Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De stille lach (1916)

Informatie terzijde

Titelpagina van De stille lach
Afbeelding van De stille lachToon afbeelding van titelpagina van De stille lach

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.79 MB)

Scans (18.40 MB)

ebook (3.24 MB)

XML (0.70 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De stille lach

(1916)–Nico van Suchtelen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 298]
[p. 298]

Adrecht, 10 Nov. 's avonds.
Aan Joost Vermeer,
Aarborgschedwarsstr. 12 --2, Hagenau.

Lieve Joost,

 

DANK voor het gezellige kistje met pruimedanten en 't fleschje olijven, dat nog net op tijd komt, want morgenvroeg ga ik weer verder den boer op. Ik heb ze gegeten!! en ze waren heerlijk. Je bent een wonder van inzicht en doorzicht. Of eigenlijk, dat is waar, ik had het al zelf ontdekt. Dus ben ik dat wonder, wat ik nog wèl zoo prettig vind. Maar die ‘drooge pruime-’danten willen er bij mij, figuurlijk gesproken dan, niet in. Ofschoon ik moet toegeven dat ik ook die, voor zoover ik mij herinner, niet meer had gegeten. En verklaar mij nu eens dezen ‘standaarddroom’, o Joseph, die mij achtervolgt, ik geloof al wel een jaar of twaalf, en dien ik vannacht met buitengewone helderheid had.

Ik sta, getooid en wel, maar véél te mooi eigenlijk voor 'n lezing, op 'n perron. De trein komt; ik wil instappen, maar ik val, met m'n knieën op de eerste treeplank, Ik worstel wanhopig om op de tweede te komen, maar ik blijf aldoor op m'n knieën kruipen op de laagste, net als iemand die met vastgebonden voeten trippelt of aldoor struikelt over 'n rok. Als de trein weggaat, val ik van de tree af; soms word ik door 'n soort conducteur opgevangen, maar altijd word ik wakker in tranen of met een gevoel van radelooze verslagenheid.

Het feit is nooit gebeurd; ik ben nooit te laat

[pagina 299]
[p. 299]

gekomen voor 'n lezing en ben daar ook nooit bang voor geweest; agiteer me ook nooit in het minst als ik reis. Gek hè, breng dáár eens verstand in! En mijn andere droomen zijn óf allernaarst, óf van min of meer komieke onnoozelheid. Ik kan er onmogelijk waarde aan hechten. Ja, jouw droomen! daar zit nog poëzie in (de poëzie die je in je waak-leven onderdrukt?)

Als ik eenmaal rustig thuis ben krijg je weer eens 'n behoorlijken brief. Ik voelde me dezer dagen een beetje down. Het werk drukt me soms, en zelfs het succes lijkt me dan nog zoo onbevredigend, zoo onbelangrijk, als ik denk aan anderen, zeker niet mijn meerderen, die zooveel meer waardeering vinden; door mode, of misschien nog meer door overduveling, door als handige spekulanten, die hun slag slaan, de tijdelijke wansmaakjes van het publiek uit te buiten! Soms ben ik jaloersch op die onbeschaamdheid. Neen, niet jaloersch op dat beetje roem op zichzelf, Joost, dat kan mij niet meer schelen. Maar 't is ontmoedigend als je ziet dat 't objectieve resultaat van je werk toch eigenlijk maar zoo gering is.

Als rendu-tje voor je bezending stuur ik je m'n eersten bundel, dien ik hier vond in een tweedehandsch boekhandel. Wat is dat alles onrijp en opgewonden. Wat was ik 'n kind, 'n heerlijk kind, toen ik dat schreef. ‘So gieb mir auch die Tage wieder....’ Ik durf het je haast niet bekennen dat ik mij zelfs neerslachtig, moedeloos en absoluut dor kan voelen, al heb ik pas aan jou gedacht. Jij bent dat nooit nietwaar? jij bent zoo evenwichtig, zoo gelijkmoedig; o daarom benijd ik je, met 'n kinderlijke jaloezie. Jij bent wetenschappelijk zooveel méér dan ik; ontken dat nu maar niet, ik weet zeker dat jij een

[pagina 300]
[p. 300]

veel echter, dieper belang stelt in je oorwurmen of Patagoniërs, dan ik in Verlaine of wie ook. En toch voel ik mij dikwijls een dorre savante, gebukt onder den last van m'n wetenschap en wijsheid. Ach ja, goeie nacht hoor,

Liesje


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken