Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden (1673)

Informatie terzijde

Titelpagina van Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden
Afbeelding van Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegenthedenToon afbeelding van titelpagina van Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.32 MB)

Scans (10.79 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Innerlycke ziel-tochten op 't H. Avontmaal en andere voorvallende gelegentheden

(1673)–Hieronymus Sweerts–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Innerlijcke zuchten van een klagende ziel over sijne swakheyt.

 
Ga naar margenoot+O Jesu, toen ik eerst vernieuwt wiert naar uw beelt,
 
Ga naar margenoot+ En dat uw goeden Geest my aan uw Tafel leyde,
 
Ga naar margenoot+ Toen seyd' ik, Heer ik sal my van de werelt scheyden,
 
Ga naar margenoot+En nemen al mijn lust in 't geen uw wet beveelt.
 
 
 
Ga naar margenoot+Toen dacht ik een verbont te maken met mijn leen:
 
Ga naar margenoot+ Mijn oog' en zou voortaan geen ydelheyt bekoren,
 
Ga naar margenoot+ Mijn oore zou alleen naar uwe stemme hooren,
 
Ga naar margenoot+En al mijn lust zou zijn u Jesu na te treen.
 
 
 
Ga naar margenoot+Ik dacht, de stille rust sal woonen in mijn ziel.
 
Ga naar margenoot+ 'k Zal wandelen met Godt, gelijk als Noach dede.
 
Ga naar margenoot+ Maar Heer, hoe 'k nader koom, hoe mijn elendighede
 
Zijn grooter in mijn oog, daar ik laas toe verviel.
[pagina XXXVI]
[p. XXXVI]
 
Ga naar margenoot+'k Zie hoe 'k dien dwingelant, de sonde, t' elkens dien,
 
Ga naar margenoot+ Ja dat ik leg geboeyt aan sijne snoode wetten;
 
Ga naar margenoot+ En, schoon mijn ziele zich daar tegen poogt te setten,
 
Ga naar margenoot+Ik vind niet krachts genoeg om sijn gewelt t' ontvlien.
 
 
 
Ga naar margenoot+Die vorst der duysternis houdt op mijn ziel de wacht;
 
Ga naar margenoot+ En laas ik ben seer loom in 't waken door gebeden.
 
Ga naar margenoot+ En zijnder nu of dan in my wat yv'righeden,
 
Ga naar margenoot+Hy maakt haast dat mijn ziel daar van wort afgebragt.
 
 
 
Ga naar margenoot+Tracht ik in aller ernst uw wetten na te treen,
 
Ga naar margenoot+ Hy zoekt my datelijk door listen af te trecken,
 
Ga naar margenoot+ En weet in 't swacke vleesch die tochten te verwecken
 
Ga naar margenoot+Die gy, mijn God, vervloekt, en dreygt met zielgeween.
 
 
 
Ga naar margenoot+Ja self die hemel-zon, het kostelijk geloof,
 
Ga naar margenoot+ Verdrijft hy uyt mijn hert, of houdt het soo betoogen,
 
Ga naar margenoot+ Dat ik u, Heer, niet zie, als met verdonckerd' oogen:
 
Ga naar margenoot+Dies zijn mijn beden flaau, en uwe ooren doof.
 
 
 
Ga naar margenoot+Zoek ik wat artzeny ter kerk by uw Gesant,
 
Ga naar margenoot+ Daar hindert hy my weer; en doet my ondervinden
 
Ga naar margenoot+ Dat mijn gedachten steeds weer swerven als de winden:
 
Ga naar margenoot+En, daar elk wort beweegt, blijv' ik als diamant.
 
 
 
Ga naar margenoot+Zelf Jesu 't Engle-broot en kost'le Liefde-wijn
 
Ga naar margenoot+ Verdooft hy in mijn ziel. Ik zit by uw genoode,
 
Ga naar margenoot+ Maar ach! ik blijv' als steen, of een onvoel'ge doode:
 
Ga naar margenoot+Ik eet, doch vind geen smaak: ik ben niet die ik schijn.
 
 
 
Ga naar margenoot+Uw grootheyt, groote Godt, verrukt my niet een zier.
 
Ga naar margenoot+ Leez' ik uw dreygement, 't en doet my niet verschricken.
 
Ga naar margenoot+ Denk' ik uw liefde na, 't en kan my niet verquicken.
 
In 't kort, mijn ijzig hert voelt noit een vonksken vyer.
 
 
 
Ga naar margenoot+Dus leyt hy op my toe, gelijk een oude leeu;
 
Ga naar margenoot+ En al mijn vreesen is, hy sal my eens bespringen:
 
Ga naar margenoot+ Doch, Heer, ik weet gy kont hem door uw breydel dwingen,
 
Ga naar margenoot+Schoon hy schuymbeckend raast met hongerig geschreeu.
[pagina XXXVII]
[p. XXXVII]
 
Ga naar margenoot+Gy, Heer, die in mijn hert het wisse diep-loot schiet,
 
Ga naar margenoot+ Gy kent mijn kleyne macht, en swevende gedachten,
 
Ga naar margenoot+ Gy weet wat troetelzond' in mijn geheym vernachten,
 
Ga naar margenoot+En hoe het vleesch de geest gedurig strijdt aanbiedt.
 
 
 
Wat sal ik, Heere, doen tot delging van dit quaat!
 
Ga naar margenoot+ Ik soek ter deugt te gaan, en laas ik gly ter zijden.
 
Ga naar margenoot+ Het quade, dat ik haat, kan ik niet recht vermijden:
 
En 't goede dat ik wil, dat is het dat ik laat.
 
 
 
Ga naar margenoot+Rebecca voelde noyt soo 't stooten van haar kroost
 
Ga naar margenoot+ Als ik van vleesch en geest. Dit doet mijn ziele suchten;
 
Ga naar margenoot+ Mits dien Versoecker my ontseyt het heenen vluchten,
 
Maar in mijn boezem blijft, en leegt mijn ziel van troost.
 
 
 
Ga naar margenoot+Waar dat ik ga of sta ik word' van hem versocht.
 
Ga naar margenoot+ Hy soekt my als de tarw te siften naar behagen.
 
Ga naar margenoot+ Och kon hy slechs het kaf uyt mijne ziele jagen!
 
Maar laas al 't goede graan wort van hem t' soek gebrocht.
 
 
 
Ga naar margenoot+Wee my, ô wormen-aas, dat ik so kleev' aan 't stof!
 
Wee my dat ik voor u so wand'le vol gebreken!
 
Ga naar margenoot+ Wee my, dat ik mijn hooft niet langer op derf steken,
 
Ga naar margenoot+Dewijl mijn ontrou hert ondeugend' is en slof.
 
 
 
Ga naar margenoot+O gy mildadig Godt, gy aller swacken kracht,
 
Ga naar margenoot+ Hoe staat gy dus van verr', en schijnt het te gedogen
 
Ga naar margenoot+ Dat ik, uw teeder riet, dus t'elkens word bewogen,
 
Ga naar margenoot+En dat de zonde my beheerscht met overmacht.
 
 
 
Ga naar margenoot+Kom, vriendelijcke Godt, die d' uwe noyt verlaat,
 
Ga naar margenoot+ Versterk my met uw macht, dat ik die felle reusen
 
Ga naar margenoot+ Die vorsten van de hel mach dwingen en verkneusen,
 
Ga naar margenoot+En wandelen op 't pad daar uw beminde gaat.
 
 
 
Ga naar margenoot+Maak dat mijn voeten zijn geswindt gelijk de reen,
 
Ga naar margenoot+ Om tot uw Heyligdom, het school der deugt, te nad'ren
 
Ga naar margenoot+ Schrijf met een vyerge kool het pit der heylge blad'ren
 
Ga naar margenoot+Op mijn verstaalt gemoet; en houdt my in gebeen.
[pagina XXXVIII]
[p. XXXVIII]
 
Ga naar margenoot+Gy Engel des Verbonts, gy Vorst van 's Heeren heyr,
 
Ga naar margenoot+ Neem my in uw banier, en leer my yv'rig strijden:
 
Weest gy mijn beukelaar, mijn schilt aan allen zijden,
 
Ga naar margenoot+En leydt my met uw staf door dit onstuymig meyr.
 
 
 
Ga naar margenoot+Geef dat ik oogen krijg om klarelijk te sien
 
Ga naar margenoot+ Dat gy, Heer Jesus, zijt uyt 's hemels throon gekomen,
 
Ga naar margenoot+ Op dat den swacken mensch zou werden aangenomen,
 
Dien gy uw heyl en hulp noch dageliks wilt bien.
 
 
 
Ga naar margenoot+Ik snak na die gena: en bidd', verleen my kracht,
 
Ga naar margenoot+ Dat ik in al mijn druk mach op die liefde leunen;
 
En wilt doch door u Feest mijn swakheyt ondersteunen,
 
Ga naar margenoot+Tot dat ik u eens vind' die 'k lange heb verwacht.
 
 
 
Ga naar margenoot+Zoo sal mijn doode ziel noch voelen datze leeft.
 
Ga naar margenoot+ En, word' ik onvoorsiens in 't zonde-net gevangen,
 
Ga naar margenoot+ 'k Zal, Jesu, al die schult dan aan uw kruyce hangen.
 
Ga naar margenoot+En smeecken tot uw mont mijn ziel gezegent heeft.
 
 
 
Ga naar margenoot+Bewaar my slechts, ô Godt, dat nimmer wort getoont
 
Ga naar margenoot+ Dat ik met moetwil my begeve tot de zonde:
 
Maar dat in mijn gewiss' waarachtig wort bevonden
 
Ga naar margenoot+Dat ik het quaat niet doe, maar 't vleesch dat in my woont.
 
 
 
Ga naar margenoot+Dan sult gy, Jesu, noch de vleugels van gena
 
Eens over 't vuyle vacht van mijne zonden strecken,
 
Ga naar margenoot+ En sult uyt medely mijn smetten overdecken,
 
Ga naar margenoot+Opdat ik als een lam voor u in 't oordeel sta.

margenoot+
Col. 3.10
margenoot+
Ps. 143.10.
margenoot+
2 Cor. 6.17.
margenoot+
Psal. 40.9
margenoot+
Job 31.1
margenoot+
Ps. 119.37.
margenoot+
Jes. 50.4,5.
margenoot+
Joa. 10.27.
margenoot+
Jer. 6.16
margenoot+
Gen. 6.9
margenoot+
Openb. 3.17,18.
margenoot+
Rom. 7.26
margenoot+
Rom. 7.23
margenoot+
Gal. 5.17
margenoot+
Rom. 7.15 &c.
margenoot+
Eph. 6.12
margenoot+
Col. 4.2
margenoot+
Rom. 12.11
margenoot+
Luc. 8.12
margenoot+
Psa. 119.30.
margenoot+
Jac. 1.14
margenoot+
Rom. 7.5
margenoot+
Col. 3.5,6
margenoot+
1 Pet. 1.7
margenoot+
Luc. 3.12
margenoot+
2 Cor. 13.12
margenoot+
Openb. 3.16
margenoot+
2 Cor. 5.20
margenoot+
Luc. 8.12
margenoot+
Eph. 4.14
margenoot+
Zach. 7.12
margenoot+
Psal. 78.25
margenoot+
Hoogl. 1.2
margenoot+
Rom. 8.10
margenoot+
1 Pet. 2.3
margenoot+
Psal. 48.2
margenoot+
Habak. 3.2
margenoot+
Mat. 11.16,17
margenoot+
Ps. 10.9,10
margenoot+
1 Pet. 5.8
margenoot+
Jes. 37.29
margenoot+
Open. 12.12
margenoot+
Jer. 12.3
margenoot+
Openb. 3.8
margenoot+
Job 20.12
margenoot+
Gal. 5.17
margenoot+
Jac. 3.2
margenoot+
Rom. 7.19
margenoot+
Gen. 25.22.
margenoot+
Gal. 5.17
margenoot+
Jac. 4.7
margenoot+
1 Pet. 5.8
margenoot+
Luc. 22.31.
margenoot+
Mat. 3.12
margenoot+
Ps. 119.25
margenoot+
Ezra 9.6
margenoot+
Tit. 1.16
margenoot+
2 Cor. 12.9
margenoot+
Psal. 10.1
margenoot+
Jes. 42.3
margenoot+
Rom. 6.12
margenoot+
Psal. 9.11
margenoot+
Eph. 3.16
margenoot+
Eph. 6.12
margenoot+
Jes. 30,21
margenoot+
Habak. 3.19
margenoot+
Psal. 73.17
margenoot+
Jes. 6.6,7
margenoot+
Rom. 8.26
margenoot+
Jes. 5.14
margenoot+
Ps. 144.1,2
margenoot+
Psal. 23.4
margenoot+
Openb. 3.18
margenoot+
1 Tim. 1.15
margenoot+
Matt. 9.13
margenoot+
Phil. 4.3
margenoot+
Hoogl. 8.5
margenoot+
Psal. 40.2
margenoot+
Psa. 119.25
margenoot+
Gal. 6.1
margenoot+
Col. 2.14
margenoot+
Gen. 32.26
margenoot+
2 Tim. 4.18
margenoot+
Psal. 36.2, &c.
margenoot+
Rom. 7.17, 20.
margenoot+
Mal. 4 2
margenoot+
Psal. 32.1
margenoot+
Mal. 25.32,33.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken