

Liefkozend klopt er een hand op zijn rug en hij verneemt een stem, die tegen hem praat. Het maakt Djum rustiger. Als hij nu heel voorzichtig zijn ogen open doet, ziet hij een mens voor zich staan. Hij schrikt weer even, want hij heeft nog nooit een man gezien. Deze streelt hem over de kop en geeft hem een banaan. Dat smaakt best en Djum peuzelt de vrucht lekker op. Hij is nog zenuwachtig. Telkens glijdt de hand van zijn bewaker liefkozend over zijn oren. Dan ziet hij plotseling voor zich een man met een donker gezicht. Hij schrikt weer, hij krijgt van den neger nog een banaan. Djum kijkt eens rond.

Mannen met blanke en zwarte gezichten zitten om een groot vuur en eten stukken

illustratie

[pagina 10]
[p. 10]

gebraden vlees.

Plotseling dringt het tot Djum door! Hij is gevangen. Gevangen, waar vader en moeder dikwijls hem over verteld en voor gewaarschuwd hebben.

Een traan rolt uit zijn oog. Dat komt ervan, als je ongehoorzaam bent en stilletjes wegloopt.

Doodmoe valt hij na een tijdje in slaap.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken