Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 1 (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 1
Afbeelding van Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.88 MB)

Scans (108.93 MB)

XML (2.98 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/natuurwetenschappen/biologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Bybel der natuure of historie der insecten. Deel 1

(1980)–Jan Swammerdam–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 110]
[p. 110]

Caput III.
De Gustu & Olfactu, nonnullisque Gestibus Cochleae.

PEr temporis quoddam spatium sat numerosas Cochleas in cubiculo meo alui, & necessario victu instruxi, quae quidem fundi experte capsa, in lignea quadam pelvi collocata, conclusae, & fenestrata tectae erant storea, per quam colla sua porrigere valebant; ut ipsarum modos agendi expiscari, & quandoque etiam microscopii ope eas contemplari possem. Esca, qua ipsas sustentavi, erant Radiculae, Lactuca, Acetosa, Melissa, aliaeque succulentae & sicciores herbae, quas ipsis quotidie circa vesperam recentes, aliquantum prius in aqua maceratas, praebebam. Comedunt enim vespertino & matutino potissimum tempore: multoque magis succosas & recentes, quam veteranas situque corruptas herbas amant. Unde equidem animadverti, ipsas aeque suo gaudere delectu, appetitu, & gustu, ac quaecunque alia Animantia: quem etiam in finem nervos, gustui inservientes, sortitae sunt.

Insuper & forti satis Olfactu pollent: quod quidem observavi, quando saltem recentis quidquam cibi circa ipsas admovebam; id enim celeriter admodum Olfactu percipiebant, hincque e domunculis suis prorepentes mox eo sese conferebant. Verum quoniam in meo cubiculo, loco sicco, conclusae servabantur; tandem anim-adverti, ob defectum roris & pluviae eas ibi haud satis laete vigere: unde & nonnunquam ciborum appetentia privabantur; quum ob vasa sua gluten vehentia exhausta contractae, atque in cornea sua cute reconditae manerent. Tandem vero modum inveni ipsas quasi compluendi; quo quidem id effeci, ut mox in lucem prodirent, atque escae appositae inhiarent. Inde autem didici, quam exiguum id sit, quod nostris producere viribus valemus; qui ob miserrimam nostram infirmitatem Animalculum isthoc ne dicam fabricare, aut accurate examinare, imo vix ac ne vix quidem debito victu sustentare possumus.

Ut ipsas dicto modo compluerem, aeneo utebar siphunculo, cui cochleae ope adnexus erat de eadem materie globulus, quem olim confici, atque subtilibus aciculis perterebrari curaveram, ad plantas nonnullas, quas tum solebam alere, ut aliis quibusdam Insectis victum pararem, ir-

Het III. Hooftstuk.
Van de Smaak en Reuk der Slakken, en van eenige haarer manieren.

IK heb eenigen tyt een redelyk getal Slakken in myn kamer gevoet, en van kost versorgt hebbende deselve in een bomelose doos, die in een houte bak stont, opgeslooten, daar ik haar toedekte, met een getraliet matken, waar door sy haar hals konden heen steeken, op dat ik haare manieren sou uytvinden, en haar ook somtyts op die wyse met een vergrootglas besien. Het voetsel, dat ik haar gaf, was Radys, Sala, Suuring, Confilie de grein, en andere vogtige en droge kruyden, die ik haar dagelykx tegens den avont versch gaf, naa sy wat in 't water geleegen hadden. Want sy eeten meest in den avont en morgenstont; en sy hebben veel liever sapagtige en versche kruyden, als die out en beleegen syn. Waar uyt ik gemerkt heb, dat sy soo wel haar verkiesing, lust, ende smaak volgen, als eenige andere Dieren; waar toe sy ook met Senuen, die tot de smaak dienen, beschonken syn.

 

Hier by is haar ook een goede Reuk gegeeven: dat ik gemerkt hebbe, als ik maar eenig versch voetsel ontrent haar leyde; want dan wisten sy dat veerdig te ruyken, en buyten haare huyskens kruypende hun daar strax naa toe te begeeven. Maar alsoo ik haar op myn kamer in de drooghte opgeslooten hielde, soo merkte ik, dat sy, door gebrek van dauw ende regen, daar niet wel en aarden, dat haar ook somtyts de lust tot eeten benam. Door reedan dat haare slymvaten uytgeput wierden, waar door sy samen getrokken synde, in haare hoornige huyt opgeslooten bleven. Tot ik eyndelyk de manier uytvonde om haar te bereegenen, 't geen haar strax deedt voor den dagh komen, en aan het eeten vallen. Waar uyt ik sagh, hoe weynigh onse kraghten en vermogen syn, die dit Dierken nog maken, nog ondersoeken kunnende, dat qualyk ook de kost kunnen geeven, door onse ellendige onmagt.

 

Om haar op de geseyde manier te bedauwen, soo gebruykte ik een kopere spuyt, waar aan een bolleken van deselve stoffe geschroeft was, dat ik voor desen hadde laten maaken, en met fyne naaltkens doordrillen, om eenige planten te begieten, die ik wel eer plagh op te qeeeken, om andere bloede-

[pagina 111]
[p. 111]

rigandas. Isthaec enim machina perelegantem effingit pluviam, minimis guttulis deciduam. Quamprimum vero Cochleae aquulam hanc persentiscunt; mox ad reptandum sese accingunt: interim visu simul jucundum est, quam velociter sua illae Cornicula norint introversus vertere, atque intus in corpore suo recondere; sicubi guttulae quaedam in haec forte delapsae fuerint: cousque tenero gaudent sensu haec Cornicula. Quin totum Cochleae corpus haud aliter comparatum est: nam timoris plenissimum hoc Animalculum mox semet in domunculam suam recipit, ubi vel minimum quidpiam ipsi non consuetum penes se commoveri sentit. Ast si etiam tunditur aut contrectatur; tum vero non ocyssime solum in testam suam sese abripit, sed vel mox corpus suum glutinosis humoribus perfundit.

Utrum & Auditu polleant Cochleae, experiri mihi non licuit; quin ejus nullam in iis notam animadverti, quantumcunque fragoris atque clamoris circa eas excitaverim. Interim varia quidem Animantia, quibus Auctores auditum negarunt, hoc tamen gaudere comperio: uti v.g. Chamaeleontes. In Ranis etiam atque in Piscibus hunc sensum adesse Observavi. Imo in Piscibus Labyrinthus miro quodam modo fabrefactus est.

loose Dierkens de kost te versorgen. Want dit instrument maakt een seer aardige reegen, die met kleene droppelen neervalt. Soo draa dan de Slakken dit water gevoelen, soo begeven sy haar strax aan het kruypen; maar vermakelyk is het te sien, dat als daar eenige droppelkens op haare hoornkens vallen, hoe dat sy die datelyk weten inwendig om te stropen, en binnen in haar lichaam te verbergen: soo teer syn deese Deelkens van gevoelen. Gelyk ook het gansche lichaam van de Slak is, want het is een seer vreesaghtig Dierke, dat sig datelyk verbergt, wanneer hy maar het minste ontrent sig voelt beweegen, dat hem niet gewonelyk is. Maar soo men het stoot of aanraakt, datelyk kruypt het niet alleen weg in syn schulp, maar het besproeit ook voorts syn lichaam met slymige vogtigheeden.

 

Of de Slakken ook Gehoor hebben, dat heb ik niet kunnen ondervinden: en selfs heb ik dat in haar niet bemerkt, wat gedruys en geroep dat ik ontrent haar gemaakt heb. Eghter vind Ik in verscheyde dieren het gehoor, daar de Autheuren dat in lochenen, als in de Chameleon. Ook heb ik het in de Kikvorschen, en in de Visschen gesien, in welke laatste de soo genaamde Doolhof des Oors seer aardig van maaksel is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Bybel der natuure of historie der insecten (2 delen)