Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Parnas, of de zang-godinnen van een schilder (1724)

Informatie terzijde

Titelpagina van Parnas, of de zang-godinnen van een schilder
Afbeelding van Parnas, of de zang-godinnen van een schilderToon afbeelding van titelpagina van Parnas, of de zang-godinnen van een schilder

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.10 MB)

XML (0.46 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Parnas, of de zang-godinnen van een schilder

(1724)–Willem van Swaanenburg–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 207]
[p. 207]

Aan Roozemont, De roem der veldgodinnen.

 
Geef my het hart weêrom, 't geen gy my hebt ontnomen,
 
Of laat het uwe weêr, ter plaats, daar 't myn lag, komen,
 
Zo schaft die wiszelbeurt ons stof tot dubb'le vreugt.
 
Gy hout myn zuiv're trouw, en ik verkryg uw deugt.
 
Geen averegtze togt, is meester van myn zinnen;
 
Ik moet, ondanks myn wil, u, die ik min, beminnen:
 
Ik stry zelfs met my zelf, om vry van u te zyn.
 
Maar, ach! die kryg te wreet, die baart my dubb'le pyn.
 
'k Wil liever doot, of steets door 't minnen lankzaam sterven,
 
Als dat myn denkbeelt zou uw weezen moeten derven:
 
Dat tors ik over al, dat breng ik in myn bed,
 
Op strand, op 't land, op zee, ja waar ik voeten zet;
 
En als ik, moê van zorg, my wil tot ruste wenden,
 
Zo vang ik weder aan om nimmermeer hier te enden.
 
Dan kniel ik eens in 't stil voor 't purper van uw mond;
 
Dan denk ik eens, zo'n oog is 't dagligt van dit rond;
 
Dan tast ik naar 't fluweel, en d'omtrek van uw wangen;
 
Dan blyf ik eens aan 't sneeuw van uwen boezem hangen;
[pagina 208]
[p. 208]
 
Dan smelt myn denktuig tot een bron van zoetigheit;
 
Maar laas! in al dat doen, zo ben ik alles kwyt!
 
Hier door stygt wanhoop straks ten top in myn gedagten.
 
Dan is 't, ik wil, schoon zy my haat, haar egter agten.
 
'k Wil meester zyn van haar, of sterven als haar knegt,
 
Die, waar hy staat of gaat, steeds met een schaduw vegt.
 
Ach! Rozemond, ontsluit uw ziel, en laat my binnen!
 
Ik kan my zelven niet, hoe dat ik wil, verwinnen;
 
Want hoe ik verder van u vliê, hoe 'k nader kom:
 
Of loopt gy zelf, ei spreek! verborgen om my om?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken