Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden (1673)

Informatie terzijde

Titelpagina van Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
Afbeelding van Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegenthedenToon afbeelding van titelpagina van Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.32 MB)

Scans (10.79 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden

(1673)–Hieronymus Sweerts–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Ziel-tochten

[pagina XV]
[p. XV]

Ontrent de verrichtinge des H. Avontmaals.

Belijdenis der zonden, om te gebruycken ter voorbereydinge voor 't H. Avontmaal.

 
Ga naar margenoot+ HEer Jesu, die zo lang met een geduldig oog
 
Ga naar margenoot+ Gezien hebt al mijn doen, en kent mijn overtreden,
 
Ga naar margenoot+ Tot u neem' ik mijn tredt door vyerige gebeden,
 
Ga naar margenoot+Die in mijn ziele ziet, schoon dat gy zit omhoog.
 
 
 
Ga naar margenoot+Uw lieve Christenheyt, uw aangename Bruyt,
 
Ga naar margenoot+ Is beezig om haar zelfs in 't Bruylofskleet te kleeden,
 
Om, als geroepene, ter Feest des Lams te treden,
 
Ga naar margenoot+Daar gy deelt zielen-heyl en hemelgaven uyt.
 
 
 
Ga naar margenoot+En ziet, mijn hert dat treckt om mê daar heen te gaan,
 
Ga naar margenoot+ Om ook die hemelspijz' en zielen-troost t' ontfangen:
 
Ga naar margenoot+ Doch als ik overdenk' mijn averechtsche gangen,
 
Ga naar margenoot+De grouw'len van mijn ziel, zo derv' ik 't niet bestaen.
 
 
 
Ga naar margenoot+Want, Heer, als ik het boek van mijn Gewisse opsla,
 
Ga naar margenoot+ Helaas ik vind' my zelf zo vuyl, zo boos, zo schuldig,
 
Ga naar margenoot+ Dat ik verwondert vraag, Hoe zijt gy zo geduldig?
 
Ga naar margenoot+Hoe lang spaart gy uw roe door eeuwige gena?
 
 
 
Ga naar margenoot+Want, Heer, het brooze vleesch, en 't looze ziel-serpent,
 
Ga naar margenoot+ Heeft my gestuwt, gesleurt, dan hier, dan ginder henen;
 
Ga naar margenoot+ Zo dat ik oor' en hert de werelt heb gaan leenen,
 
Ga naar margenoot+Schoon dat uw wille-keur mijn ziele was bekent.
[pagina XVI]
[p. XVI]
 
Ga naar margenoot+'k Heb u mijn lieve Godt noit recht voor oog gehadt:
 
Ga naar margenoot+ 'k Heb op den vleeschen arm gebouwt, en u verlaten.
 
Ga naar margenoot+ Uw jok was my een last: Ik minde 't geen gy haette:
 
Ga naar margenoot+Ik sloeg achter uit als ik wiert vet en gladt.
 
 
 
Ga naar margenoot+Uw Priesters en haar dienst heb ik zeer kleyn geacht.
 
Ga naar margenoot+ Ga, in de plaats van u op Rustdag te vereeren,
 
Ga naar margenoot+ Was ik een dag-dief van dien grooten dag des Heeren;
 
Ga naar margenoot+Dewijl met ydel doen die dik is doorgebracht.
 
 
 
Ga naar margenoot+'k Heb, als een Ezau, meer het zonden-moes gezocht,
 
Ga naar margenoot+ Als om mijn kinder-recht met iver te bewaren:
 
Ga naar margenoot+ Ja 'k ben van dag tot dag in 't quaatdoen voortgevaren,
 
Ga naar margenoot+Als of ik had mijn zelf tot zondigen verkocht.
 
 
 
Ga naar margenoot+ D' Afgunst, en Eygenbaat die woonden in mijn hert:
 
Ga naar margenoot+ Dies deed' ik and'ren niet 't geen dat ik zelver wilde.
 
Ga naar margenoot+ Ja 't quaat bedreef ik zelf daar 'k and'ren in bedilde;
 
Ga naar margenoot+En voer mijn naesten wel, dat heeft my diep gesmert.
 
 
 
Ga naar margenoot+'k Heb van mijn even-mensch een quaat gevoel gehad
 
Ga naar margenoot+ En ik wou zijn geacht, meer als ik recht was waardig;
 
Ga naar margenoot+ En laas mijn daagliks doen was noit te recht rechtvaardig,
 
Ga naar margenoot+Dewijl de win-zucht my in hert en nieren zat.
 
 
 
Ga naar margenoot+De Gelt-godt wiert by my een autaar opgerecht,
 
Ga naar margenoot+ En d' armen deed ik, Heer, door karigheit, versmachten.
 
Ga naar margenoot+ De pracht en hovaardy bewoonde mijn gedachten,
 
Ga naar margenoot+Zo dat ik heb een schat van tooren opgelegt.
 
 
 
Ga naar margenoot+O Jesu, hadd' ik doch uw voorbeelt nagetreen,
 
Ga naar margenoot+ 'k Had noit dien goeden Geest bedroeft nocht' uitgedreven;
 
Ga naar margenoot+ Mijn lichaam was uw huys, mijn ziel uw lust gebleven:
 
Ga naar margenoot+Maar nu van top tot teen is 't vol afgrijslikheen.
 
 
 
Ga naar margenoot+'k Heb 't lok-aas niet vermijdt, dat nu mijn ziel ontrust.
 
Ga naar margenoot+ 'k Ben iverloos geweest in Godsdient en gebeden.
 
Ga naar margenoot+ 'k Was vleeschelik gezint, en vol begeerlikheden,
 
Ga naar margenoot+Ja, dorst ik 't zeggen, Heer, de werelt was mijn lust.
[pagina XVII]
[p. XVII]
 
Ga naar margenoot+De vleugels van geloov' en liefde ben ik quijt:
 
Ga naar margenoot+ Hoe zoud'ik nu tot u, ô Jesu, konnen nad'ren?
 
Ga naar margenoot+ 'k Sta schandelijk voor u, en vind' geen vijgeblad'ren,
 
Ga naar margenoot+Wijl ik noch boozer ben als nu mijn mont belijdt.
 
 
 
Ga naar margenoot+Dies zo uw fakkellicht mijn ziel eens recht doorstraalt,
 
Ga naar margenoot+ Gy zult een zonden-poel vol duizent grouwelen vinden:
 
Ga naar margenoot+ Gy zult mijn gangen zien als een der grofste blinden,
 
Ga naar margenoot+Zo dat ik ben van u, mijn Heilant, afgedwaalt.
 
 
 
Ga naar margenoot+Dit al bekenn' ik U, en ben ter doodt bedroeft,
 
Ga naar margenoot+ Dat ik met lust en rust die grouwlen heb bedreven,
 
Ga naar margenoot+ Ja u getergt, mijn Godt, den oorspronk van mijn leven,
 
Ga naar margenoot+En ging te stouter voort, om dat uw straf vertoefd'.
 
 
 
Ga naar margenoot+Wee my dat ik zo swaar gezondigt heb voor u!
 
Ga naar margenoot+ O Joden spot met my; ik, die een Christen heette,
 
Ga naar margenoot+ Heb gantsch onchristelik mijn Godt mijn heil vergeten:
 
Ga naar margenoot+'k Verdien dat ider my nu ook in 't aanzicht spuw.
 
 
 
Ga naar margenoot+Wel vriend'lijk Vrede-vorst, kan 't met uw recht bestaan?
 
Ga naar margenoot+ Dat mijn bemorste ziel noch aan uw disch zou treden?
 
Ga naar margenoot+ Ik schrik zelf als ik zie mijn eigen vuyligheden,
 
Ga naar margenoot+Die ik voor u gezicht, Heer Jesu, heb begaan.
 
 
 
Ga naar margenoot+Ziet Jesu, lieve Heer! mijn Nardus-flesch is leeg:
 
Ga naar margenoot+ 'k Heb niet als zond' en stank te leggen aan uw voeten.
 
Ga naar margenoot+ Waar mede zal ik u, mijn Heylant, dan ontmoeten,
 
Ga naar margenoot+'t En zy gy in my stort dat u te hagen pleeg?
 
 
 
Ga naar margenoot+Och Jesu, steek mijn hert door ootmoet in den brant!
 
Ga naar margenoot+ Kom, Heerscher van mijn ziel, laat uw genade geuren!
 
Ga naar margenoot+ Erberm u over my! ontsluyt uw liefde-deuren!
 
Ga naar margenoot+Hervorm mijn booze hert, gy hebt het in uw hant.
 
 
 
Ga naar margenoot+Want, Heere, Bartimeus is noit zo blint geweest,
 
Ga naar margenoot+ Als ik ben aan de ziel; maar opent gy mijn' oogen,
 
Ga naar margenoot+ Dat sy de leelikheyt der zond' aanschouwen mogen,
 
Ga naar margenoot+Opdat ik die beschrey met lichaam en met geest.
[pagina XVIII]
[p. XVIII]
 
Ga naar margenoot+Doch stoot my nimmer wech ben ik niet zoo 't behoort:
 
Ga naar margenoot+ Ik koom niet om mijn zelf rechtveerdig te betuygen;
 
Ga naar margenoot+ Maar voor uw voetschabel ootmoedig neer te buygen,
 
Ga naar margenoot+Dewijl gy na 't geschrey van swakke sondaars hoort.
 
 
 
Ga naar margenoot+Doch, Heer, ik ben bereyt mijn zonde af te gaan,
 
Ga naar margenoot+ En wil my aan uw raadt gewillig overgeven,
 
Ga naar margenoot+ Voldoende wat uw hant heeft in uw wet beschreven,
 
Ga naar margenoot+Wanneer gy my, ô Godt, met krachten by wilt staan.
 
 
 
Ga naar margenoot+Want nu gy dus, ô Godt, my d' oogen open doet,
 
Ga naar margenoot+ Derv' ik van schrik en schaamt die niet ten hemel wenden.
 
Ga naar margenoot+ 'k Ben walgelijk voor u; mijn ziel is vol elenden.
 
Ga naar margenoot+Och Godt, het zonden-zoet verkeert in zielen-roet.
 
 
 
Ga naar margenoot+Kom Jesu, reyk de handt, op dat mijn zondens-last
 
Ga naar margenoot+ My niet ter hell' en drukt. O heylbron van genade,
 
Ga naar margenoot+ Laat doch mijn vuyle ziel in uwe stroomen baden,
 
Ga naar margenoot+En neemt my weder aan, en maak my tot uw gast.
 
 
 
Ga naar margenoot+Gy immers hebt voor my Godts toorne-pers getreen,
 
Ga naar margenoot+ Als ik uw vyant was: zoudt gy my nu verstoten
 
Ga naar margenoot+ Nu ik u biddend' zoek, met droefheyt overgoten,
 
Ga naar margenoot+Zo was uw goetheyt uyt. Neen lieve Jesu neen.
 
 
 
Ga naar margenoot+Ik hoop op uw gena; dewijl gy die belooft
 
Ga naar margenoot+ Aan hun die met berou haar zonden recht belijden:
 
Ga naar margenoot+ En ik neem' heylig voor, mijn swakheyt te bestrijden,
 
Ga naar margenoot+Op dat uw heyl, ô Godt, mach rusten op mijn hooft.
 
 
 
Ga naar margenoot+Wel glory-rijke Godt, wel vriendelijke Heer,
 
Ga naar margenoot+ Straf my niet dat ik dies met vryheyt toe zal treden.
 
Ga naar margenoot+ Ik offer u mijn ziel, mijn hert, en al mijn leden,
 
Ga naar margenoot+En wensch dat uwen Geest die eeuwiglijk regeer.
 
 
 
Ga naar margenoot+Ik ga dan naar uw disch; en bidd', ô Jesu, daal
 
Ga naar margenoot+ In mijn verslagen ziel; laat ik u daar ontfangen,
 
Ga naar margenoot+ En gun dat ik u steeds mach kussen met verlangen,
 
Ga naar margenoot+Tot ik u heel geniet in 't eeuwig vreugde-maal.
margenoot+
Rom. 2.4.
margenoot+
Psal. 69.6
margenoot+
Eph. 6.18
margenoot+
Ps. 113.5,6
margenoot+
Joa. 3.29.
margenoot+
Openb. 19.7,8,9.
margenoot+
Eph. 4.8.
margenoot+
Psal 84.3
margenoot+
Jesa. 6.51.
margenoot+
Psa. 119.39.
margenoot+
Luc. 18.13.
margenoot+
Open. 20.12.
margenoot+
Ezec. 20.43.
margenoot+
Neh. 9.17.
margenoot+
Psa. 89.33.
margenoot+
2 Cor. 11.3.
margenoot+
Matt. 11.7.
margenoot+
Spr. 7.21.
margenoot+
Rom. 12.2.
margenoot+
Psa. 86.14.
margenoot+
Jer. 17.5.
margenoot+
Mat. 11.30.
margenoot+
Deu. 32.15.
margenoot+
Klaag. 4.16.
margenoot+
Jes. 58.13.
margenoot+
Openb. 1.10.
margenoot+
Pred. 6.12.
margenoot+
Gen. 25.34.
margenoot+
Heb. 12.16.
margenoot+
Jer. 9.3.
margenoot+
1 Ko. 21.20.
margenoot+
Tit. 3.3.
margenoot+
Matt. 7.12.
margenoot+
Rom. 2.21.
margenoot+
Gen. 4.4.5.
margenoot+
Jac. 4.11.
margenoot+
Luc. 18.9.
margenoot+
Rom. 3.9.10.
margenoot+
Eze. 33.31.
margenoot+
Eze. 14.3,4.
margenoot+
Jac. 3.15.16.
margenoot+
Luc. 16.19.
margenoot+
Rom. 2.5.
margenoot+
1 Joa. 2.6.
margenoot+
Eph. 4.30.
margenoot+
Ps. 132.14.
margenoot+
Jes. 1.6.
margenoot+
Spr. 1.10,19
margenoot+
Rom. 12.11
margenoot+
1 Pet. 2.11.
margenoot+
2 Tim. 4.10
margenoot+
Jes. 40.31.
margenoot+
Joan. 14.5.
margenoot+
Gen. 3.7.
margenoot+
Psa. 19.13.
margenoot+
Zeph. 1.12.
margenoot+
Ezech. 8.6.
margenoot+
Mat. 15.14
margenoot+
1 Pet. 2.25.
margenoot+
Psa 38.19
margenoot+
Pred. 11.9.
margenoot+
Psal. 95.9.
margenoot+
Pred. 8.11.
margenoot+
Klaag. 5.16
margenoot+
Mat. 27.19
margenoot+
Deut. 52.18
margenoot+
Mat. 26.27.
margenoot+
Jesa. 9.5.
margenoot+
Eze. 16.5.
margenoot+
Job 42.6
margenoot+
Heb. 4.13.
margenoot+
Mar. 14.3.
margenoot+
Psa. 38.4.6.
margenoot+
Mich. 6.6.
margenoot+
Ies. 55.10,11
margenoot+
Luc. 24.32.
margenoot+
Mich. 5.1.
margenoot+
Mat. 15.22
margenoot+
Psal. 51.12
margenoot+
Mar. 10.46
margenoot+
Ope. 3.17,18
margenoot+
Jer. 31.19
margenoot+
Mat. 26.75
margenoot+
Psa. 51.13
margenoot+
Phil. 3.9
margenoot+
Psal 99.5
margenoot+
Psa. 6.9.10
margenoot+
Spr. 9.6
margenoot+
Psa. 16.7,8
margenoot+
Luc. 10.26
margenoot+
Phil. 4.13
margenoot+
Gen. 3.7
margenoot+
Ezr. 9.6.
margenoot+
Job 15.15,16
margenoot+
Spr. 5.3,4
margenoot+
Mat. 14.31
margenoot+
Joan. 1.16
margenoot+
Zach. 13.1
margenoot+
Openb. 3.20
margenoot+
Open. 19.15
margenoot+
Rom 5.10
margenoot+
Jes. 55.6
margenoot+
Joa. 6.37
margenoot+
Klaag. 3.24
margenoot+
Spr. 28.13
margenoot+
Hand. 11.23
margenoot+
Jes. 35.10
margenoot+
Ps. 63.3,4
margenoot+
Heb. 4.16
margenoot+
Rom. 6.13
margenoot+
Ioa. 14.16
margenoot+
Spr. 9.2,4
margenoot+
Psa. 34.19
margenoot+
Psal. 2.12
margenoot+
Openb. 19.7

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken