Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rouwviolen (1889)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rouwviolen
Afbeelding van RouwviolenToon afbeelding van titelpagina van Rouwviolen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

ebook (2.75 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rouwviolen

(1889)–Hélène Swarth–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 42]
[p. 42]

XXVII.
Mijn Haat.

 
Ik ben met mijn Haat door het leven gegaan.
 
Een mantel van purper had zij aan
 
En, onder dien mantel, een kleed van rouw,
 
Als het slepend gewaad van een weduwvrouw;
 
En een kroon van robijn op haar lokken blond
 
En een bitteren lach om haar trotschen mond
 
En een levende slang om haar middel heen,
 
Als een goudgroene gordel van edelsteen.
 
Zij droeg in de rechter een zwarten staf,
 
Daar sloeg zij de zomersene bloemen mee af,
 
Die lieflijk ontloken, langs heg en vliet,
 
En die zij mij nimmer toch plukken liet.
 
Zij droeg aan haar boezem een passiebloem;
 
Dat die bloem niet verwelkte, dat was haar roem.
 
En als ik haar smeekte om een koelen dronk,
 
Dan was 't of daar vuur in haar oogen blonk
 
En zij bood mij, vol alsem, die nóg mij brandt,
 
Den albasten kelk van haar holle hand.
 
 
 
Maar toen ik daar stond bij mijn lievekens graf,
 
Daar knopte en daar bloeide haar zwarte staf,
 
Tot hij rozen droeg als een rozelaar,
[pagina 43]
[p. 43]
 
Veel blanke en veel roode, bij elkaar.
 
Zij slingerde ván zich den gordelslang
 
En tranen besproeiden haar bleeke wang.
 
Ik kuste haar handen en hemelsch licht
 
Kwam over haar vorstelijk aangezicht.
 
- ‘En zijt gij niet langer mijn trouwe Haat,
 
O gij die uw tranen zoo vloeien laat?’
 
Toen sprak zij: - ‘En hebt ge dat nooit verstaan?
 
Gij zijt met uw Liefde door 't leven gegaan.’

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken