Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Der byen boeck (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van Der byen boeck
Afbeelding van Der byen boeckToon afbeelding van titelpagina van Der byen boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (7.87 MB)

XML (2.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

proefschrift
leerdicht


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Der byen boeck

(1990)–C.M. Stutvoet-Joanknecht–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

De Middelnederlandse vertalingen van Bonum universale de apibus van Thomas van Cantimpré en hun achtergrond


Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

Opgedragen aan Roelf Hendrik Tiemen Stutvoet en de nagedachtenis van Willem Frederik Joanknecht en Adeline Elisabeth Berretty

[pagina VII]
[p. VII]

Voorwoord

Dit proefschrift zou niet tot stand gekomen zijn wanneer mijn promotor, Prof. Dr. A.H. Bredero, mij niet daartoe had uitgenodigd. Hij liet mij in de uitvoering de vrije hand, maar wist mij steeds op het juiste moment de goede richting te wijzen, de geëigende bronnen te noemen of het passende woord te vinden. Onder zijn hoede werden stagnaties snel opgeruimd en onnodige zijwegen vermeden. Door zijn strakke beleidvoering gepaard met suggestieve aansporingen voelde ik mij voldoende verzekerd om het glibberige pad van de promovendus te vervolgen.

Het was eveneens een eer dat Prof. Dr. P.F.J. Obbema uit het Leidse bolwerk zich bereid verklaarde mij te begeleiden bij het codicologisch onderzoek en het vaststellen van de relatie tot de Moderne Devotie. Zijn wetenschappelijke belangstelling en kritische opmerkingen waren heel inspirerend voor iemand van ‘buiten Leiden’. Steeds opnieuw was ik verbaasd over zijn grote wetenschappelijke toewijding, nauwgezetheid, vakkennis en belezenheid. Hierdoor werd mijn blikveld verruimd en ontdekte ik nieuwe perspectieven. Ik voel mij heel bevoorrecht dat ik voor mijn proefschrift hierin mocht delen.

Op dezelfde hoogte als deze ‘prelati’ in de wetenschap moet mijn referent worden genoemd. Immers, in eerste instantie is dit proefschrift het resultaat van een opdracht van Dr. Maaike Mulder voor mijn bijvak Middelnederlands. Deze nijvere bijenmoeder heeft mij op het spoor gezet van de wetenschappelijke bloemenwei die in <Der byen boeck> aanwezig is. Ook hier was van mijn kant steeds bewondering en verwondering over gedegen vakkennis. Heel efficiënt zette zij mij, soms met een enkel woord, steeds weer op het juiste spoor, wees onbarmhartig op zowel dwaalwegen als overgeslagen wegen en besloot mijn lamentaties kort en bondig met: onzin, je kunt het best. Ik ben haar heel, heel dankbaar.

Naast deze begeleiders die zich direct met het proefschrift bezighielden dient Dr. J.J. van Moolenbroek te worden genoemd. Hoe jammer dat ik hem als eindreferent niet mocht raadplegen; zijn adviezen zouden veel aan het proefschrift hebben toegevoegd. Het zij zo. Zijn medeleven en bezorgdheid hebben mij veel goed gedaan.

In Nijmegen was Dr. R.Th.M. van Dijk O. Carm. zo vriendelijk mij enige bemoedigende woorden toe te spreken, waarbij hij zijn kritiek niet spaarde. Voor beide ben ik hem zeer erkentelijk. Het is steeds een vreugde om zijn gedegen proefschrift te raadplegen.

Voordien, eveneens in Nijmegen, was Prof. Dr. A. Gruis zo vriendelijk om mij mijn eerste literaire opdracht te bezorgen. Zijn colleges waren een openbaring voor mij; hij wist precies met welke problemen de aankomende codicoloog heeft te maken. Ik zal deze leermeester niet licht vergeten.

Hier leerde ik ook Drs. A.J. Geurts kennen in zijn kwaliteit van redacteur van een literaire bundel. Hij heeft mij geholpen bij de eerste stappen in het codicologisch onderzoek van de hss. van <Der byen boeck>. Tevens ben ik hem verplicht voor vele nuttige adviezen; nooit deed ik vergeefs een beroep op zijn veelzijdige kennis.

[pagina VIII]
[p. VIII]

Bij het oplossen van Latijnse problemen kon ik altijd bij Drs. A.M.J. van Pampus terecht. Op deze plaats spreek ik tevens mijn dank uit voor haar belangeloze en voortreffelijke begeleiding voor het behalen van mijn colloquium Latijn.

Naast degenen die zich direct met mijn proefschrift bezighielden zijn er nog enige namen die niet onvermeld mogen blijven. Allereerst Dr. J. Deschamps, die zo vriendelijk was mij zijn beschrijving van het Kopenhaagse hs. te zenden. Later was ik in de gelegenheid het hs. persoonlijk te bestuderen. Voor mijn studie waren zijn publicaties steeds als een lamp voor mijn voeten. Graag wil ik hem op deze plaats hiervoor eren.

Het absolute hoogtepunt in mijn leven als student vormde het bijwonen van een college van Prof.Dr. J.P. Gumbert. Ik ben hem zeer dankbaar dat ik hieraan mocht deelnemen.

Iedere wetenschapper is in grote mate afhankelijk van de medewerkers van bibliotheken. Ik dank hun voor hun onuitputtelijk geduld en efficiënte medewerking, gepaard met niet aflatende vriendelijkheid. Voor mij nemen in dit opzicht de bibliotheek Geschiedenis van de Vrije Universiteit, en van de Oude Drukken, een bijzondere plaats in, met name Drs. T. Groot. Mevrouw H. Peeters van de Koninklijke Bibliotheek gaf mij meermalen spontaan belangrijke informatie.

Ook de ordebroeders van Thomas van Cantimpré hebben mij hun sympathie en medewerking willen geven. Hierbij dank ik vooral Dr. S.P. Wolfs en Drs. C.F.J. Brakkee, en de medewerkers van de bibliotheek.

Anderen die belangrijke hulp boden zijn, in alfabetische volgorde, Dr. H. Gechter die mij behulpzaam was bij de Kurzfassung, Dr. E.H.P. Gemmeke O.Carm., F. Kolsters en Prof.Dr. Th.C. de Kruijf.

Ik eindig mijn dankwoord met een bekentenis. De tweeledige auteursnaam in dit proefschrift symboliseert een coproductie. Zonder mijn echtgenoot Roel zou dit proefschrift nooit voltooid zijn. Ondanks zijn eigen overbezette dagtaak wist hij zich steeds meer in te leven in de problematiek van het onderzoek, was steeds bereid mij te vergezellen naar verre bibliotheken en congressen en stond mij onvermoeid met raad en daad bij. In de laatste jaren is zijn aandeel in het proefschrift heel groot geworden. Hij heeft mij geholpen met het codicologisch onderzoek en wees mij op veel, wat mij anders ontgaan zou zijn. Ook verleende hij praktische bijstand door het aanvullen van de bijbelverwijzingen en het opstellen van de samenvatting van de inhoud van <Der byen boeck> en de registers. Daardoor is het proefschrift in de loop der jaren ons boek geworden. Ik dank hem daarvoor want ik weet welke inspanningen het hem heeft gekost, hoeveel geduld ik van hem vroeg en hoe groot de druk was die ik door de arbeidsintensieve productie van het proefschrift op ons bestaan heb gelegd. Evenals bij mijn universitaire begeleiders verwonderde ik mij over zijn kennis en inlevingsvermogen. Er was geen sprake meer van een bijenkoning of een bijenkoningin, zelfs niet van nijvere bijen, maar wel van verzamelde nectar, die honing moet worden. Moge het zo zijn.

 

Doetinchem, september 1990


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken