Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988) (1990)

Informatie terzijde

Titelpagina van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)
Afbeelding van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)Toon afbeelding van titelpagina van De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.94 MB)

ebook (13.43 MB)

XML (1.19 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie
jeugdliteratuur

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/sport


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De eerste Surinaamse sportencyclopedie (1893-1988)

(1990)–Ricky W. Stutgard–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Tafeltennis



illustratie

Tafeltennis (Eng. tafeltennis of ping pong), een in de 19de eeuw ontworpen en na de Eerste Wereldoorlog als internationale wedstrijdsport opgekomen binnensport, die qua spel idee nauw verwant is met tennis.

Het spelbeeld onderscheidt zich van dat van tennis vooral door de in zeer hoog tempo verlopende slagenwisselingen en door het verbod te volleren: men mag de bal niet terugslaan als hij niet eenmaal op de eigen speelhelft heeft gestuit. Tafeltennis wordt gespeeld op een rechthoekige tafel, waarvan de lengte 274 cm en de breedte 152,5 cm bedraagt, terwijl het tafelblad 76 cm boven de vloer moet liggen. Het oppervlak is donkergroen gekleurd, mag niet glanzen en moet een zodanige veerkracht bezitten dat een tafeltennisbal die een vrije val maakt vanaf 30,5 cm hoogte opspringt tot 23,5 tot 25,5 cm. Het speelvlak wordt door een net, dat 15,25 cm hoog dient te zijn, in twee even grote helften verdeeld. De bal dient zuiver rond te zijn, wit of geel van kleur en van celluloid of een gelijksoortig plastic vervaardigd. Het gewicht mag 2,40-2,53 g bedragen, en mag een diameter van 37,2-38,2 mm hebben.

Het slaghout waarmee de bal wordt geslagen heet ‘bat’ en moet van hout vervaardigd zijn. Aanvankelijk gebruikte men hoofdzakelijk geheel houten bats, doch tegenwoordig zijn de meeste bats voorzien van een rubberbedekking, waardoor het gemakkelijker is de bal met effect te spelen. Sedert 1959 mag echter geen andere batbekleding gebruikt worden dan een laag nopjesrubber van ten hoogste 2 mm (nopjes naar buiten), eventueel aangebracht op een laag schuim- of sponsrubber. In het laatste geval mogen de nopjes naar buiten of naar binnen gekeerd zijn en is de toegestane gezamelijke dikte van de bekleding 4 mm.

De beginslag of service neemt een bijzondere plaats in en is streng gereglementeerd teneinde de serveerder te beletten onevenredig voordeel uit de opslag te trekken. De vrije hand moet open, vlak en horizontaal worden gehouden, de vingers gestrekt en aaneengesloten, de duim los daarvan en eveneens gestrekt in hetzelfde ho-

[pagina 179]
[p. 179]

rizontale vlak als de vingers en de handpalm, de bal rustende op het midden van de handpalm. De serveerder moet de bal met de vrije hand omhoogwerpen.

Na het op de juiste wijze opgooien van de bal wordt deze met het bat geslagen, zodanig dat hij eerst het eigen spelvlak en daarna dat van de tegenstander raakt, zonder met het net in aanraking te komen.

Op het ogenblik dat bij de beginslag het bat met de bal in aanraking komt, moet de bal zich buiten het speelvlak bevinden, dus achter de eindlijnen of de denkbeeldige verlenging hiervan. Elk der spelers poogt de bal zodanig in het speelvlak van de tegenstander te plaatsen dat deze niet in staat is de bal correct te retourneren. Voor elke gewonnen slag wordt een punt toegekend. Hij die het eerst 21 punten heeft behaald wint een game. Hebben beide spelers 20 punten bereikt, dan wordt er doorgespeeld tot één van hen twee punten op dé ander voor staat. Een wedstrijd gaat hetzij om drie gewonnen games (best of five), hetzij om twee (best of three). Na elk vijftal punten wordt van service gewisseld. Bij de stand 20-20 wordt beurtelings geserveerd tot de beslissing gevallen is.

Het lichaam dat het internationale tabletennis-wedstrijdwezen regelt is de International Table Tennis Federation (ITTF), die in 1926 werd opgericht (zie Grote Winkler Prins Encyclopedie).

De tafeltennissport moet rond juli 1936 in Suriname geintroduceerd zijn en wel op Moengo. Op initiatief van de heer A. d'Fonseca kwamen enkele vrienden bij elkaar ter beoefening van de tafeltennissport.

Aan het begin was er een goede opgang, daar men al in staat was een toernooi te organiseren. Aan dit toernooi namen 10 mensen deel en gestreden werd om een polshorloge. Deelnemers van dit toernooi waren: juf G. Schoon en de heren E. Boucke, E. Doelwijt, W. de Miranda, M. de Koning, O. Sanchez, L. Herrenberg, E. Jie Sam Foek, S. Sovan en A. d'Fonseca.

Dit toernooi startte op donderdag 16 juli 1936 in het clubgebouw van Moengo en de winnaars waren: W. de Miranda (1e), A. d'Fonseca (2e) en L. Herrenberg (3e). Ter stimulering van de tafeltennissport in Suriname werd op zondag 26 december 1937 een demonstratie-wedstrijd tussen de heren Rick Anijs en J. van Vonderen gespeeld in het afdelingsgebouw van de padvinders op het Vailliantsplein.

Deze demonstratie had ook ten doel het publiek bij te brengen hoe dit spel technisch moest worden gespeeld. Na afloop van de partij tussen van Vonderen en Anijs, mochten geïnteresseerden een partijtje met deze heren spelen.

Na 1945 kregen Surinamers belangstelling voor tafeltennis. Het tafeltenniscentrum was toen Het Park. Eén keer per jaar organiseerde de Troepenmacht in Suriname een sportweek, waarin ook tafeltennis was opgenomen. genomen.

Bekende spelers van toen zijn o.a. Cyril Jong Tjien Fa, Leo Jong A Kiem, Harold Slengaard, George Wiebers en de gebroeders Emanuels.

Een markant punt in de tafeltennishistorie is het jaar 1948, toen een bundeling van spelers leidde tot de oprichting van een bestuur onder leiding van de heer Rodriques. Op zondag 2 mei 1948 werd een aanvang gemaakt met de eerste open kampioenschappen en deze wedstrijden werden door het pas gevormde bestuur georganiseerd.

In totaal stonden 190 wedstrijden op het programma en de eerste werd gespeeld tussen Harold Slengaard en George Wiebers. Harold Slengaard won niet alleen deze partij, maar hij werd ook kampioen van dit toernooi. Zo werd Harold Slengaard de eerste tafeltenniskampioen van Suriname. Wel moet aangetekend worden dat George Wiebers in 1948 geen kampioen werd, maar in de jaren 1949-1953 domineerde hij de tafeltennissport (zie George Wiebers).

Na deze kampioenschappen ontstonden verenigingen zoals Patronaat, Brutusclub, Tris en Vervuurt's Bank. Later toen de Chinezen hun entree deden in deze sport, kwam de vereniging Chung Fa erbij.

Patronaat nam toen het initiatief om tweemaal per jaar open wedstrijden te organiseren.

Op 29 januari 1950 werd Spes Patriae competitie-clubkampioen en wel voor de derde achtereenvolgende maal (zie Spes Patriae).

Nadat George Wiebers tussen 1949-1953 tijdens de individuele kampioenschappen gedomineerd had, werd hij in 1954 door Rudy van Bochove onttroond. Rudge werd toen tweede en Jong Tjien Fa derde.

 

Bij de dames werden respectievelijk Kreps, Putters en Blufpand le, 2e en 3e.

De landskampioenschappen van 1956 die op 20 juni eindigden, brachten de volgende kampioenen naar voren:

Heren-enkel J.C. Broeders
Dames-enkel M. Kreps
Heren-dubbel Haime/Tjin A Djie
Dames-dubbel A. Putters/Feskins
Gemengd-dubbel M.Kreps/van Bochove

Op zondag 17 maart 1957 vond in het Patronaat de start plaats van de eerste officiële clubkampioenschappen. Aan dit toernooi namen niet minder dan 10 verenigingen deel. Enkele van de verenigingen werden vertegenwoordigd door:

Kwie Kwie: van Aalst, Jong Tjien Fa en van Aalst

Blue Birds: Slengaard, Ho Len Fat en Lieuw Jie Sang

Bruynzeel: Vriendwijk, Linger en Hessen

HNS: Guman, Chanderbahn en Jagroep

Brutus Club: van Bochove, R. Tjin A Djie en Haime

Spes Patriae: Rudge, G. Wiebers en Emanuels

Behalve vorengenoemde verenigingen namen ook aan het toernooi deel Vitesse, Young China, Patronaat en MTC. Op zondag 12 mei 1957 werd de finale uitgevochten tussen de verenigingen Spes Patriae en de Brutus Club. De uitslag was als volgt:

Spes Patriae vs Brutus Club  
Wiebers - Tjin A Djie 2-1
Rudge - van Bochove 1-2
Emanuels - Tjin A Djie 2-1
Wiebers - Haime 2-1
Emanuels - van Bochove 1-2
Rudge - Haime 1-2

[pagina 180]
[p. 180]


illustratie
Tafeltennissers op bezoek
(v.l.n.r.): Richard Bergman
, George Wiebers, Cyrill Guman, Coen Ooft, Rudy van Bochove, Fuji. (foto G. Wiebers)


Door een beter gemiddelde werd Spes Patriae de eerste officiële tafeltennis clubkampioen van Suriname. Dit was echter te verwachten daar Spes Patriae tijdens competitie-toernooien vaker met de eer ging strijken. Zo won ze in 1949 en 1950 het competitie-toernooi. Let wel tijdens deze competitie-toernooien werd niet om het landskampioenschap gestreden.

Kwie Kwie werd bij de dames in 1957 de eerste clubkampioen, mevr. Bakker van deze vereniging kwam ongeslagen uit de strijd.

Na deze geslaagde kampioenschappen organiseerde de Surinaamse Tafel Tennis Bond op dinsdag 18 juni 1957 de persoonlijke kampioenschappen.

Als winnaars kwamen uit de bus:

Heren-enkel A. Nafzger
Dames-enkel N. Wong
Heren-dubbel R. van Bochove/R. Tjin A Djie
Dames-dubbel N. Wong/Bakker
Gemengd-dubbel van Bochove/Kreps

Aangetekend moet worden dat A. Nafzger een Nederlandse militair was die bovendien ook nog kampioen was van Limburg.

 

Uit het vorenstaande blijkt dat de tafeltennissport in ons land voornamelijk inhield het organiseren van landskampioenschappen en clubkampioenschappen, met nu en dan een internationale gast. Zo kwam op 5 september 1948 Harold Slengard uit tegen Philips, semi-kampioen van Guyana. Op 15 januari 1956 hadden we een ander buitenlander op bezoek, namelijk Montesant, kampioen van Curaçao 1954.

Een gebeurtenis dat voor een grote opleving zorgde in deze tak van sport, was de komst van de wereldberoemde tafeltennissers Fuji (van Japan) en Richard Bergman (van Engeland).

Op dinsdag 28 april 1958 kwamen G. Markiet (kampioen 1958), Tjon Koei, Wyat en Ho Len Fat tijdens demonstratiewedstrijden tegen deze heren uit. Suriname verloor alle partijen. Even voor de pauze was het de heer Bergman die iemand uit het publiek uitnodigde om tegen hem te spelen. Tijdens die wedstrijd zat Bergman echter op een stoel achter de tafel en won toch overtuigend zijn partij.

Als neusje van de zalm kwamen Fuji en Bergman tegen elkaar uit in een zeer spannende wedstrijd. Bergman won tenslotte met 3-1.

In 1961 kwamen Bergman en Fuji wederom naar Suriname en op 3 en 4 mei 1961 gaven ze enkele demonstraties in Het Park. De prestaties die Richard Bergman tot 1961 had geleverd waren: 5 maal wereldkampioen, 10 maal winnaar van de open Engelse kampioenschappen en 5 maal winnaar van de open Franse kampioenschappen. De prestaties van Fuji waren: 8 maal Japans kampioen en kampioen 1960 van de prof Championship. Op zondag 27 juni 1965 werd een aanvang gemaakt met de tafeltennis jeugdkampioenschappen. Het was de eerste maal dat dit toernooi hier te lande werd georgani-

[pagina 181]
[p. 181]

seerd, en er namen 35 jongens en 5 meisjes hier aan deel. De meisjes behoorden in de klasse beneden de 18 jaar en zij speelden een volledige kompetitie, wat inhield dat zij tweemaal tegen elkaar uitkwamen. 11 jongens behoorden tot de klasse 15-18 jaar en 19 in de klasse beneden de 15 jaar. Bij de jongens werd het poule systeem toegepast en van iedere poule gingen twee personen naar de volgende ronde. Jammer genoeg dient te worden vermeld dat nu niet bekend is wie de eerste tafeltennisjeugdkampioenen waren.

In de periode 1966-1976 vond geen grote ontwikkeling plaats in de tafeltennissport. De Inter Guyanese Spelen, die in 1966 startten waren de enige spelen waar aangetoond kon worden dat deze tak van sport nog serieus in Suriname bedreven werd.

In de jaren na 1976 werd steeds meer gedaan voor deze tak van sport. Zo werd rond 1976 een comité ‘Reactivering tafeltennissport’ opgericht, dat tot doel had meer leven in deze sport te blazen.

Grote gebeurtenissen die toen plaats vonden waren:
- Het bezoek van Frans-Guyana in juli 1977, het Bruynzeel Tafeltennis Tournament in april 1978, het bezoek van de Cubanen in mei 1978, deelname aan de 23ste Caribische en Middenamerikaanse kampioenschappen op Aruba, het bezoek van een 7 mansterke ploeg uit de Volksrepubliek China op 7 november 1979 en het bezoek van Zhang Ruobo uit China om Surinamers voor 6 maanden te begeleiden en te trainen.

Tafeltennissers die in deze periode van zich lieten spreken waren: Ricardo Sarham, Roel Chang, Jeffrey Jong Tjien Fa, Ronald Chang, Robert Jack Tjon Tjin Joe, Mans Abendanon, Johnny Ho, S. Fernald, R. Lie, Astrid Kalloe en Chita Girjasingh.

In de tachtiger jaren hebben tafeltennissers aan verscheidene internationale wedstrijden deelgenomen, maar deze tak van sport heeft nog steeds niet de plaats gekregen binnen de Surinaamse gemeenschap die ze wel verdiend.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken