Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Den singende swaen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26,74 MB)

Scans (268,06 MB)

XML (1,01 MB)

tekstbestand






Genre
poëzie

Subgenre
gedichten / dichtbundel
liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Den singende swaen

(1664)–Willem de Swaen

Vorige Volgende
[fol. *5v]

Opdracht Aen des Heeren Jesu Christi Catholijcke Gemeente.

MYne alderliefste Kinderen! die mijne sorge van den Oppersten Harder zijt bevolen, voor Welcker zielen ick by God sal moeten instaen, en rekeningh sal moeten geven: Ick en heb naest God, en sijne Heyligen, geen liever dan u lieden: all' mijn sin, all’ mijn vermaeck, all’ mijn vreughd, all’ mijn lust, all’ mijne soetigheyd is geweeft van ‘t begin tot noch toe, by u te zijn; u te helpen; u te troosten; u te vermaken: u te leyden tot de weyde der eeuwige saligheyds. O hoe menichmael hebt ghy dese uwen Swaen, die nu singht, als eenen Tortelduyf hooren suchten, steenen, kermen over uwe sonden! hoe menichmael hebt ghy desen uwen Swaen droevich gesien over uw’ misdaden! hoe meenichmael hebt ghy uyt dese uwe Swaens ooghen sien vloeyen die bittere golven der tranen, die om u gestort wierden! VVel-aen, zijt te vrede; en die welcke deelachtich zijt geweest mijne droefheyd, zijt oock nu deelachtich mijne vreughde. Hoort nu desen uwen Swaen eens singen; niet een Sangh die hy u heeft meenighmael verboden: Maer een Sangh, die tot Stichtinghe leyt; eene Sangh, die God, ende sijne Heyligen behaeght. Ey! begeeft u lieden om desen Sangh te leeren; neemt dese Liedekens in uwe handen: dat uyt uwe Huysen ghebannen werden alle onsuyvere Boecxkens, die uwe zielen ten hoochsten schadelijck zijn, en tot de eeuwige verdoemenisse bren-

[fol. *6r]

gen. Ick u l. dese Liedekens schenck, ja ick draghe die u lieden op als aen mijne alderliefste Kinderen. Vergunt dese een plaets in uwe wooninge, een plaets in uwe handen, een plaets in uwe herten. VVeeft uwen Vader gehoorsaem, volbrenght hier in sijne wille: het sal u lieden tot saligheyd strecken. Volght na de voetstappen der Heyligen, welcker leven hier beschreven, welcker deughden hier worden uyt gedruckt. Doet bystandt door uw' gebeden, aelmoessen, goede wercken, verdiensten aen de Geloovige Zielkens, welcker gekerm, ghesucht, en diep ghesteen in dit Boecxken een treurige ende een droevige klancke maeckt; welcker droef gesucht, ons tot haerder hulp, en bystand behoort te bewegen. Bidt krachtich, op dat sy dree verlost zijnde, vereenicht moghen worden met Goods lieve Heyligen, die Goods Aenschyn aenschouwende, inder eeuwigheyd zijn verheught. Lieve Kinderen! oft 't gebeurden, dat ick binnen korten tijd quam te sterven (want de Swaenen niet langh voor hare dood en singen) soo zijt toch mijnder gedachtich in uwe vyerige gebeden: en denckt dat ick tot u roep, het geen ick in dese Vagevyers Liedekens, met de pen heb uytgedruckt. Vaert wel mijn alderliefste; vaert wederom wel, vaert eeuwigh wel van die gene, die uwe welstand soeckt, die na uwe zielen tracht, die u ter saligheyd baert.

 

G. D. S.


Vorige Volgende