Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Rouwviolen (1889)

Informatie terzijde

Titelpagina van Rouwviolen
Afbeelding van RouwviolenToon afbeelding van titelpagina van Rouwviolen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.32 MB)

ebook (2.75 MB)

XML (0.08 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Rouwviolen

(1889)–Hélène Swarth–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 44]
[p. 44]

XXVIII.
Dat Kerkhof.

 
Mijn hart dreef mij voort langs de velden
 
(Mijn hart is zoo koppig, zoo dom!)
 
En mijn voeten, als vogelen, snelden
 
Alweer naar mijn heiligdom.
 
 
 
Het gras, dat was vol madelieven,
 
De velden, die waren al groen.
 
Ik ging om mijn hart te believen,
 
Omdat ik niet anders kon doen.
 
 
 
De vrouwen, aan 't werk in de voren,
 
Die zongen een klagend lied.
 
Dat klonk me als een doodzang in de ooren,
 
Ik hoorde de woorden niet.
 
 
 
Een vliedende trein, in de verte,
 
Onzichtbaar, luid schreiende, floot
 
En dat sneed mij zoo schril door het herte,
 
Als de gil van een schepsel in nood.
 
 
 
En 't gesuis van den wind in mijne ooren,
 
Dat luidde als een grafmelodie,
[pagina 45]
[p. 45]
 
Voor 't geluk, dat ik eens heb verloren,
 
Door de schuld van ik weet niet wie.
 
 
 
Toen ik kwam op de plek die zij kozen,
 
Zie, het graf had een vrome hand,
 
Van het hoofd tot de voeten, met rozen
 
En lelieën volgeplant.
 
 
 
Nog rozeloos waren de struiken,
 
De lelieën bloeiden nog niet,
 
Maar als daar die bloemen ontluiken,
 
Dan vlecht ik ze wel in mijn lied.
 
 
 
Zijn voorhoofd vol sproken en zangen
 
Verbeelden de lelieën fijn;
 
De rozen, die zullen zijn wangen
 
En zijn bloeiende lippen zijn.
 
 
 
En den nachtegaal in de seringen,
 
Dien leer ik mijn liedeken dan
 
En die zal 't in den lentenacht zingen,
 
Als mijn kindje niet slapen kan.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken